Allereerst miste ik die ochtend mijn kleine rugzak, die ik in het vliegtuig als handbagage bij me had gedragen. Mijn portemonnee zat erin, mijn bankpasjes, mijn fotocamera, reisboeken, verrekijker en nog veel meer handige spullen die je op reis graag meezeult. Ook mijn paspoort was verdwenen.
Op onze reis naar Zuid-Afrika werden we beroofd, terwijl we onze allereerste nacht doorbrachten in een groene voorstad van Pretoria. Dat was in 2015. De dieven hadden de tralies voor de ramen van ons appartement verbogen, waarna een persoon met een smal postuur gemakkelijk naar binnen had kunnen klauteren.
Behalve mijn rugzak had de dief ook de handbagage en smartphones van onze zonen mee gegrist. Vervolgens had hij van binnenuit de buitendeur kunnen openen en ongehinderd weg kunnen vluchten met de buit.
Ik was volkomen van slag.
Ons appartement stond op een complex met stevige muren, imposante tralies en bewakingscamera's. Maar die beveiliging bleek bij nader inzien weinig voor te stellen: via de achterzijde konden onverlaten zo over een muurtje klauteren.
Een Nederlandse reisagent bood aan om diezelfde ochtend samen met mij naar de ambassade te rijden, zodat ik een nieuw reisdocument kon aanvragen.
Hevig trillend stapte ik naast deze vrouw in de auto. Terwijl we dwars door Pretoria reden om eerst nieuwe pasfoto’s te regelen, voelde ik me ziek van angst. Ze parkeerde de auto in de parkeergarage van een groot winkelcentrum.
Naar de winkel lopen, zo moeilijk was het niet.
Maar bij de lift van de parkeergarage liet ik alle spullen vallen die ik in mijn hand had. Losse geldbriefjes voor de pasfoto’s lagen her en der verspreid over de vloer bij de lift, want ik had immers geen portemonnee meer. Wat vond ik dat gênant. Met mijn schuddende handen lukte het me nauwelijks om alles weer bij elkaar te rapen.
Toen we later die ochtend bij de Nederlandse ambassade kwamen, bleken we net te laat. Hier had ik tot half 12 's ochtends een nieuw reisdocument kunnen aanvragen, maar dit keer was de deur om 11.00 uur al gesloten. Prompt begon ik nog veel harder te beven.
En dat getril hield die dag niet meer op.
Die middag kregen we een andere kamer toegewezen in het complex. Op de eerste verdieping, wat ons een veiliger gevoel moest geven. Al onze resterende waardevolle spullen gingen in de kluis.
De avond bracht ik grotendeels door in een warm bad om wat rustiger te worden. Angst voor een nieuwe inbraak hoefde ik niet meer te hebben, maar ik was nog steeds alle controle kwijt over mijn ledematen.
Sindsdien weet ik dat angstgevoelens en reëel gevaar twee verschillende dingen zijn. Als je die angst voelt, kun je er nauwelijks met rationele gedachten tegenop boksen om het te laten wegvloeien. Wel kun je denken: dit gaat weer over.
Wonderlijk genoeg hielp dat.
Veel experts worstelen ook met angsten. Bijvoorbeeld voor gezichtsverlies. De onderliggende angst is dan vaak de angst om afgewezen te worden of misschien wel vernederd en buitengesloten. Dat maakt het ook lastig om hun verhaal te vertellen en meer zichtbaar te zijn.
Ook al kunnen ze met hun hoofd wel beredeneren dat dit niet klopt, hun lichaam geeft iets anders aan.
Die angst zit vaak heel diep. De deelnemers aan mijn online programma's rapporteren hierover. Ze schrijven hoe die angsten hen vaak belemmeren om te leven zoals ze het zelf graag willen. Ze durven zich niet te laten zien. Zo jammer.
Toch kun je ook hier andere gedachten kiezen.
Gedachten die je ondersteunen.
De gedachten die mij vaak helpen als angsten met mij op de loop gaan:
- Angst is maar voor even.
- Wat als het wél lukt?
- Je kunt altijd opnieuw beginnen.
Welke gedachte helpt jou?