De 7 belangrijkste miskleunen bij storytelling
Als verhalenmaker kom ik bij organisaties over de vloer die storytelling meestal van harte omarmen. Maar verhalen een warm hart toe dragen en storytelling op een goede manier toepassen, dat kan totaal uiteen lopen.
Een paar miskleunen die ik regelmatig tegenkom:
Als crème brûlée: een oppervlakkig suikerlaagje
Een bestuur, managementteam of directie wil iets communiceren met de medewerkers, klanten, afnemers of relaties. Een boodschap recht-toe-recht-aan communiceren is saai, dat voelt iedere directeur direct aan.
De maaltijd dient daarom smakelijker opgediend te worden: geuriger, kleurrijker, hapklaar. En dan klinkt er al snel: laten we iets met storytelling doen.
Een beruchte valkuil, maar helaas tuimelen heel wat organisaties erin. Iedereen met een beetje verstand van communicatie weet dat je dan aan het zenden bent. En als je je niet verdiept in de ontvanger (en liever nog: de afnemers erbij betrekt) dan is storytelling alleen maar een suikerlaagje.
Als augurken: het verkeerde beeld blijft hangen
Een teamleider heeft gehoord dat hij zijn verhaal beeldend moet maken, net zoals bij de befaamde TEDx-speeches. Hij komt vol enthousiasme met een flinke pot augurken aanzetten om het verhaal aanschouwelijk te maken.
De pot augurken blijft inderdaad goed hangen in het geheugen van zijn publiek, het bijbehorende verhaal niet. En de grote vraag is of dit het juiste beeld is dat moet blijven hangen... Zuur!
Als een soufflé: een ‘verhaal’ over trots zegt nog niets
Verhalen over mooie prestaties van het bedrijf, een mooie daad of goed werk dat afgeleverd wordt, dat soort verhalen wil iedere organisatie wel. Hoe meer hoe liever, want dat is goed voor de reputatie.
Ik heb niets tegen trotse medewerkers, in tegendeel. Maar een medewerker die vertelt wat voor mooi werk hij of zij doet, vertelt daarmee nog geen ‘verhaal’.
In een goed verhaal wordt iets overwonnen, het bevat een leerervaring, er stond iets op het spel... en dat kan uiteindelijk natuurlijk wel een gevoel van trots opleveren.
Als voetzoekers: de drijfveer ontbreekt
Verhalen over de oprichting van een bedrijf bevatten vaak allerlei mooie details: hoe spannend het was om klanten te krijgen, hoe het doorzettingsvermogen op de proef werd gesteld en meer van dat moois.
Maar een belangrijk element ontbreekt vaak: er wordt niet verteld waaróm het belangrijk is dat dit bedrijf bestaat of waarom die missie uitgevoerd moet worden. Zonder zo’n diepere drijfveer wordt een verhaal een richtingloze voetzoeker.
Het verhaal is dan niet waarachtig. En daarmee verliest een verhaal zijn belangrijkste werkzame kracht: geloofwaardigheid.
Als liflafjes: een beperkte blik op de mogelijkheden
Bij verhalen wordt vaak gedacht aan verhalen die het management vertelt, aan een corporate story of aan enthousiaste verhalen van klanten.
Maar verhalen op de werkvloer worden compleet vergeten, terwijl die heel veel belangwekkende informatie opleveren. Alsof je liflafjes opdient, terwijl er voedzame stamppotten te delen zijn voor iedereen.
Ook is er weinig oog voor tal van andere toepassingen om verhalen in te zetten. Daarmee laat de organisatie ongelooflijk veel moois liggen.
Als pannenkoeken: een verhaal zonder betekenis
Faalverhalen, we horen ze steeds vaker.
Zo’n persoonlijk verhaal over een mislukking kan erg krachtig zijn. Maar niet als het op de verkeerde plek of voor het verkeerde publiek verteld wordt. Of nog erger: als de betekenisgeving ontbreekt.
Een leidinggevende vertelt bijvoorbeeld een verhaal hoe hij of zij geprobeerd heeft om tot een duurzame oplossing te komen. Het eind van het liedje is dat hij daarin faalt: er blijkt in deze organisatie helemaal geen draagvlak voor te zijn, exit duurzame oplossing.
En dat is het dan.
Als er geen leerervaring zit in die mislukking, is de kans groot dat de toehoorders er niets aan hebben. Dan heeft de verteller wel een bloedeerlijk verhaal verteld, maar de toehoorders voelen zich ontmoedigd in plaats van geïnspireerd. Alsof je pannenkoeken bakt en de eerste mislukkeling serveert, zonder de pannenkoeken te delen die veel beter zijn geworden.
Een goed verhaal bevat daarom altijd drie elementen: een krachtig beeld, de persoonlijke ervaring én de betekenis.
Als carpaccio: alweer de usual suspects
Een nieuwe aanpak in je organisatie? Dan is het zeker een goed idee om ambassadeurs het verhaal te laten verkondigen.
Kies deze mensen wel zorgvuldig.
Want voor je het weet beschouwen medewerkers in je organisatie deze boegbeelden als de usual suspects. Daar heb je Frank met zijn profileringsdrang. Ank duikt weer op met haar stokpaardje. En Arjan met zijn onorthodoxe aanpak.
De medewerkers denken dan: "Leuk voor hen, maar voor ons gewone stervelingen is dat veel te hoog gegrepen.”
Dat werkt dus niet. Een restaurant dat jarenlang alleen maar carpaccio en tomatensoep serveert als voorgerecht, wint geen nieuwe fans met zo'n eenzijdige menukaart.
Signaleer je zo’n allergie tegen de bekende hoofden in de organisatie? Zorg dan voor frisse gezichten met nieuwe verhalen.
Bijkomend winstpunt: de nieuwe deelnemers ontdekken al vertellend meer over zichzelf en hun eigen aanpak. En reken maar dat ze dat dan ook graag uitdragen.
Kortom, er komt meer kijken bij het inzetten en delen van verhalen dan je denkt. Verhalen verdienen een zorgvuldige behandeling, want het is kostbaar materiaal. En het vraagt om het laten horen van een eigen stem.
Maak er goed gebruik van!