Voor drogist Cor van Mourik is werken elke dag feest
Zes dagen per week staat Cor van Mourik (80) in de gelijknamige drogisterijwinkel in Den Haag. Dat doet hij al 46 jaar. Op zijn tachtigste verjaardag tekende de drogist voor vijf jaar bij. “Voor mij is werken elke dag feest.”
Waar komt u vandaan?
“Ik groeide op in een Amsterdams gezin met zeven kinderen. De ijsbloemen stonden op de ramen, er was veel armoede. Dan leer je blij te zijn met wat je hebt. Niemand had iets, maar je was blij met elkaar. Vanaf mijn elfde jaar werkte ik voor de melkboer en de bakker. Ik werk, omdat ik op mocht staan.
Ik werd twee maanden te vroeg geboren en met moeite in leven gehouden in een hooikistje. In de oorlog kreeg ik kinderverlamming. Ik wilde zó graag naar school. Want dan kon ik zelf wandelen.
Ik maakte de hongerwinter mee in Amsterdam en was zo mager dat ik me bij de gaarkeuken tussen de tralies door kon wurmen. De Duitsers zagen het ook en stopten me een stukje brood toe. Toen ik later gewogen werd voor militaire dienst woog ik slechts 48 kilo. Bij harde wind waaide ik zo om.
Later werd ik medewerker in diverse winkels, waaronder de drogisterij. Toen de vorige eigenaar van deze winkel wilde stoppen, hebben we met mijn vrouw en twee meisjes besloten om de winkel voort te zetten. We hebben ons nooit aangesloten bij een keten, want we wilden zelfstandig blijven. Daarmee konden we ook onszelf zijn.
Terwijl we een jong gezin hadden, kreeg ik kanker. De nabehandeling nam tien jaar in beslag, maar ik ben er nog. Ik heb zo gevochten om in leven te blijven. Ze zeiden tegen me dat ik nog maar drie maanden had. Dat zullen we nog wel ‘ns zien, dacht ik.
Mijn vrouw stopte ermee toen ze 65 werd. Ik blijf wel even werken, zei ik tegen mijn zoon Kasper die de zaak overnam. Ik vind het zo vreselijk leuk om hier bezig te zijn dat ik er geen erg in heb dat ik aan het werk ben.
Met klanten omgaan vind ik heerlijk. Als studenten een stofdoek kopen, zeg ik: je moeder komt zeker langs! Dan moeten ze lachen; dat maakt het werk zo leuk. Je bent met mensen bezig. We geven ze aandacht, en dat waarderen ze zeer.”
Waar staat u nu?
“Met mijn zoon Kasper ben ik het vaste gezicht van drogisterij Van Mourik. We genieten in het hele land bekendheid om onze producten, van kachelzwart en mottenpapier tot zwabbers. Iedere ochtend sta ik om half zes op, neem twee trams en begin om zeven uur met klusjes in de winkel.
Tegen mijn familie en bekenden die me kwamen feliciteren op mijn tachtigste verjaardag verwees ik naar een krantenbericht over flexwerkers, die een nieuw vijfjarencontract aangeboden kregen. Mijn zoon is inmiddels eigenaar van de winkel, ik ben bij hem in dienst. Ik heb ook weer een contract gekregen voor vijf jaar, grapte ik.
Ondertussen meen ik het ook serieus: Ik ben grootgebracht met de richtlijn: afspraak is afspraak. Dus als ik zeg dat ik vijf jaar blijf, dan doe ik het.
Mijn zoon heeft naast de winkel ook een webshop geopend. Uit hele land komen bestellingen voor boenwas en natuurzemen, maar er gaan ook heel wat pakketjes naar België.
Ik gebruik zelf geen computer en wil dat ook niet meer leren. Ik schrijf liever op een stuk papier wat mensen bestellen. Mijn vrouw had wel een iPad, maar toen ze drie jaar geleden overleden is, heb ik al haar apparaten de deur uit gedaan. Ik heb daar helemaal geen binding mee.
Doe mij maar een kalender, dan zie ik meteen wie er jarig is. Iedereen vindt het fijn om post te krijgen.
We zijn in de winkel de hele week in touw. Ik werk bijna iedere dag en leg hier 57 tot 60 kilometer per week af. Ik wandel graag lange afstanden en heb de Friese Elfstedentocht, de marathon van New York en de honderdste Vierdaagse in Nijmegen gelopen. Dat is nu wel wat minder, maar ik ben nog steeds goed ter been.”
Waar gaat u naar toe?
“Soms hoor ik mensen zeggen dat ze nog drie maanden ‘moeten’ voordat ze met pensioen gaan. Daar kan ik me niets bij voorstellen. De eerste maanden ga je in je huis klussen, maar daarna weet je niet meer. Of je moet heel veel hobby’s hebben, dan is het misschien wel aardig.
Werken maakt gelukkig, iedere dag. Als mijn zoon op vakantie gaat, vind ik het geen probleem om elf dagen achter elkaar te werken. Ik heb zoveel meegemaakt dat ik elke dag gewoon blij ben dat ik er nog ben. Dit waardeer ik zo, en dat houdt me gezond.
Eigenlijk is het hier elke dag fijn. Ik noem mezelf daarom de gastarbeider. Als ik ga voelen dat het me te veel wordt, hoop ik wel dat ik het wat rustiger aan kan doen. Maar waar je voor kiest, dat moet je volbrengen.
Mensen vragen me soms of ik nog lang in de winkel blijf. Ja, ik ben nog in opleiding, zeg ik dan. Mijn tachtigste verjaardag is een mijlpaal, want het is de eerste dag van mijn nieuwe contract.”
Meer informatie:
Drogisterij Van Mourik. Een uitgebreidere versie van dit artikel schreef ik eerder voor de Statenkoerier, het wijkmagazine van het Statenkwartier Den Haag.