Dus jij denkt dat je kunt schrijven?
Dus jij denkt dat je kunt schrijven? Een beruchte zin, waarmee ik als schrijver regelmatig om de oren geslagen werd.
Als je vertelt dat je van schrijven houdt, lijkt het wel of mensen in je omgeving het éxtra uitdagend vinden om je beheersing van spelling, stijl en andere schrijfvaardigheden te testen.
Diverse collega's en leermeesters deden er graag aan mee. Niet altijd leuk, maar het heeft me wel leerzame ervaringen opgeleverd.
Let op 'spelfouten'
Zo kreeg ik bij mijn allereerste serieuze sollicitatiegesprek als dagbladjournalist het verzoek om enkele artikelen mee te sturen. Zo kon de selectiecommissie een indruk krijgen van mijn schrijfwerk.
Ik kwam kakelvers van de universiteit. Dat ik glansrijk was afgestudeerd als Neerlandica toonde kennelijk onvoldoende mijn schrijfkwaliteiten aan. Gelukkig had ik ook drie maanden stage gelopen op de redactie van een dagblad, dus ik kon enkele échte artikelen aanleveren.
Maar de hoofdredacteur keek buitengewoon streng naar mijn werk. "Dus jij denkt dat je kunt schrijven", zei hij schamper. "Waarom staan er dan zoveel spelfouten in?"
Ik vermoed dat dit zijn merkwaardige gevoel voor humor was om sollicitanten van hun stuk te brengen.
Of dacht hij werkelijk dat ik niet kon spellen?
Het gewraakte artikel waarin hij zoveel 'spelfouten' had aangetroffen, ging over een expositie over vooroorlogse dagbladen. Het verslag bestond voor een deel uit citaten uit de jaren dertig – inclusief de spelling van die tijd.
Gelukkig nam hij mij toch aan als jongste verslaggever en bezorgde hij me enkele mooie kansen.
Zo maakte ik enorm veel schrijfmeters.
Na twintig jaar ervaring in de journalistiek dacht ik wel enige kennis van zaken te hebben. Toch kan het altijd beter als het om schrijfvaardigheden gaat.
Dat ontdekte ik toen ik een masterclass volgde onder leiding van Gerard van Westerloo, die enkele jaren geleden helaas overleden is. Deze roemruchte journalist werd beroemd met zijn reportages in Vrij Nederland en geldt als een van de grondleggers van verhalende journalistiek.
Natuurlijk deed ik voor deze grote meester mijn uiterste best op het verhaal dat ik voor deze masterclass ging schrijven. Het werd een reportage over pionierende Nederlanders in een Italiaanse 'agriturismo', maar dan zonder de ellende van het TV-programma Ik Vertrek.
Van Westerloo maakte er korte metten mee. Hij miste de diepgang, de scherpte en het drama.
Dus ik dacht dat ik kon schrijven?
Het was een harde boodschap, maar Van Westerloo had gelijk. Hij wees me op allerlei blinde vlekken. En zijn lessen pas ik nog steeds dankbaar toe.
Wat ik nu weet is dat je over schrijven nooit uitgeleerd raakt.
Wel raken je schrijfspieren beter getraind naarmate je meer schrijfmeters maakt.
Ook als gevorderde schrijver dien je je vaardigheden voortdurend aan te scherpen. Want iedereen komt in routines terecht, waardoor de frisheid van je werk langzaam verdampt.
Een poos geleden mocht ik leerlingen op een middelbare school over mijn schrijfervaringen vertellen.
Het doel was om hen kritischer naar hun eigen schrijfproducten te laten kijken. Want schrijven gaat altijd in denkstappen, waarbij je ideeën bedenken, schrijven en redigeren zoveel mogelijk uit elkaar trekt.
Wat je in het begin op papier zet, is alleen nog maar een eerste versie.
Daarna komt het aan op herschrijven en nog eens herschrijven. Meters maken, dat gold ook hier.
Samen met de docenten had ik het programma in elkaar gezet. Aan het einde van onze voorbereidingsbesprekingen mochten we nog een prikkelende naam verzinnen voor de serie schrijflessen.
Helaas voor de leraren Nederlands werd het een Engelse titel. Maar wel een die de boodschap krachtig weergaf: So you think you can write?