Francis van Kessel leidt haar leven in het spoor van Pippi
Bij Francis van Kessel (1966) lopen werken, leven en spelen helemaal door elkaar heen. Net als Pippi Langkous is haar belangrijkste motto: Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.
Waar kom je vandaan?
“Richt de wereld in naar je eigen zin. Dat was als kind al mijn motto. Ik verkleedde me het liefst als Pippi Langkous en pakte mijn koffertje om bij oma te gaan wonen. Toen ik een jonger zusje kreeg, raakte ik in de ban van baby’s. Ik wil kraanzuster worden, zei ik altijd tegen mijn moeder.
Met een echte wieg en een grote kinderwagen en met plakboeken met vier- en vijflingen maakte ik mijn fantasieën waar. Nadat ik uitgeloot was voor de studie verloskunde werd ik Z-verpleegkundige. Het werken met kinderen met het Downsyndroom vond ik fantastisch, omdat ze zo puur reageren. Het liefst nam ik ze mee naar huis. Bij ons thuis kon enorm veel. We hadden een halve boerderij aan dieren.
Ons paard mocht gerust naar binnen lopen om een appeltje of een broodje te halen. Ik wilde zelf graag kinderen krijgen, maar ook kinderen uit een arm land adopteren en ze op die manier een betere kans geven. Na de geboorte van onze mooie zoon kwam onze eerste dochter uit Guatemala bij ons.
Vervolgens wilden we uit hetzelfde weeshuis nog een kindje adopteren. Maar Nederland had net de adoptiegrenzen met Guatemala gesloten. Het was verschrikkelijk moeilijk om de adoptie te regelen vanwege alle bureaucratie en tegenslag die op ons af kwam. ‘Zou je daar wel mee verder gaan, want nu moet je de procedure alleen regelen’, zeiden veel mensen tegen mij.
Maar als anderen zeggen dat het niet kan, word ik fanatiek. Na twee jaar worstelen met heel veel regels en eisen lukte het om onze tweede dochter in ons gezin te mogen verwelkomen, net voor haar derde verjaardag.
Werk in de verpleging betekende voor mij onregelmatig werk en veel reistijd. Ik nam een baan op kantoor, maar dat beviel niet. Ik solliciteerde elders en kon een baan krijgen bij ander kantoor, maar ook een baan als babyleidster.
De kantoorbaan verdiende twee keer zoveel als de kinderopvang en was in mijn woonplaats. In de ogen van mijn omgeving was dat een prachtige kans. Maar mijn hart lag daar niet en dus deed ik het niet.
De ideeën van Astrid Lindgren over de vrijheid van kinderen speelden een belangrijke rol. We voerden het thema door, van Pippi-kopjes tot aan de wandschildering. We bedachten een limonadeboom en Takatoeka-eiland op de groepen. Toen de oprichter ermee stopte, werd ik in 1994 eigenaar. Ik stortte er mijn ziel en zaligheid nog verder in. Ik wilde bouwen, want ik zag een grote villa met een sfeer van huiselijkheid voor me.
Toen we dat pand bouwden en het geen echte Villa Kakelbont kon worden, hebben we de verblijven toch zoveel mogelijk ingericht in Zweedse stijl, compleet met veranda’s waar kinderen altijd buiten konden spelen als het regende.
Net als Pippi die haar goudstukken deelt en sociaal is voor iedereen, was ik hier zelf al vroeg mee bezig. Ook in het ondernemen was het voor mij logisch dat je iets opstart, waardoor je een ander zich ook kan laten ontwikkelen. Voor elke groep die we opstartten stuurden we een kind in Guatemala een jaar naar school. We organiseerden acties om schoenendozen te vullen met speelgoed voor kinderen in arme landen.
Soms konden we vijf- tot zeshonderd kinderen met kerst een gevulde schoenendoos als kerstcadeau geven. Mensen met een handicap konden bij ons komen werken: washandjes opvouwen of kinderen helpen met tandenpoetsen.
Ons centrum ging te werk volgens het gedachtengoed van Astrid Lindgren, die ook toestemming had gegeven om haar naam te gebruiken. Daarom wilde ik haar heel graag persoonlijk ontmoeten. Ook hier riep iedereen: dat gaat je niet lukken, ze is bekender dan de koningin in Zweden. Maar ik dacht: ik heb het nog nooit gedaan, ik denk dat ik het wel kan. En zo stond ik met twee collega’s in 1998 zenuwachtig voor haar deur in Stockholm. Dat was een geweldige ontmoeting!
Dromen, fantasie waarmaken en vooral mijn gevoel is de kern. Waar mensen in mijn directe omgeving bezwaren of bedreigingen zagen, zie ik kansen.
De ene keer ging het om een mini-school waar mijn kind eerste leerling werd en vast ‘niet veel zou leren’, een andere keer om de uitbreiding van een pand op een niet-favoriete locatie of stad. Ik vergelijk het met de kritische goedbedoelde theetantes van Pippi die zeiden dat ze alles netjes moest doen zoals het hoort en niet te gek moest doen. Als ik in iets geloof, zet ik door en geef niet snel op.
Natuurlijk heb ik ook genoeg tegenvallers gehad. Zo heb ik groepen moeten sluiten, kreeg ik toch niet de vereiste vergunning en moest ik mijn echtscheiding verwerken. Ook daarbij denk ik aan Pippi, die vol overtuiging zei dat ze op water kon lopen. Toen dat toch niet lukte, was haar antwoord simpel: ze had gewoon nog niet goed genoeg geoefend en weer wat geleerd! En ja, van alle tegenslagen leer je veel.
Er kwam een ontdektuin met een ‘alle dagen pad’, een boomhut, een kampvuurplaats waar we broodjes bakten en natuurlijk de grote vlaggenmast die je in veel verhalen van Astrid Lindgren tegenkomt. Het huis werd mijn zoveelste kindje.
Het leukste onderdeel is de scheef gemetselde ontdekmuur.
De metselaar zei dat hij dat niet kon, omdat hij het zo niet geleerd had. Met hulp, aansturing en af en toe zelf een steen nog schever te leggen dan wat hij aandurfde, werd het een echte oude scheve stadsmuur. De metselaar was er met recht trots op en vond het als nieuwe vaardigheid ineens wel heel leuk!
Op de muur speelden mijn dochters oneindig Ronja de roversdochter. Ze slingerden aan een touw die aan de oude walnootbomen waren gebonden. Samen met het witte paard, die natuurlijk ook een appel binnen mocht eten, de lammetjes, kippen en poezen maakten ze de wereld compleet waar ik graag mijn kinderen hun jeugd wilde laten beleven.
Net als Pippi ben ik overtuigd van mijn kracht. Eigenlijk is niets onmogelijk. Dat probeer ik ook mijn kinderen te leren. Willen we een boot? Dan bouwen we er toch een met lakens. Willen we buiten slapen? Dan doen we dat in de boomhut.
Nu de kinderen groter worden, zeg ik dat ze moeten blijven geloven in hun eigen kracht. Elke mislukking is een stap op weg naar de dag dat het je gelukt is te komen waar je wil. Moet je halverwege bijsturen, dan is dat prima.
Maar blijf je doel voor ogen houden. Mijn jongste dochter was bijna drie toen ze uit Guatemala bij ons kwam. Ze was overal verwonderd over. Ze had nog nooit een fiets gezien en vond gras doodeng. Ik had zeven bedrijven en veel personeel, terwijl ik honderd ogen nodig had om op haar te letten. Het aanstellen van een nieuwe directeur werkte niet voor mij, dus in 2007 heb ik alle kinderdagverblijven verkocht.
Mijn bedrijf was mij zeer dierbaar, want het was mijn levenswerk van twintig jaar. Ook daarin volgde ik mijn hart en koos ervoor meer bij mijn kinderen te zijn.
Stilzitten werkte niet. Naast het moederschap werd ik vrijwilliger van de fairtradegroep en ging mee met een stichting naar de opening van hun opgezette ziekenhuis in Tanzania.
Toen zag ik in Culemborg een oude molen die te koop stond en mijn fantasie op gang bracht. Ik zag een educatieplek voor kinderen voor me, waar kinderen konden leren hoe graan gemaald wordt. Van het meel maken we brood of pannenkoeken. Ik was helemaal geïnspireerd door Astrid Lindgrens Värld in Småland. In Nederland zo’n mini-dorp creëren was ergens een droom die op dit perceel wel gerealiseerd kon worden.
Het lukte me uiteindelijk een financier te vinden die perceel aankocht. We zijn gaan ontwikkelen en verbouwen. Er kwam een restaurant, een buitenschoolse opvang, een verhalentuin met de boerderijdieren uit de verhalen en een molenaar die de vakopleiding deed. Voor de tuin had ik veel sponsorgeld nodig. De bank hield woord en schonk ons de stal van kleine Witje bij het verhaal van Pippi.
Toen de ondernemer van het restaurant stopte en er niet snel een opvolger was, riep ik dat ik dat zelf wel ging doen. “Jij? Een restaurant ook nog erbij?” En ja, ik had het nog nooit gedaan, dus ik dacht dat ik het wel kon.
Ik haalde mijn horecadiploma en ben gestart. Nadat we een jaar draaiden haalden we de titel leukste restaurant van Culemborg. Bolderburen was opnieuw een droom die uitkwam. We hadden twee witte paardjes en hielden kinderfeestjes, geïnspireerd op de boeken van Emil, Ronja en Pippi. Het werd een sociale, educatieve en culturele plek.
Ik stort me ergens volledig in en kan mensen enthousiasmeren die het plan met mij samen hebben uitgewerkt. Na zeven jaar alle energie en aandacht te hebben gegeven aan Bolderburen werd het echter weer een uit de hand gelopen hobby, die ten koste ging van mijn gezondheid. Alles wat ik wilde was gerealiseerd, dus het werd tijd om afstand te nemen.”
Waar sta je nu?
“Op dit moment wil ik er zijn voor mijn schoolgaande kinderen. Als de kinderen hun eigen weg gaan, ga ik meer reizen en ontwikkelingswerk doen.
Net als Pippi hou ik van reizen en avontuur: de wereldzeeën over.
Haast heb ik niet, het komt als de tijd rijp is. Deze tijd voelt als een ‘tussenperiode’. Voorlopig vind ik het heerlijk dat de kinderen nog bij me zijn. Ik oriënteer me nu op wat ik wil doen. Ik wil bezig blijven en mijn talent benutten. Het moet bij me passen. Ik wil dingen doen waar ik blij van word, bijvoorbeeld werken bij een goede-doelen-organisatie.
Op dit moment ben ik een consultant-sparringpartner voor jonge ondernemers en denk mee op organisatorisch gebied, over HRM en de organisatie van bijvoorbeeld events.
Daarnaast zou ik iets met coaching mooi vinden om mijn ervaring door te geven en mensen te motiveren. Ik denk bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van een Pippi-training of –event. Je kunt jezelf trouw blijven, ondanks de belemmeringen die vaak ontstaan in je hoofd door omgeving en regelgeving. De basis is lef. Pippi liet dat zien door alleen te wonen en de dingen te doen hoe zij dat wilde.
Pippi ging niet naar school, maar was een oprecht goed mens met haar eigen talent. Ze wist dat ze helemaal okay was, ook al kon ze niet rekenen en had ze heel veel sproeten, rood haar en grote voeten. Grote mensen moeten meer naar kinderen kijken, zei Pippi. Je wordt als baby immers niet geboren met vooroordelen.”
Waar ga je naar toe?
“Mijn levenslust is net zo oneindig als die van Pippi. Ik blijf het avontuurlijke kind en heb een passie voor reizen en vooral andere culturen. In Midden-Amerika of Afrika zijn de mensen in financieel opzicht zo arm, maar sociaal gezien zo rijk.
Je voelt meteen de positieve sfeer, die ontstaat door muziek maken, lekker met elkaar te dansen en plezier te hebben. Daarom ga ik daar ooit nog eens langer heen. Nederland is het land van regeltjes en de keurige theetantes. Loop je iets naast het pad, dan is dat heel lastig.
Een Astrid Lindgren-museum is een andere wens, die ik ooit nog eens hoop uit te voeren. Ik heb zoveel spullen om zo’n museum mee in te richten. Astrid Lindgren bleef tot op hoge leeftijd spelen en denken als een kind. Zo zie ik mijzelf ook. Ze was in staat om ondanks haar leeftijd in een boom te klimmen.
In een opwelling deed ik dat op een vakantie ook eens. Dan roepen mijn kinderen: “Mam, je bent wel hoog geklommen. Straks breek je een been als je eruit valt!”
De biografie van Astrid is herkenbaar. Als ze iets niet leuk vond, zocht ze een oplossing voor haar probleem. In plaats van autorijden nam ze liever de trein totdat ze zich een chauffeur kon veroorloven. Probleem opgelost. Of Pippi die van het dweilen in haar keuken een feest maakte waardoor schoonmaken leuk werd.
Dat herken ik: kijk hoe het wel kan en hoe je het leven gewoon leuker maakt. Koken is bijvoorbeeld niet mijn hobby. Dan regel ik dat we met veel plezier een paar keer per week mee eten met de Culemborgse pot.
De kok is een man die wel van koken houdt. Zo eten we toch gezond en verantwoord. Zo werkt het altijd twee kanten op. Voor heel veel dingen is een oplossing te vinden.”
Meer weten?
Francis van Kessel komt graag in contact met mensen met wie zij haar plannen kan realiseren, bijvoorbeeld het ontwikkelen van een Pippi-training, (startende) ondernemers die haar advies willen of ondersteuning bij events. Heb je interesse? Stuur een mail aan contact@sigridvaniersel.nl, dan breng ik jou in contact met Francis.