Het eerste idee is meestal niet het beste idee
Enkele jaren geleden kwamen we eens na middernacht thuis. De regen kwam met bakken tegelijk uit de lucht.
Een van onze zonen sprintte weg om alvast de voordeur open te doen. In zijn vaart draaide hij te snel de sleutel in het slot.
Krrrak.
Het ene stuk van de sleutel had hij in zijn hand, het andere eind bleef achter in het deurslot. Daar stonden we, met het hele gezin in de stromende regen, zonder andere mogelijkheden om het huis binnen te dringen.
Onze andere huissleutels waren onbruikbaar. De rest van het huis zat potdicht.
Bij een van de buren zagen we nog verlichting in de huiskamer.
Gelukkig konden we binnenkomen in het warme huis. We belden diverse sleutelmakers, maar die hadden een teleurstellende boodschap. Midden in de nacht draaiden ze spitsuren. Het zou nog minstens drie uur duren voordat de snelste sleutelmaker ons kon komen verlossen.
Na enige tijd kreeg de buurman een inval.
Misschien had YouTube een filmpje hoe we dit zelf konden fiksen. Al snel vond hij een filmpje met instructies. Alles wat we nodig hadden was een figuurzaagje. De buurman rommelde tussen zijn gereedschapsspullen. En jawel, hij vond nog een los zaagje.
Nieuwsgierig volgden we wat er ging gebeuren.
Door het zaagje in het sleutelgat te prikken slaagde de buurman erin het restant van de sleutel uit het slot te peuteren. Met een van de andere huissleutels konden we ons huis in. Easy peasy. We hadden bijna drie uur wachttijd bespaard.
En de kosten voor een nieuw deurslot.
De sleutelmaker konden we afbellen. Sinds deze gebeurtenis weet ik dat het slim is om éérst even op YouTube te kijken als je een oplossing zoekt voor een probleem.
En ik weet ook dat het eerste idee meestal niet het beste is.