Waarom het warme verhaal wint
We hebben het idee gekregen dat verhalen groots, indrukwekkend en meeslepend moeten zijn. Jammer, want daardoor zien we onopvallende pareltjes over het hoofd.
Dat merkte ik toen ik meedraaide in een projectgroep om geld in te zamelen voor het Jacobshospice in Den Haag. In dit ‘bijna-thuis-huis’ krijgen zes gastbewoners een liefdevolle verzorging zodat ze in alle rust afscheid kunnen nemen van het leven. Voor de financiering is het hospice de laatste jaren sterk afhankelijk geworden van particuliere geldgevers die de Vriendenstichting willen steunen.
Als projectgroep vroegen we ons af hoe je zoiets persoonlijks en kleinschaligs als een hospice daarbij goed voor het voetlicht brengt. Verhalen die de dood raken, schreeuw je immers niet van de daken.
De eerste gedachte was om een grandioze benefietavond te organiseren met indrukwekkende optredens op een tot de verbeelding sprekende locatie. Bij het maken van de plannen raakten we enthousiast over het gala. Vol energie gingen we aan de slag. Gaandeweg kregen we echter het gevoel dat er iets niet klopte.
De kracht van dit hospice is dat de sfeer zo bijzonder gastvrij en intiem is. Iedere gast krijgt er individuele aandacht en zorg. Daar hoort geen megalomaan evenement bij.
De Haagse tramchauffeur
Het viel me op dat er bijzondere verhalen worden verteld in het hospice. Een van die verhalen ging over een gastbewoner die tramchauffeur was geweest bij HTM.
Hij had een nadrukkelijke voorkeur voor een kamer waar hij zijn laatste levensdagen wilde doorbrengen: aan de voorzijde van het huis. Daar passeert iedere tien minuten een tram. Iedere keer dat een tram passeerde, hoorde hij hoe een collega hem met de toeter groette.
Op een dag hoorde hij hoe een tramchauffeur de tram even tot stilstand bracht. Precies voor de deur van het hospice. Daar is geen halte.
De bel klonk, één van de vrijwilligers deed de deur open. Daarna reed de tram weer verder. Als groet liet hij nogmaals een korte claxon klinken. Even later bracht de vrijwilliger een portie haring bij de gastbewoner.
Vers aangeleverd uit de Scheveningse haven, persoonlijk bezorgd per tram.
Tegendraads verhaal
Het zijn precies dit soort verhalen die het hospice kon gebruiken om de bijzondere waarde van dit huis tot uiting te brengen. De kleinschaligheid, de nabijheid van collega’s en de mogelijkheid om gewoon haring te eten in plaats van een opgewarmde hap van de centrale keuken van het verpleeghuis.
Het is ook een tegendraads verhaal over een wereld waar de mens centraal staat en niet de systeemwereld, waar mensen zich maar hebben te voegen.
Het hospice heeft het plan voor het gala in de ijskast gezet.
In plaats daarvan krijgen mensen uit het eigen netwerk een uitnodiging om te komen ontbijten in het hospice. Deze mensen nemen op hun beurt een gast mee die interesse heeft voor het hospice. Aan de ontbijttafel hebben de coördinatoren alle gelegenheid om meer te vertellen over haringleveranciers en andere mensen die het hospice een warm hart toedragen.
Dat maakt indruk. Het hospice kon zijn Vriendenkring verder uitbreiden met nieuwe donateurs. Niet het blinkende goud maar de haring is het kleinood voor verhalenvertellers.
Vergeet de blingbling waar we als eksters op af vliegen. Raap liever de kruimels op en vertel het warme verhaal.