Twee verhalen over de kunstroof: welke is het krachtigst?

Wat is het krachtigste verhaal over een brutale kunstroof? TV-programma Brandpunt gaf deze week een ontluisterend inkijkje in de denk- en leefwereld van Okkie Durham, die samen met 'Henk' in 2002 twee schilderijen uit het Van Gogh Museum stal. Het museum kiest voor een ander verhaal.

Deze week was er een hoop publiciteit over de twee teruggevonden schilderijen van Van Gogh. 

Allereerst was er een uitvoerige documentaire over de kunstroof. Hier was te zien hoe verbijsterend eenvoudig de diefstal was. 

Binnen enkele minuten stonden de daders weer op straat met de buit: Zeegezicht bij Scheveningen en Het uitgaan van de Hervormde Kerk te Nuenen. Als inbreker een gerespecteerd beroep was, zou je zeggen: vakwerk. 

Het Van Gogh Museum wenste niet mee te werken aan de documentaire, omdat het museum op geen enkele wijze verbonden wil worden met de inbrekers. 

Daar zit wat in. Het verhaal van Okkie (officieel: Octave) is schaamteloos, maar ook onthullend, spannend en avontuurlijk. Als museum kun je daar nauwelijks tegenop: het verhaal van het slachtoffer spreekt veel minder de verbeelding.

Kunstroof met kans op navolging

Alle aandacht voor deze roof is bovendien hoogst riskant voor het museum en de rest van de kunstwereld: het kan gemakkelijk dieven op ideeën brengen. De schilderijen werden namelijk niet in opdracht gestolen, zodat een kunstminnende maffiabaas ze boven de bank kan hangen. 

Nee, de schilderijen dienen als ruilmiddel voor criminelen om strafvermindering te verwerven. 

Criminelen betaalden Okkie er gewoon voor, zodat ze alvast een onderpand hadden voor het geval ze door Justitie gepakt zouden worden.    

Van Gogh Museum kiest voor eigen verhaal

Het Van Gogh Museum koos nadrukkelijk voor een eigen verhaal: de terugkeer van de twee gestolen schilderijen. 

Vanuit zijn eigen perspectief vertelt het museum over de brutale roof, de opsporing en de gevolgen van de diefstal voor de doeken. Dat getuigt van kracht. Het verhaal van twee wereldberoemde kunstwerken die na veertien jaar eindelijk weer thuis gekomen zijn, is een ijzersterk frame. 

In dat frame legt het Van Gogh Museum de nadruk op het verhaal van de verloren gewaande doeken zelf. 

Het schilderij van de kerk in Nuenen had een emotionele waarde voor Van Goghs moeder. En beide doeken hebben een onmisbare waarde als schakel in het verhaal over zijn hele oeuvre. 

Voor Okkie hadden de schilderijen alleen maar betekenis als handelswaar. Hij zag en ziet nog steeds geen emotionele waarde in schilderijen en zeker geen kunsthistorische waarde. Hij voelt dan ook geen enkel berouw. 

Tekenend is dat hij liever de Aardappeleters wilde stelen, maar dat schilderij was te groot voor het raam (hij noemde het zelf de Aardappeltelers). Dan maar het zeegezicht met dik opgebrachte verf, want dat zal wel duurder zijn. Dat was ongeveer al zijn kennis over kunst. 

Je zou willen dat Okkie de verhalen over de schilderijen al eerder had gehoord. Misschien had hij de afgebrokkelde verf van een van de schilderijen dan niet door de wc gespoeld.

Handige inbreker tegenover opgeluchte museummedewerkers

Uiteindelijk staan er nu twee verhalen tegenover elkaar: het schaamteloze verhaal van de behendige beroepsinbreker tegenover het verhaal van de opgeluchte museummedewerkers, die hun verloren gewaande schatten weer terug hebben. 

Welke is nu het krachtigst? Wat zal het meest blijven hangen in ons geheugen? Wat vertellen we door? 

Het verhaal dat de emoties het sterkst beroert en ons het meest verrast geeft de doorslag. En welke is dat volgens jou?