Tranende ogen
Onze gastvrouw stapt behoedzaam nog verder achteruit als we in haar trappenhuis vriendelijk knikkend kennismaken. Sorry voor de mondmaskers, verontschuldigt ze zich.
Zo maken we in een Italiaanse bergdorpje kennis met Doriana. Maar ik zie alleen haar twee ogen, dus ik moet gokken dat zij dezelfde vrouw is als de Doriana van de reserveringssite.
Met haar wijsvinger, gehuld in plastic handschoenen, wijst ze ons de weg in haar huis. Of we binnenshuis ook de maskers willen dragen in alle gedeelde ruimten.
Ik wil antwoorden met een glimlach. Als je de taal niet helemaal machtig bent, is dat het sociale glijmiddel. Maar dat ziet ze door die maskers natuurlijk niet.
Ze heeft voor onze komst de gehele kamer gedesinfecteerd.
Het RIVM vindt dat alleen raadzaam voor ziekenhuizen, maar hier in Italië hebben ze andere standaarden. Tenslotte hebben ze hier wel wat meegemaakt de afgelopen maanden. Geen ontbijt, zegt Doriana nog. Dat blijkt meteen de laatste keer dat we haar signaleren in haar huis waar we voor enkele nachten een kamer hebben gehuurd.
De volgende ochtend word ik wakker met tranende ogen en een loopneus. Ik moet bovendien doorlopend niezen. Ik zal toch geen... Nog geen 24 uur op Italiaanse bodem en dan toch al...?
Inwendig vuur ik het ene zelfverwijt naar het andere af. Wat hebben we te zoeken in deze virusbrandhaard van Europa? De meeste toeristen blijven niet voor niets weg.
Dan ineens snap ik het.
Mijn gesnuf lijkt verdacht veel op een allergische reactie voor huisdieren. En jawel, daar ligt ze. Bij de voordeur, zacht miauwend. Het lijkt alsof ze glimlacht.