Kun je mensen met verhalen tot ander gedrag verleiden?

Dat verhalen bijzondere krachten hebben, wisten we al. Maar heb je daar in de praktijk wat aan, bijvoorbeeld als je mensen tot ander gedrag wil brengen? 

Kun je met een emotioneel verhaal bijvoorbeeld een brokkenpiloot omtoveren tot een nette verkeersgebruiker? 

Een Belgische rechter hoopte in ieder geval van wel. Hij gaf vorig jaar een wegpiraat de opdracht de roman Tonio van A.F.Th. van der Heijden te lezen. Zo niet, dan zou de automobilist drie jaar zijn rijbewijs kwijtraken. 

Tonio is een buitengewoon aangrijpend boek, dat Van der Heijden schreef na het verkeersongeval van zijn 21-jarige zoon Tonio. Voor de auteur was het een vorm van rouwverwerking, die uitmondde in een van de beste literaire werken van de laatste jaren.

Voor de rechter was het een waargebeurd verhaal over het menselijk leed dat een dodelijke aanrijding aanricht. Een speciale commissie van de rechtbank zou de automobilist overhoren of hij het requiem van 640 pagina's daadwerkelijk gelezen had. 

Maar zou een roman, gebaseerd op een ware gebeurtenis, zoveel impact op een roekeloze rijder hebben dat hij zijn leven daadwerkelijk beterde? Werd daarmee niet al te veel kracht aan verhalen toegeschreven?

Proefpersonen voelden hetzelfde als de verteller

Onderzoek naar de werking van onze hersenen hebben ons de laatste jaren veel geleerd over dit soort vraagstukken. Een van de meest opvallende daarvan is de studie van Greg Stephens, Lauren Silbert en Uri Hasson van Princeton University (Verenigde Staten) uit 2010. Deze wetenschappers maakten hersenscans van een vrouw die uit haar hoofd een verhaal vertelde. 

Datzelfde deden ze bij elf proefpersonen die naar haar verhaal luisterden. Ze ontdekten dat bij verteller en luisteraars dezelfde gebieden in de hersenen gelijktijdig activiteiten vertoonden. Het zag eruit als een teken van diepe connectie tussen verteller en luisteraar.

Ideeën overplanten in andermans brein

Vervolgens bleek ook dat hoe beter de luisteraars het verhaal begrepen hadden, hoe meer hun brein gelijksoortige activiteiten had vertoond met het brein van de spreker. Door eenvoudig een verhaal te vertellen, kon de vrouw haar ideeën, gedachten en emoties in het brein van de luisteraars overplanten. 

Bijzonder!

Want onze hersenen maken blijkbaar weinig onderscheid tussen echte gebeurtenissen en zaken die alleen maar in onze verbeelding plaatsvinden. Dat betekent dat dat je - wanneer je naar een verhaal luistert en het begrijpt - ongeveer dezelfde ervaring hebt als de verteller.     

Lezers denken als Harry Potter

Dit onderzoek had betrekking op een verteller en een groep luisteraars. Maar werkt het ook bij lezers? Onderzoek van de Universiteit van Buffalo wierp daar in 2011 meer licht op. De proefpersonen kregen vragen voorgelegd als: denk je dat, als je écht je best zou doen, je een voorwerp met je gedachten kunt verplaatsen? 

De deelnemers die eerst een boek over Harry Potter gelezen hadden, bleken zich meer in toverkunst te verplaatsen dan andere proefpersonen. De vereenzelviging met de hoofdpersoon van een boek ging – al dan niet bewust – dus behoorlijk ver. 

Dat gold ook voor proefpersonen die eerst het boek Twilight van Stephenie Meyer hadden gelezen: het eerste boek uit haar serie vampierenromans. De onderzoekers noemden hun studie dan ook Becoming a vampire without being bitten.

Kan een verhaal het gedrag sturen?

Kunnen we met verhalen het gedrag van lezers of luisteraars werkelijk de goede kant opsturen? Om het concreet te maken: gaat een wegpiraat na het lezen van een boek over een tragisch verkeersongeval zich voortaan netjes aan de regels houden? 

Met verhalen betoveren we de gedachten van anderen; dat laten bovenstaande onderzoeken wel zien. Maar daarvoor moet eerst een belangrijke voorwaarde vervuld zijn: we moeten ons als lezer of luisteraar echt met de hoofdpersoon identificeren. 

Of de brokkenpiloot zich vereenzelvigde met de vader van Tonio lijkt me twijfelachtig. Zijn eigen drang om hard te rijden matchte in ieder geval niet met een verhaal, dat helemaal geschreven is vanuit het perspectief van een diep treurende nabestaande.

Het zijn twee verschillende perspectieven

Verhalen hebben het vermogen om ons helemaal mee te slepen. We kunnen erdoor in vervoering raken, aan het denken gezet worden of in een andere emotionele toestand raken. Maar ze zetten ons niet één-op-één aan tot ander gedrag. Daar is heel wat meer voor nodig, zeker als het om geautomatiseerd gedrag gaat. 

Als je simpelweg gewend bent het gaspedaal diep in te drukken, zijn er heel andere soort ingrepen nodig om je uit die ingesleten groef te halen. Iets waar de betreffende persoon van schrikt, bijvoorbeeld. 

Gaat het om bewust gedrag, dan is de houding van je omgeving cruciaal: de meningen van je familie, vrienden en bekenden hebben een grote invloed. Als voorzichtig rijden in je sociale omgeving de norm is, dan is er een grote kans dat jij je daar ook naar richt. 

De buigzaamheid van je eigen overtuigingen is ook een belangrijke factor (hoe flexibel ben je), evenals je mogelijkheden om nieuw gedrag in de praktijk te brengen. 

Heb je ook de concrete mogelijkheden in je leven om tot ander gedrag te komen? We worden niet ineens betere mensen door verhalen. En het tegenovergestelde is ook waar: verhalen zetten ons evenmin één op één aan tot slecht gedrag. Gelukkig maar.