De hoofdrolspeler is niet altijd de held van het verhaal
Een verhaal heeft een held nodig. En dat is niet altijd de hoofdrolspeler. De lessen van de film 'Lucia de B.'
De beroemde scenarioschrijver en storytellingoeroe Robert McKee bezocht dit voorjaar ons land om scenarioschrijvers en andere storytellers alles te leren over het schrijven van krachtige verhalen. Tijdens zijn verblijf bekeek hij de film Lucia de B. Hij raakte behoorlijk onder de indruk, zei hij tegen zijn gehoor.
Er was inderdaad iets opmerkelijks aan deze film.
Het verhaal draait allereerst om Lucia de Berk, die ten onrechte beschuldigd wordt van een reeks moorden op doodzieke kleine kinderen en verzwakte bejaarden. Je krijgt het koud om je hart als haar collega’s kwaad over haar spreken en haar directeur haar verraadt. Je ziet toe hoe ze zich machteloos naar de gevangenis laat slepen.
Lucia is vooral een slachtoffer. Van het Openbaar Ministerie dat wil scoren. Van vooroordelen, complottheorieën en tunnelvisies. Van de schijn, die ze tegen zich heeft.
Lucia verandert in de film niet echt. Soms komt ze in verzet, maar meestal ondergaat ze de ellende. Al blijft ze wel uitdragen dat ze onschuldig is.
In verhaaltechnische termen is dit geen sterk verhaal.
Om de verhaalkracht te vergroten, hebben de scenarioschrijvers een truc toegepast. Want hoewel deze schrijvers op verzoek van Lucia dicht bij de daadwerkelijke gebeurtenissen zijn gebleven, hebben zij de oorspronkelijke klokkenluiders geen rol in de film gegeven.
Wel maken we in een van de eerste shots al kennis met een verzonnen personage: de jonge parketsecretaris Judith Jansen. De juriste is net nieuw bij het Openbaar Ministerie en wil zich bewijzen. Zij doet haar baas de suggestie aan de hand om met een seriebewijs te gaan werken.
In verhaaltermen: de overambitieuze Judith heeft een motief.
Maar Judith gaat twijfelen. Is Lucia echt de moordenares? Ze worstelt. En dat leidt uiteindelijk tot een drastische keuze: ze helpt Lucia aan een cruciaal bewijsstuk, dat haar onschuld kan aantonen.
Geloofwaardig, die ommezwaai?
Dat kun je je als kijker inderdaad afvragen. Inbreken op het Openbaar Ministerie om een weggemoffeld bewijsstuk uit een bureaulade te vissen? Dat is wel veel van het goede. In vergelijking met Lucia blijft Judith bovendien een tamelijk kleurloze figuur.
Uit verhaaloogpunt vormt deze truc een geniale ingreep.
Er groeit ineens een plot. En dat is waar het scenarioschrijvers als McKee om te doen is. Omdat ze weten dat de kijkers aan het beeld gekluisterd blijven.
Scenario's kunnen ons dus leren hoe we verhalen op de meest krachtige manier vertellen. Ik heb inmiddels McKee's fameuze boek Story, substance, structure, style and the principles of screenwriting aangeschaft. Een vuistdik boek, dat ik met grote interesse ga lezen.
En jouw verhaal?
"The audience will not tune in to watch information", zegt David Mamet, een andere Amerikaanse scenarioschrijver. "You wouldn’t, I wouldn’t. No one would or will. The audience will only tune in and stay tuned in to watch drama."
Drama vraagt om een held, met wie we mee kunnen leven. Oók in jouw verhaal.
Alleen: de ware hoofdpersoon is niet altijd degene die het meest voor de hand ligt. Als jij klanten helpt - als adviseur, coach, advocaat of wat dan ook - sta daar dan eens bij stil. Want dan zijn je cliënten vermoedelijk de helden in jouw verhaal.
Zij maken immers de verandering door. Ze hebben een probleem, waarvoor ze bij jou aankloppen. En als het goed is, gaan ze na jouw hulp met nieuwe inzichten weer verder.
Dus als je je publiek wilt boeien, durf dan te kiezen voor de 'dramatische' aanpak. Wie vervult in jouw verhaal die cruciale heldenrol?