Deze vuist op deze vuist

Een verzameling papier, karton, plakband, plastic koffiebekers en satéprikkers: soms is minimalistisch materiaal genoeg om een glashelder inzicht op te roepen. Ineens zag ik het patroon van mijn aanpak. En de valkuil waar ik telkens intuinde... 

Want op een training kreeg ik eens de opdracht om van deze materialen een toren te bouwen. We werden daarvoor ingedeeld in teams; de ploeg met de hoogste toren zou winnen.

Onmiddellijk begon ons team pilaren te fabriceren met plakband, gestut door stoere satéprikkers. De adrenaline vloeide door onze aderen, want al snel piekte onze toren trots de hoogte in.

Triomfantelijk zagen we dat de andere teams nauwelijks uit de startblokken waren gekomen.

In onze dadendrang hadden we echter weinig aandacht besteed aan een degelijk fundament.

Preciezer gezegd: geen.

En wat jij nu al voor je ogen ziet gebeuren, geschiedde in dat trainingszaaltje ook.

Onze toren had een leuke lengte bereikt, maar wankelde en brak halverwege af. Als een brandende torenspits duikelde hij de diepte in.

Het team naast ons had eindeloos overlegd en bouwde een stevige maar kleine toren. Compact modelletje, dat verder geen indruk maakte.

Ook geen topteam. 

De winnaar was een team dat redelijk traag op gang was gekomen en daarna gestaag de hoogte in ging. Zij hadden duidelijk nagedacht over een strategie én ze hadden een goede aanpak gevonden voor de uitvoering.

Na afloop onthulden de trainers dat de teams niet op toevallige wijze samengesteld waren. Bij de intake hadden we allemaal een vragenlijst ingevuld over de manier waarop we gewoonlijk te werk gingen bij samenwerkingsprojecten.

Ik was dat al lang weer vergeten, maar de trainers hadden de uitslagen gebruikt om deze teams samen te stellen. Ik zat bij het team dat meteen in de actiestand schiet.

De trainers hadden de waarde van hun test meteen bewezen.

Want we hadden bij de opdracht precies het voorspelde gedrag laten zien. Onze ploeg had niet vergaderd over een plan van aanpak, maar was meteen begonnen met plakken, stapelen en stutten.

Het trage buurteam bestond uit denkers, strategen en planners. Zij wilden juist wel eerst alles uitdokteren en de risico’s in kaart brengen. Helaas: zij bleven hangen in de opstartfase. Het ideale team bevat een mix van denkstijlen: zowel denkers als aanpakkers.

Deze ervaring heeft me enorm aan het denken gezet.

Want ik parachuteer mezelf ook bij andere plannen snel in de actiestand. Mijn uitdaging is om minder snel de hoogte in te schieten bij het bouwen van torens. En samen te werken met mensen die graag eerst stevige fundamenten leggen.

Nu gebruik ik graag een mix van bezinnings- en uitvoeringskracht. Ik begin ergens te bouwen, haal weg wat niet werkt en schaaf bij.

Ook roep ik de hulp in van anderen, die beter zijn in het organisatorische en strategische denkwerk. Samen zijn we dan een topteam.

Zo ging het ook vorige maand, toen ik razendsnel de Summer School voor Verwondering bouwde.

Toen dat project begon te pruttelen, gooide ik er telkens een nieuw schepje brandstof bovenop. En ik bouwde aan een stevig onderstel. Wat begon als een stoomlocomotief, is nu een sneltrein geworden.

De vaart zit er in.