Niet meer denkkracht, maar verbeeldingskracht

Paardenkracht zonder de bijbehorende paarden. Flessen, pakjes en zakjes afrekenen met een scanapparaat. Een broekzakapparaat dat telefoon, rekenmachine, woordenboek, fototoestel, muziekspeler én adressenboek in één is.

Ooit konden we ons in geen lichtjaren voorstellen dat we deze uitvindingen wilden en konden gebruiken in ons leven. De impact daarvan op ons dagelijkse leven konden we al helemaal niet voorzien. 

Mensen lieten destijds narrig weten dat ze helemaal niet op deze uitvindingen zaten te wachten. Toch hebben de auto, de boodschappenscanner en de smartphone hun intrede gedaan. 

Het waren doorbraken naar het moderne bestaan, die we in onze fantasie nooit hadden kunnen bedenken. Nu kunnen we deze uitvindingen niet meer wegdenken uit ons alledaagse leven.

Het menselijk brein heeft grote moeite om zich een radicaal andere werkelijkheid voor te stellen.

Zeker als dat een werkelijkheid is die alle bestaande denkkaders te buiten gaat. Een tekenend voorbeeld deed zich ook voor rondom de huidige coronacrisis. 

In de krant las ik dat virologen de omvang van de huidige coronacrisis helemaal niet zagen aankomen. De uitbraak, de besmettelijkheid en de verspreiding waren vele malen omvangrijker dan in al hun wildste scenario’s.

Het ging simpelweg hun verstand te boven.

Zo gaat het vaker. Op groot en klein niveau. Nederland ging zich pas wapenen tegen de verwoestende zee ná de Watersnoodramp. Mensen moeten eerst bijna een burn-out krijgen, voordat ze hun leven anders inrichten. 

Nu het coronavirus onze hele vertrouwde wereld op zijn kop heeft gezet, hebben we de neiging om meer breinkracht in te schakelen. Met maatregelen, scenario’s en berekeningen. 

Dat valt niet mee. Veiligheidsprotocollen werken maar even. Ze wekken geen vertrouwen in mogelijkheden op de langere termijn. We voelen er niets bij. En we kunnen er ons eigenlijk ook niets bij voorstellen.

Nu kan juist verbeeldingskracht ons helpen om nieuwe perspectieven te zien.

Zoals Yuval Noah Harari schrijft in zijn boek Sapiens zijn wij als mensen de enige wezens die in staat zijn om concepten te bedenken die los staan van de fysieke realiteit. En we zijn ook nog eens in staat om er hartstochtelijk in te geloven. 

Die verhalen hebben we hard nodig. We hebben namelijk enorme behoefte aan hoopvolle perspectieven om ons door moeilijke tijden heen te loodsen. Kunstenaars, schrijvers en andere verbeeldingsmakers zijn harder nodig dan ooit om deze toekomstverhalen te helpen vormgeven. 

Wat we ons nu nog niet kunnen voorstellen, kunnen zij bij elkaar fantaseren. 

Het liefst natuurlijk een toekomst die duurzamer, planeetvriendelijker en menswaardiger is dan het verhaal waarin we nu leven. 

Dan kan een uitbraak ook een doorbraak zijn.