Een serie anekdotes is nog geen verhaal
Levensverhalen van beroemde persoonlijkheden zijn geliefd bij filmmakers. De levens van Coco Chanel, Evita Peron, Mahatma Gandhi, Marie Antoinette, Frida Kahlo, Nelson Mandela en vele anderen bieden immers volop drama, dat goed in beelden te vangen is.
Toch is het visuele drama niet genoeg voor de verfilming van een levensverhaal. Er is nog iets anders nodig om de kijker werkelijk geboeid te houden. Dat zijn de achterliggende drijfveren van de hoofdpersoon, die duidelijk maken waarom hij doet wat hij doet.
Drijfveren zijn er in allerlei soorten en maten.
De hoofdpersoon groeide bijvoorbeeld op in een weeshuis, waardoor ze een enorme drang ontwikkelt zich te bewijzen en nooit meer armoede te kennen. Dat waren de drijfveren die Gabriëlle - Coco - Chanel tot een beroemde mode-ontwerpster maakten.
Het doet er niet zoveel toe wat er precies speelt, als de lezer of kijker maar inzicht krijgt in de motieven van de hoofdpersoon. Pas dan kan hij zich inleven en de verhaallijn volgen. Bij het schrijven van waargebeurde verhalen geldt hetzelfde.
Een serie anekdotes vormt nog geen verhaal.
Een verhaal vereist immers een spanningsboog, die zich ontwikkelt zich rondom een of meerdere thema’s. En die thema’s worden met elkaar verbonden door een ‘leidmotief’: een herhaaldelijk terugkerend element dat voor iets groters staat.
Een scriptschrijver van een film of toneelstuk heeft het in één opzicht gemakkelijker dan een verhalenschrijver. Hij kan zijn verhaal modelleren rondom het centrale thema en alle zaken die voor afleiding zorgen simpelweg weglaten.
Bij een waargebeurd verhaal is dat ingewikkelder. Dat verhaal bevat allerlei zijpaden, die helemaal niets te maken hebben met het centrale thema maar toch voor de verteller van belang zijn.
Toch dient de schrijver dat centrale thema boven alles in de gaten te houden. De rode draad moet zichtbaar blijven, omdat het verhaal daardoor kracht krijgt. Hoe kom je zo’n thema op het spoor?
1. Let op het keerpunt
Zoek naar veranderingen en beslissende momenten in iemands verhaal. Is er een sleutelmoment in het verhaal te ontwaren?
Je hoofdpersoon vertelt bijvoorbeeld over de suikerbieten en de tulpenbollen, waarmee hij de Hongerwinter overleefde. Sindsdien gooit de hoofdpersoon nooit meer restanten voedsel weg. Dat is een ingrijpende gebeurtenis in zijn leven geweest.
2. Speur naar symbolen
Zoek tijdens de gesprekken naar symbolen, die het motief weergeven. De boot van de man die zijn hele leven op zoek is naar vrijheid, bijvoorbeeld.
3. Onderzoek waarden en normen
Onderzoek de waarden en normen van je gesprekspartner. Wat heeft iemand van thuis meegekregen? Waarom doet iemand wat ie doet? Soms doen mensen uitspraken over hun leven met een algemene strekking, zoals: “Ik kon vaak dingen niet, maar ik zette er wel mijn tanden in om het toch voor elkaar te krijgen."
Dan heb je een duidelijk aanknopingspunt te pakken.
Deze ingrediënten zijn de bouwstoffen voor sleutelmomenten.
Als je gaat schrijven geef je de scènes met deze sleutelmomenten extra aandacht. Daarom beschrijf je deze passages met veel sfeer en met oog voor detail. De verbindende stukken tussen deze sleutelmomenten kun je met meer afstand beschrijven.
Zo ontstaat er een afwisseling tussen in- en uitzoemen, wat verschil in tempo en sfeer oplevert.
Dat geeft het verhaal spanning en samenhang. In plaats van een losse aaneenschakeling van anekdotes ontstaat zo een verhaal met een kop en een staart. De hoofdfiguur maakt een ontwikkeling door, die de lezer tot het eind zal blijven boeien.