Fransien Bal verwondert, verbeeldt en bezielt
Fransien Bal is beeldend kunstenaar. Ze laat zich leiden door verwondering, verbeelding en bezieling. Vol gedrevenheid onderzoekt ze wat er kan ontstaan, zelf en met andere kunstenaars.
Waar kom je vandaan?
“Mijn hele leven vis ik al pareltjes op: materialen uit de natuur, restanten papier, verloren voorwerpen en nog veel meer. Ik heb een oog voor wat er vergeten op straat ligt, op het strand of in het bos.
Deze kleine schatten zetten mijn verbeelding in gang. Wat achteloos achtergebleven was, geef ik nieuw bestaansrecht in werken als mijn Restoricals. Ze hebben hun eigen schoonheid waar anderen vaak aan voorbij gaan.
Het lijkt op de talenten van mensen die vaak niet gezien worden. Voor mijzelf was het niet vanzelfsprekend dat ik mijn talenten kon ontplooien, want mijn ouders dachten met hun goede bedoelingen dat ik als kunstenaar nooit in mijn bestaan kon voorzien.
Voor mij is het belangrijk om de vrijheid te hebben om te creëren en mijn verwondering de vrije ruimte te geven.
Soms behandel ik de vergeten materialen als een archeologische vondst, andere keren schik ik ze opnieuw of combineer ze met andere vondsten. Ik onderzoek hoe ik grenzen kan verruimen tussen wetenschap en kunst. Ik geef hints naar de archeologie en de botanica.
Alleen al de puurheid van deze vondsten trekt mijn aandacht, gewoon zoals ze zijn. Ze wekken ook mijn nieuwsgierigheid op. Wat is nog meer ongezien of ongehoord gebleven? Wat zit er achter hun verhaal? En hoe kan ik hun verhaal verder vertellen?
Ik laat een stukje van hun ziel zien, breng voorwerpen met elkaar in contact en blaas vergeten materialen weer tot leven. Het liefst laat ik me daarbij verrassen door onverwachte wendingen, waardoor de kunstwerken anders uitpakken dan gedacht.
Zo heb ik vondsten gearrangeerd op een paneel, waar twee jaar lang stof op is gevallen. Er zijn afdrukken ontstaan op het paneel, zodat hun verhaal op een nieuwe manier verteld wordt. De beeldcomposities kun je lezen als muziekschrift.
Door het vrij te geven, ontstaat er iets nieuws. Als mensen iets van die energie voelen of ontroerd raken door de pure schoonheid, dan ben ik geslaagd in mijn werk.”
Waar ben je nu?
“Bezieling is voor mij van groot belang. Ik werk aan een groot kunstwerk Overstijgen, dat ik helemaal opbouw van lichte ganzen- en zwanenveren, die ik zelf jarenlang verzameld heb. Het is puur en verstild. Daarbij gebruik ik uitsluitend veren van vrije vogels, want bij dieren uit de bio-industrie is de ziel eruit. Ik wil zo schoon mogelijk werken.
Aan dit kunstwerk kan ik ongelooflijk geduldig werken. De opbouw vraagt veel tijd, dus ik geef mezelf de ruimte om er lang mee bezig te zijn.
Daarnaast heb ik ook een speelse kant, met snelle acties en creaties. De laatste tijd krijgt dit vorm in tekeningen van gevonden taal, klanken die ik verbeeld zoals ik ze opgevangen heb.
Ik zoek naar het onverwachte en wil daarmee ook andere mensen prikkelen. Daarbij doe ik wat mijn hart me ingeeft en laat open waar het naar toe gaat. Dat doe ik elke keer opnieuw vanuit dezelfde nieuwsgierigheid: wat is er nog meer? Dat onderzoek gaat altijd door.”
Waar ga je naar toe?
“De weg als kunstenaar is niet gemakkelijk, mijn werk is wel verrijkend. Ik geniet als mensen iets van die energie voelen, ontroerd raken door de pure schoonheid of zich een onderdeel voelen van iets groters.
Daarbij blijf ik bij het verwonderde kind in mezelf dat op precies dezelfde wijze reageert als toen ik klein was.
Ik voel oneindige mogelijkheden tot creëren. Mijn leven is te kort om dat allemaal uit te voeren. Alleen al een woord kan zoveel mogelijkheden bevatten en roept zoveel associaties op.
Nu ik 54 ben, is het tijd dat mijn werk voluit de wereld in gaat. Ik mag vragen om hulp en anderen met elkaar in contact brengen. Ik wil niet alleen creëren, maar ook mensen bereiken met mijn werk.
We zijn daarom bezig met de oprichting van een stichting die me daarbij gaat ondersteunen. Mijn ideaal is het formeren van een team, dat me allerlei werk uit handen neemt.
Ik wil me meer focussen op de kunstwerken waar ik nu aan werk: installaties maken, fotograferen, mijn beeld afronden, samenwerkingsverbanden met andere kunstenaars aangaan. Dat is hard werken, maar ook genieten.
Ik ben in mijn element als ik kan creëren en als ik anderen met hun talenten kan laten schitteren. Iedereen heeft een eigen klank en kleur en zou mogen uitdragen wat in zijn of haar vermogen zit.
Ik ben blij dat ik de moed heb gehad om musici, kunstenaars of andere mensen uit te nodigen om met hun talenten te reageren op mijn werk. Met hun talenten geven zij de energie die in onder andere in de werken Restoricals verscholen zit, een nieuwe uitingsvorm.
Mezzosopraan Caja van der Werff heeft bijvoorbeeld magische muziek gemaakt bij een van mijn installaties. Ook verklankte zij met haar stem een aantal van mijn tekeningen als onderdeel van de Restoricals.
Klankdichter Jaap Blonk ging helemaal los met mijn gevonden taal. Deze cross-over van materie, muziek en beweging noem ik MusiVisueleTaal. Michiel Keller filmt de reacties op mijn werk en maakt hier een documentaire van. Ik droom van samenwerking met een oudheidkundig of letterkundig museum.
Vormen worden klanken, beweging of een nieuwe taal.
Door die wisselwerking ontstaan weer nieuwe associaties. De vorm wordt weer open door er een nieuwe vorm aan toe te kennen. Op die manier wordt het verborgene weer zichtbaar. Er valt nog veel meer uit te halen, denk ik dan.
Ik wil eruit halen wat erin zit en op die manier bezielen, zoals ik ook doe met de installatie waar ik aan werk. Zo zijn we scheppers in een verhaal waar nooit een einde aan komt.”