Hoe je lezer gebiologeerd raakt door je tekst
Ik lees graag, maar slappe teksten zonder dynamiek boeien me niet. Voor je lezer geldt precies hetzelfde. Ontdek hier hoe je lezer wel móet doorlezen en gebiologeerd raakt, simpelweg omdat hij niet anders kan.
Een vos speurt naar zijn prooi. Een konijn is voortdurend alert op gevaar en weet waar hij heen kan vluchten. Om te overleven zijn ze allebei continu waakzaam.
Zo werkt hun primitieve brein (ook wel het reptielenbrein genoemd), dat 500 miljoen jaar geleden tot stand is gekomen.
Wij hebben ook een reptielenbrein: het deel van onze hersenen dat onze ademhaling, bloedsomloop en temperatuur automatisch regelt, maar ook de andere meest primitieve functies die nodig zijn voor ons voortbestaan. Het is een automatisch systeem dat ons beschermt en het voortbestaan van de menselijke soort zeker stelt.
Dit deel van onze hersenen heeft een sterk gevoel voor drama. Het scant voortdurend de omgeving af, op zoek naar risico's, gevaar en kansen.
Hersenen aanbidden gevaar
Dankzij deze focus weten we onze weg te vinden in de jungle van informatieprikkels die de hele dag op ons af komen. We vragen ons voortdurend af: is dit belangrijk voor mij? Moet ik dit onthouden? Is dit belangrijk in het behoud van mijn voortbestaan?
Op die manier werken we ons door de informatiebrij heen. Zonder gevaar is een informatieprikkel eenvoudig te negeren.
Er zit simpelweg te weinig in wat van belang is. Hoogstens denken we: dat komt later wel. Maar als we het uitstellen, denken we er meestal helemaal niet meer aan.
Wat gaat er fout bij teksten?
Nu weet je ook wat er fout gaat bij veel teksten die in organisaties geproduceerd worden. In veel van die teksten is simpelweg geen sprake van gevaar of enig ander conflict. Het zijn de zouteloze artikelen die in bedrijfsmagazines staan of in andere officiële uitgaven. In deze teksten is het altijd mooi weer. Er staat niets op het spel.
En er is aan het einde van het 'verhaal' (dat deze naam wat mij betreft niet waardig is) niets veranderd. En dus laten we deze teksten grotendeels langs ons heen glijden. Het 'doet' ons simpelweg niets.
In de volgende drie stappen toon ik je hoe je je lezers vastplakt aan je tekst, zodat ze je verhaal ingezogen worden.
1. Richt je volledig op het probleem
Heb je de opdracht om een nieuwe werkwijze te beschrijven? Dan is er ook een aanleiding om de werkwijze te veranderen. Hoera, een conflict! Bedenk welke hindernissen er zijn bij je onderwerp, wat dat onderwerp ook is.
Zet dat probleem centraal in je tekst. Wat was het moment dat je hoofdpersoon het niet meer zag zitten? Dat is het moment dat zijn wereld uit balans raakt. Je zet hiermee je lezer op scherp. Want je lezer is nu razend benieuwd hoe die balans weer hersteld kan worden.
2. Verscherp tegenstellingen
Loop je tekst door en kijk waar je tegenstellingen kunt toevoegen of versterken. Schilders zetten complementaire kleuren tegenover elkaar of werken op andere manieren met contrasten.
Dat kan in teksten ook: zet koud tegenover warm, pijn tegenover verlichting, nieuw tegenover oud. Hoe scherper en krokanter, hoe interessanter en betekenisvoller.
3. Speur naar het innerlijke conflict
Je vindt obstakels in omstandigheden: de financiële crisis, een natuurramp of het noodlot. Het meest interessante conflict zit echter niet in de buitenwereld, maar in onszelf: onzekerheden, twijfels en angsten. Wanneer de hoofdpersoon zo'n innerlijk conflict heeft weten op te lossen, is dat voor iedere lezer interessant. Een mens met twijfels, net als hij!
Natuurlijk wil hij weten hoe dit innerlijke conflict opgelost wordt. Want al zijn we gebiologeerd door conflicten, uiteindelijk zoeken we wel een leven dat in balans is.
Maak je teksten gevaarlijk.
Want wie conflicten centraal zet, vertelt een verhaal. Een verhaal dat van begin tot einde gelezen wordt, simpelweg omdat ons primitieve brein het antwoord wil weten. Dat is de kracht van verhalen.
Hoe verwerk jij conflicten in jouw teksten? Laat het me weten.