En toch | Mona Lisa en The Beast

Wat maakt een ervaring zo bijzonder dat hij boven de rest uitstijgt? Is het iets groots, iets uitzonderlijks, iets dat veel geprezen wordt? Of juist iets kleins dat verwondering oproept?

Ik heb op twee meter afstand gestaan van Barack Obama. En ik heb ook ooit Mona Lisa van Leonardo da Vinci in de mysterieuze ogen gekeken. Mijn vraag aan jou: heb je enig idee wat voor mij de meest magische ervaring was? 

Om met Obama te beginnen, mijn ‘treffen’ met de voormalige Amerikaanse president duurde slechts enkele seconden. Ik had in 2014 een perskaart voor de NSS-conferentie in Den Haag, waar Obama de hoofdact vormde. 

Op de laatste dag gaf hij in het zwaarbeveiligde conferentiegebied met premier Rutte een slotverklaring aan de pers over de nucleaire veiligheid in de wereld. 

Ik had echter vette pech bij het bemachtigen van een toegangsbewijs voor de zaal. Er waren 3000 persvertegenwoordigers, terwijl in de zaal maximaal 450 mensen pasten. 

Ik dwaalde door het complex met mijn ziel onder mijn arm. Bijna helemaal alleen.

Wat viel hier nog te beleven?

Buiten zag ik een stuk of vijf mensen langs de weg staan met hun camera in de aanslag. Het waren NSS-medewerkers die verantwoordelijk waren voor de beveiliging. Daar waren ze nu overduidelijk niet mee bezig. Wat was er aan de hand? 

Nieuwsgierig liep ik naar de wachtende medewerkers toe en volgde hun blikken. 

Even verderop zag ik een reeks politiemotoren zacht optrekken. Daarachter volgde een trage stoet met drie enorme gepantserde auto’s, die ons vervolgens op twee meter afstand passeerden. 

De kolossale zwarte auto's zagen er identiek uit, dus ik vermoed dat ze alledrie de bijnaam The Beast droegen.

In één daarvan zat Obama.

Ik zal nooit weten welke, want alle ramen waren geblindeerd. De beveiligingsmedewerkers naast me waren enorm opgewonden en namen foto’s voor het thuisfront. Het had mij compleet overvallen, dus ik kon alleen in de haast nog een snapshot maken. 

Maar de thrill om zo dicht bij te zijn geweest voelde ik wel! 

Hoe anders is het als je naar Mona Lisa gaat kijken in het Louvre, het grootste en drukst bezochte museum ter wereld. Je moet je een weg door de menigte banen om bij de beroemde dame te belanden. 

Vervolgens blijk je over tien rijen mensen heen te moeten kijken, die allemaal hun unieke moment met haar proberen te vereeuwigen op een selfie. 

In de verte zie je haar op een klein schilderij, opgesloten in een veilige vitrine. Het doet je eigenlijk teleurstellend weinig, de ontmoeting met deze Italiaanse schoonheid. 

Je hebt haar al zo vaak gezien op reproducties en in allerlei karikaturale varianten, dat de confrontatie met het schilderij in deze menigte nauwelijks iets toevoegt.

Twee beroemdheden, twee totaal verschillende belevingen.

Ik denk dat voor mij de verrassing bepalend is geweest voor welke ervaring er bovenuit stak. Het onverwachte bood de meeste magie. 

Obama heb ik niet eens kunnen zien, en toch was die ervaring vele malen indrukwekkender dan het bekijken van de dame met de beroemdste ogen ter wereld. 

Bij de battle tussen Mona Lisa en de gepantserde auto met daarin Obama wint The Beast.  





N.B. Ik schreef in 2014 een serie blogs over de NSS-conferentie. De aflevering over Obama lees je hier.