Op de hoge duikplank

Als scholier wist ik behoorlijk goed wat ik wilde: een baan in de journalistiek. Dat stond voor mij gelijk aan schrijvend een bijdrage leveren aan een betere wereld.

Tegelijkertijd maakte ik me serieuze zorgen over de uitvoerbaarheid van die droom. Ik was niet zo’n extraverte tafelspringer die zijn neus overal instak. 

In tegendeel, ik was zelfs te schuchter om me aan te melden voor de redactie van de schoolkrant. 

Hoe kon ik dan ooit beroemdheden onder de kin kietelen of belangrijke beslissers het vuur aan de schenen leggen? Of op reportage gaan in gebieden met hongersnood?

Toch beleefde ik een zachte landing in de journalistiek.

Achteraf gezien denk ik dat mijn keuze precies paste bij de behoefte die ik toen voelde: de wereld verkennen en erover schrijven. Verwonderen, waarnemen en beschrijven hoe de wereld in elkaar zat, dat werd een tweede natuur voor mij. 

Buiten mijn vertrouwde bubbel kwam ik in contact met allerlei zonderlinge types die buiten de maatschappij stonden. Met mensen aan de onderkant van de samenleving en met miljonairs.

Eigenlijk met alles dat niet-doorsnee was.

Opvallend genoeg voelde dat als een veilige manier om de wereld beter te begrijpen. Ik voelde geen angst om buitengesloten te worden, want ik stond zelf niet in de arena. 

Dertien jaar geleden begon ik met het schrijven van persoonlijke verhalen. Opnieuw paste dit erg goed bij wat ik zelf te ontdekken had. Ik kon me volledig verdiepen in andere mensen en hun drijfveren. Echt contact maken, goed luisteren en verhalen van anderen verwoorden. 

Twee jaar geleden nam ik weer een andere afslag. Ik werd coach, mentor en (online) trainer. Deze keuze sluit opnieuw naadloos aan bij wat ik nu te leren heb: vormgeven aan mijn eigen autonomie.

Ik schrik regelmatig terug, want nu sta ik op de hoge duikplank.

Wiebelig en zichtbaar. Het voelt kwetsbaar om openhartig over mezelf te schrijven. De oude angst om genegeerd en buitengesloten te worden zit er nog steeds. En vanuit deze rol kan ik geen waarnemer meer zijn. 

En tegelijkertijd voel ik dat het niet anders kan. Ik ben zoals ik ben. 

Schrijven blijft een perfecte manier om dat verhaal helder te krijgen. Wanneer je zelf je verhaal opschrijft en erover nadenkt, wordt het ook je eigen verhaal. 

Daarom vind ik het ook zo mooi om daar mensen bij te begeleiden en hun durfspieren op te rekken.

Hoe voelt het voor jou om jezelf te zijn? En is schrijven voor jou daarvoor ook een springplank?