Geweldig, die schrijvers die hun teksten telkens een creatieve twist weten te geven. Lees hier hoe jij ook verrassende kleefwoorden toepast, waarop je lezer graag blijft sabbelen.
Laatst ontdekte ik het woord sniffhanger. Een 'net-niet-nies' is een mooie vertaling, maar het Engelse woord is natuurlijk nóg sprekender vanwege de hint naar cliffhanger.
Zo’n woord brengt iets teweeg in mijn hersenen. Er springt een vonk over, die soms mijn hele wereldbeeld doet kruien. Ik word daar onnoemelijk blij van.
En dat geldt ook voor lezers.
Deze woorden doen dienst als breinbinders.
Ze laten je lezer verlangen naar meer. Met deze woorden heb je dus goud in handen: kleefwoorden werken verslavend. Al moet je - net als met alle verslavende spullen - uiteraard oppassen met de dosering. Strooi ze als chocoladekrullen op de taart, bouw er geen zwaar chocoladebaksel van.
Op het eerste gezicht lijkt het lastig om zo te schrijven.
Iets dat alleen weggelegd is voor de grote goden der schrijfkunst. Toch kan je jezelf hierin trainen. Hierbij mijn tips:
1. Leer iedere dag een nieuw woord
Sla het woordenboek bijvoorbeeld open op een willekeurige pagina en zoek een woord dat je nog niet kent. Of neem een abonnement op Woordpost van Onze Taal en ontvang iedere dag een mail over een ongebruikelijk woord uit de actualiteit.
2. Bestudeer namen van planten en dieren
Verdiep je in de namen van vogels, bomen, insecten, enzovoorts. Dat helpt je om precies en daardoor sprekender te schrijven: geen boom maar iep, geen struikgewas maar vlierbessen, geen strandvogels maar stormmeeuwen.
3. Organiseer je eigen voorproeverij
Begin te schrijven over je onderwerp in een logboek, waarbij je eerste invallen, afspraken en citaten noteert. Dat helpt bij het zoeken naar een vorm, voor te proeven en te schiften. Door te schrijven roep je gedachten en formuleringen op, die later bruikbaar zijn.
4. Verzamel woordschatten
Verzamel opmerkelijke woorden uit uiteenlopende teksten en bewaar ze voor later gebruik. Wees een parelvisser, die overal juweeltjes opduikt.
Geeuwhonger. Kwinkslager. Hoopverlener. Ontsokkelen. Pechdemper. Out-of-the-lunch-box.
5. Beluister dialogen
Spits je oren bij dialogen om te ontdekken hoe mensen tegen elkaar praten en welke woorden ze daarbij gebruiken. Gebruik de levensechte zinnen in je teksten.
6. Leer van grote schrijvers
Lees boeken, artikelen en columns van schrijvers die je bewondert. Ontdek bij je favoriete schrijvers waarin hun (aantrekkings-)kracht precies schuilt. Welke technieken passen zij toe? En wat past ook bij jou?
7. Bouw clichés om
Ons brein gaat uitgekookt te werk en negeert clichés, zoals ‘een doorn in het oog’ of ‘tranen met tuiten’. Een kwestie van energiebesparing voor het brein: je hersenen kennen deze uitgesleten beelden namelijk al en hebben ze als ‘ongevaarlijk’ gelabeld. Dat schiet niet op als je je lezer wilt raken.
Gebruik daarom zoveel mogelijk je eigen woorden, bouw vaste woordcombinaties om tot prikkelende zinnen en zoek naar verrassende combinaties. Of trek een opvallende vergelijking: dan kan je verhaal zo maar gaan vliegen.
8. Ga op expeditie
Bezoek hoogstpersoonlijk de plekken waarover je schrijft: scholen, supermarkten, parken, kantoren, stations. Maak tijdens je expeditie aantekeningen van sprekende details, de sfeer, de mensen, het kabaal. Gebruik die details in je teksten om tot levendige woordkeuzes te komen.
9. Maak een mindmap
Begin je schrijfwerk met een mindmap. Omdat je op een visuele manier over je onderwerp nadenkt, krijg je nieuwe invalshoeken. En ook nieuwe woorden.
10. Verras met bijwoorden
Gebruik bijwoorden om de betekenis van een werkwoord een twist te geven, niet om hetzelfde nog eens te zeggen of te versterken. Laat ook lege bijvoeglijke naamwoorden achterwege, die nauwelijks iets toevoegen aan het zelfstandig naamwoord.
Een succesvolle presentatie bijvoorbeeld. Pas als de presentatie niet succesvol was, is dat het vermelden waard.
Gebruik het bijvoeglijk naamwoord liever om betekenis toe te voegen: alert geduld.
11. Formuleer als een spreekwoord
Varieer op bestaande spreekwoorden of uitspraken: Tussen droom en daad staat een advocaat. Vertrouwen komt te voet en gaat per Twitter. Of maak een variant op een boektitel of filmprogramma: Heel Holland Hyggt.
12. Strooi met zinnenprikkelaars
Kies vooral beelden of woorden die geuren, muziek, geluiden of kleuren oproepen. Daardoor gaat je tekst ineens sprankelen.
De potgrond van de westerse cultuur. Kwarkbaard. Een fiscaal zonnige sluiproute. Snuffelteams. Sluipsuiker.
13. Fabriceer eigen werkwoorden
Iedere Duitser weet wat er bedoeld wordt met Merkelen: een aarzelende, terughoudende reactie op (terroristisch) geweld, verwijzend naar de aanpak van Angela Merkel.
Verbouw zelfstandige naamwoorden tot werkwoorden en verras er je lezers mee.
De kinderen boeven wat af. Het wateroppervlak rimpelde vredig. We struikelen ons allemáál een weg door het leven.
14. Speur naar synoniemen
Zoek naar synoniemen voor woorden die je vaak gebruikt, bijvoorbeeld via synoniemen.net. Leerzaam en inspirerend.
15. Gebruik oude woorden in een nieuwe toepassing
In een nieuwe omgeving bloeien wegkwijnende woorden ineens weer op. Deze woorden verdienen nieuwe toepassingen: jakkeren, apekool, punniken, oempaloempa's.
16. Componeer eigen woorden
Voor nieuwe trends bestaan nog geen woorden. Die verzin je dus zelf.
Korterokjesdenken. Groentenomie. Spullen-obesitas. Earcandy (oorbellen).
17. Verplicht jezelf tot 'gekrakeel'
Geef jezelf een uitdaging door jezelf te verplichten om iedere dag een mooi woord in je tekst te verwerken, dat je niet meer zo vaak hoort. Oefening: brei vandaag eens het woord gekrakeel in je tekst.
18. Neem de tijd
Laat je artikel een dag rusten en kijk er de dag daarna met een frisse blik naar. Maak bijvoorbeeld een wandeling.
Neem in ieder geval een pauze tussen het schrijf- en het redigeerwerk. Je krijgt hierdoor nieuwe invallen voor betere woorden of formuleringen.
19. Lever je uitsmijter aan het einde
Bouw spanning op in je tekst door het sleutelwoord van je betoog/verhaal pas aan het einde van de alinea of slotzin te gebruiken.
Als je op deze manier met je teksten aan de slag gaat, tover je je taal om tot breinvuurwerk (en deze laatste zin is meteen een illustratie van deze tip). Veel succes!