Bouw suddertijd in voor betere ideeën

In een droom hoor je een melodie, die je na het ontwaken snel opschrijft. Je maakt er een tekst bij en neemt het muzieknummer op met je band. Het lied groeit vervolgens uit tot het meest gecoverde muzieknummer aller tijden.

Te mooi om waar te zijn? 

Het is in grote lijnen het verhaal over het ontstaan van Yesterday. Paul McCartney heeft een paar keer verteld dat hij de melodie hoorde in een droom tijdens een nacht die hij doorbracht in het appartement van een vriendin. 

Zo'n idee ontstaat niet uit het niets, hoe fantastisch dat ook lijkt. Je moet er ontvankelijk voor zijn om dat bijzondere moment van inspiratie te beleven. En je moet er voorwerk voor doen. 

Heel veel luisteren, lezen, met andere mensen praten, kunst bekijken, en ga zo maar door. 

Dat is de humuslaag, waaruit je ideeën voortkomen en gaan groeien. En daarnaast moet je suddertijd inbouwen, zodat je de tijd neemt om het zaadje te laten ontkiemen. En dan kunnen er geweldige dingen ontstaan.

Dankzij suddertijd bouw je aan geweldige ideeën

Kun je dat leren? Je kunt in ieder geval de goede dingen doen en het juiste creatieve klimaat scheppen, zodat je het ontwikkelen van ideeën een enorme boost geeft. Het zijn creatieve gewoonten, die voor schrijvers, kunstenaars, musici en andere creatievelingen van cruciaal belang zijn. 

Het gebruik van een notitieboek of bullet journal is hiervoor essentieel. Hou dit boekje altijd binnen handbereik.

Gebruik deze manieren om suddertijd te creëren voor betere ideeën:

1. Gebruik je droomtijd

Lees voordat je gaat slapen over een thema dat je bezighoudt. Een onderwerp waar je over wilt schrijven of schilderen bijvoorbeeld. Of neem nog eens schrijfwerk door dat je al eerder hebt gemaakt, en waar je mee verder wilt. 

Houd dit even in gedachten. Koppel er een beeld aan als dat mogelijk is. Hoe concreter dit beeld, hoe beter. Ga dan slapen. Wanneer je de volgende dag wakker wordt, probeer dan te herinneren wat je hebt gedroomd. 

Wees je bewust van je allereerste gedachten. En schrijf dit meteen op.

2. Vraag je af: hoe kan ik...

Neem nieuwe bladzijde in je notitieboek en schrijf bovenaan de vraag: hoe kan ik... ... productiever werken? ... meer waarde leveren? ... meer rust inbouwen in mijn leven? ... reizen en werken combineren? ... meer tijd doorbrengen met mijn dierbaren? 

Laat de rest van het vel in je notitieboek leeg. Je geeft als het ware je brein de opdracht om er nieuwe ideeën bij te verzinnen. Je vraag werkt als een vergrootglas, waardoor je bepaalde dingen in de wereld om je heen net iets anders bekijkt. 

Andere dingen vallen je op, andere geluiden blijven hangen, andere geuren en kleuren neem je mee en zuig je op als een spons. Door stil te staan bij je vraag word je je bovendien bewuster van je eigen gedachten en belemmerende overtuigingen. 

Deze gedachten en overtuigingen zie je steeds scherper, simpelweg omdat je er aandacht aan besteedt. Gaandeweg vul je de bladzijde in met nieuwe gedachten, vondsten en observaties die in je opkomen. 

Ga daarmee door zolang als er ideeën blijven komen. Uit eigen ervaring weet ik dat er vaak vanzelf nieuwe ideeën bijkomen, als je de eerste ideeën eenmaal op papier gezet hebt.

3. Vraag je af: waarom ben ik...

Deze vraag lijkt op het vorige onderdeel en helpt om jezelf te bekrachtigen. Ook hierbij geldt dat je hersenen vanzelf gaan zoeken naar een antwoord als je jezelf een prikkelende vraag stelt. Zo zijn onze hersenen namelijk geprogrammeerd: ze houden niet van losse eindjes. 

Noteer een overtuiging die je wilt veranderen. Je wilt bijvoorbeeld geen schaarste ervaren, maar de focus leggen op de overvloed in je leven. Noteer daarbij je wens als een waarom-vraag: waarom ervaar ik overvloed in mijn leven? Je gaat er dus vanuit dat de gewenste situatie er al is. 

Enkele andere voorbeelden:

  • Waarom voel ik me zelfverzekerd en dankbaar?
  • Waarom is er overal schoonheid om me heen?
  • Waarom leid ik een vredig bestaan?
  • Waarom ben ik altijd goed zoals ik ben?

Laat deze onderzoeksvragen regelmatig door je gedachten gaan. Draag ze bij je zoals een steentje in je broekzak. 

Zoek niet doelbewust naar antwoorden, maar laat je hersenen zelf op de achtergrond naar oplossingen zoeken. Je legt op deze manier je brein niet de gewenste overtuiging op (zoals bij affirmaties), maar je laat je brein zelf naar bewijzen zoeken. 

Door deze nieuwe focus zul je in de loop der tijd de bijbehorende antwoorden zien en ervaren. Deze manier van kijken is beschreven door Noah St. John in zijn boek The Book of Afformations.

4. Speur naar je inspiratiebronnen

Als je de omstandigheden kent waarbij je gemakkelijk inspiratie krijgt, kun je jezelf sneller weer in die situatie brengen als dat nodig is. Noteer daarom waardoor je geïnspireerd raakt, in welke omstandigheden je dan bent en wanneer dat gebeurt. Noteer ook je leermomenten in je notitieboek.

  • Wie of wat heeft je geïnspireerd?
  • Wat deed je op dat moment?
  • Waar was je?
  • Welke mensen waren er nog meer?
  • Op welk uur van de dag was dat?

Ga aan de hand van je notities na welke patronen erin zitten. Wat leert jouw dat over je inspiratiebronnen?

5. Werk met trage vragen

Trage vragen gebruik je om antwoorden te vinden bij vragen die niet meteen te doorgronden zijn, maar die wellicht wel nieuwe kansen bieden. Je laat de vragen een poosje marineren in je hoofd. Ook hier bouw je dus mijmer-, broed- en suddertijd in. Na enige tijd komen mogelijke antwoorden of oplossingsrichtingen naar boven borrelen. 

Je gebruikt de tijd als metgezel: je accepteert dat ideeën, concepten en besluiten in stukjes en beetjes tot je komen. Hoe doe je dat? Schrijf je vragen eerst op een velletje papier. 

Hang dat velletje op een zichtbare plaats: naast je beeldscherm, in je agenda of een andere vaste plek waar je vaak bent. Bekijk het dagelijks. Je brein gaat ermee aan het werk, zonder dat je er druk op legt. Schrijf invallen direct op in je notitieboek. 

Ook losse flarden of tekeningetjes zijn interessant om te vangen in dit boekje. Het is handig om voor iedere vraag een aparte bladzijde te reserveren, want al gaandeweg zullen je meer invallen krijgen met mogelijke antwoorden of richtingen. 

Aan de hand van je aantekeningen zullen er vervolgens nieuwe beelden ontstaan, die zich uiteindelijk ook in woorden laten vatten. Schrijf die woorden op.

6. Werk aan vage projecten

Soms weet je helemaal nog niet waar een pril idee toe kan leiden. De oplossing: zet het in de week! Houd een aantal pagina’s in je notitieboek vrij voor ‘vage plannen’ en zeker ook ‘overdreven creatieve ideeën’. 

Van die onrealistische projecten die helemaal niet passen binnen je huidige werk, maar die wél leuk zijn. Je brengt je hoofd in stelling, waardoor je idee langzaam vorm krijgt op papier. Het denkwerk gebeurt al voordat het een concrete taak is. 

Zet bijvoorbeeld op papier waar je mee zit, wat je plannen zijn, wat je wilt bereiken of gewoon hoe het met je gaat. Noteer dingen waar je blij van wordt, dingen waar je dankbaar voor bent, dingen die je vaker zou moeten doen, onmogelijke wensen en ga zo maar door. Voeg ook beelden toe om je plannen te versterken. 


Denk aan losse tekeningetjes, mindmaps, ansichtkaarten, uitgeknipte plaatjes of foto’s. De combinatie van teksten en beelden leveren je nieuwe ideeën op. Werk vervolgens in stukjes en beetjes je eigen vragen, losse eindjes en ideeën uit. 

We denken vaak dat we daarbij allerlei anderen moeten raadplegen. Dat is lang niet altijd nodig, want je hebt meer innerlijke bronnen dan je denkt. Door die bronnen aan te boren en op te schrijven bouw je aan je eigen unieke gedachtengoed.

7. Zoek iets nieuws in iets ouds

Pak oude notitieboekjes er regelmatig bij en blader door je eerdere aantekeningen. Zoek niet direct naar de betekenis, maar kijk er losjes naar. Doe dat vanuit diverse invalshoeken. 

Door materiaal tot je te nemen waar je alweer enige afstand toe hebt, ontstaan er waarschijnlijk vanzelf ‘toevallige verbindingen’. Dat zijn bronnen voor nieuwe ideeën. 

Bij mij leidde dat tot het ontstaan van een groots apart project, namelijk de Ideeënschatkamers. Schrijf alle invallen op die bij je opborrelen, ook als het op het eerste gezicht gekke of niet ter zake doende ideeën zijn. 

Maak er een mindmap, tekening of een andere visualisatie van, want je brein is dol op beelden. Hoe meer je alle losse flarden van ideeën, beelden en informatie doorkneedt, hoe beter je het begrijpt. 

Daardoor is het gemakkelijker om verbanden te leggen van allerlei loszanderig materiaal en meer waardevolle ideeën te ontwikkelen. En zo ga je ook van ruwe diamant tot een geweldig concept.   

Iedere persoon heeft bij deze denkmethoden weer zijn eigen voorkeur en stijl.

Misschien werkt het voor jou om er vaste blokken voor in je agenda te plannen. Of werk je graag met een whitebord om je ideeën te laten stromen. 

Hoe werkt dit voor jou? Heb je voorbeelden? Laat me dat weten!