Ilse van der Stoep kwam terug van haar mini-sabbatical op Madeira met een hoofd vol inzichten en een hart dat lichter voelde dan in jaren. Ze had zich laten coachen, laten uitdagen en – misschien wel het belangrijkste – zichzelf toegestaan om haar leven opnieuw vorm te geven.
Op de vraag die haar altijd had beziggehouden - ‘Kun je jezelf een leuk leven bezorgen met Viva-momentjes en lampionnetjes?’ - had ze eindelijk een antwoord gekregen.
Het begon met haar cabaretlied over de paarse glitterjurk.
Een speelse oefening tijdens haar sabbatical, geschreven met een mix van verwondering en lef. Het was gewoon een oefening, niets meer. Maar nu werd het lied opgepakt door een kleinkunstkoor, waarvoor ze een aangescherpte versie schrijft. Haar woorden werden verder geblazen. En dat smaakte naar meer.
Op zondagochtend heeft ze nu haar vaste schrijfuurtje. Ze werkte aan een gedicht voor de 4-5 mei herdenking en maakte een inzending voor de lokale literatuurprijs. En soms, als het tussendoor begon te kriebelen, dan dacht ze simpelweg: Waarom niet? Dan schreef ze tussen haar werkopdrachten door, omdat ze er nu zin in had.
‘Waarom niet’ was haar nieuwe toverspreuk geworden.
Zin om op een terras te zitten? Dan ging ze. Geen zin in een klus? Doorschuiven naar een collega die er enorm blij van werd.
Het geneogram had haar helderheid gegeven: er was drama in haar familie, maar het was niet háár drama.
Haar behoefte aan autonomie was vaak op de proef gesteld. Autonomie en verbinding – twee kernwaarden die leken te botsen. Maar tijdens een oefening met polariteiten voelde ze waar haar sweet spot lag: op weg naar autonomie, gesteund door anderen.
Ze kwam met een werkmissie naar Madeira, maar kreeg veel meer dan dat. Het werd een levensmissie.
Ze durft met een open blik, vrolijkheid en speelsheid naar de toekomst te kijken en is niet meer bang wat anderen ervan vinden. Ze maakt haar creatieve werk belangrijker en zoekt actief haar inspiratiebronnen op.
In haar werkkamer hangen nu slingers en een lampion. Ze straalt vrolijkheid en energie uit. En die ‘waarom-niet’-houding: die gunt ze iedereen.
Ze weet alles met meer vrolijkheid en speelsheid te benaderen.
Dus niet alleen werk, maar ook de mantelzorg voor haar broze vader. Waar ze hem vroeger voorzichtig vroeg naar zijn dag, spreekt ze hem nu met plagerige directheid aan. Hij schatert en noemt haar soms weer ‘verzinnertje’ zoals hij dat vroeger ook deed. Alsof ook hij haar verbeeldingskracht ineens weer opmerkt en zin heeft om zijn leven leuker te maken.
Die week afstand nemen op Madeira was cruciaal.
Geen mensen meenemen, geen werk dat doordenderde, geen afleiding. Alleen tijd om echt te voelen en te reflecteren.
Het antwoord op haar vraag was een ervaring geworden. Ja, je kunt jezelf een leuk leven bezorgen. En dat doet ze. Elke dag opnieuw.