Begin je vaak vol enthousiasme aan een nieuw project, maar laat je het er halverwege bij zitten? En zeg jij daarom dat je het alleen maar 'probeert'?
Daarmee bouw je alvast ontsnappingsroutes in, want je probeert het immers alleen maar. En die ontsnappingsroutes zijn vaak vermomd als nieuwe afslagen: je pakt gewoon weer een nieuw project op.
Het zit allemaal besloten in dat ene woord proberen. Want hierdoor geef je jezelf alle ruimte om je weer terug te trekken als het moeilijk wordt, bijvoorbeeld bij het ontwerpen van een nieuw aanbod, de start van een opleiding of het schrijven van een boek.
Geldt dit ook voor jou?
Om dit te checken hoef je alleen maar even om je heen te kijken. Als je een brede waaier aan niet-afgemaakte projecten om je heen ziet, dan weet je het wel. De mensen met wie je samenwerkt of je klanten merken meteen als je iets nieuws alleen probeert.
Je straalt geen kracht uit met je verhaal over je plan.
Daardoor pikken mensen feilloos op dat je er niet helemaal voor gaat. Dat het een goedbedoelde poging is, maar niet meer dan dat. Proberen is vaak: er niet vol voor gaan.
Je eigen hersenen merken het ook.
Als er een ontsnappingsroute bestaat, zijn je hersenen niet bezig om jouw plan tot een daverend succes te maken. Ze richten zich op mogelijkheden om jou snel terug te trekken, want onze hersenen vinden nieuwe dingen eng.
Deze manier van proberen heeft dus weinig zin als je echt iets gedaan wilt krijgen.
Toch heeft proberen nog een andere kant. Proberen is namelijk ook experimenteren en testen, op een speelse manier. Je hebt plezier in het verkennen van iets nieuws, ongeacht de uitkomst.
Tijd voor wat zelfonderzoek :)
Is het vooral jouw drang tot perfectionisme, waardoor je een spoor van onaffe projecten achter je aan sleept? Dan helpt precies die speelse houding je enorm vooruit om nieuwe ontdekkingen te doen.
Bevrijd je dus van te veel perfectionisme. Probeer zomaar wat en speel ermee. Maak bijvoorbeeld bewust iets half af en ervaar wat er gebeurt.
Dan lonkt voor jou ook het avontuur.