
Hoe schrijf je een goede column? Wat ik leerde van Eva Hoeke
Hoe schrijf je een goede column? Dat vroeg ik me af toen ik aanschoof bij de workshop columns schrijven van journalist en columnist Eva Hoeke. Ik dacht dat ik de regels wel kende: puntig, grappig en eindigend met een stevige uitsmijter. Maar juist daar liet Eva me iets belangrijks zien. Het geheim zit in het klein kijken.
Met mijn tas halfopen en een excuus over vertraagde treinen schoof ik vorige week aan bij de workshop columns schrijven van Eva Hoeke, bekend van haar vroegere columns in Volkskrant Magazine en tegenwoordig zelfstandig columnist.
Ik leek Bridget Jones wel: stuntelig, net te laat, maar vastbesloten er toch nog iets van te maken. Deze beginscène zou zelfs de gedroomde aanzet kunnen zijn voor een geinig stukje.
Voor ons stonden koffie en koekjes, later kwam de beloofde chocola op tafel. De ideale setting voor een huiselijke workshop over columns schrijven: een keukentafel en een trainer die feilloos weet aan te wijzen wanneer een column briljant is en wanneer je verzandt in pathetiek.
Ik dacht dat ik wel wist hoe een column in elkaar zat.
Puntig, speels, met een mening die er niet omheen draait. Met pech op pech, een laagje overdrijving erover heen, de overtreffende trap aantikken.
En liefst eindigend met een ferme uitsmijter: hoe dramatischer, hoe beter. In mijn hoofd klonk dat als de enige manier om lezers vast te houden: groot uitpakken, met woorden in neonletters.
Tot Eva tegen ons zei: “Houd het klein. Je hoeft niet te schmieren.”
Dat trof me.
Want schmieren betekent 'groot uitspelen'. In een comedy met Bridget werkt het, maar in een column leidt iets overdreven neerzetten al snel tot effectbejag.
Eva liet zien dat de kracht van de ‘columnistiek’, zoals zij dat noemt, ergens anders zat. Niet in uitvergroten tot een circusact, maar in terughoudendheid. Het kwartje valt niet omdat je er met een moker op slaat, maar omdat je zacht licht werpt op iets kleins en alledaags.
Nu probeer ik anders te kijken naar dat minieme alledaagse.
Naar de kruimels op tafel. Het borrelen van overkokend pastawater. Van die gewone dingen die vaak ongemerkt voorbijgaan, maar die in een column ineens tot leven komen.
Alles kan, zolang je er maar een inzicht aan vastknoopt. Want juist dat vonkje tilt ook je lezers mee omhoog.
Die middag bij Eva leerde ik dat je niet op tafel hoeft te springen om gehoord te worden. Integendeel: hoe kleiner je schrijft, hoe groter het kan voelen. Als columnisten hebben we alleen deze taak: scherp waarnemen, de juiste woorden vinden en er chocola van maken.