"Ik wil heel graag mijn eigen stijl vinden bij het schilderen", hoorde ik mezelf vertellen.
Waarop mijn twee gesprekspartners zich verbaasd afvroegen: hoezo dan?
Waarom is een eigen stijl zo belangrijk voor je?
Goede vraag. Dit vraaggesprek vond plaats bij een opdracht over goede vragen stellen bij een opleiding die ik laatst volgde.
Hun welgemikte vragen, die waren het probleem niet. Van het niveau koetjes-en-kalfjes stootten we onmiddellijk door naar het niveau wezenlijke vragen. Heerlijk. En nu lag ie dus voor mij op tafel: waarom vond ik het dan zo belangrijk om niet alleen lekker te schilderen, maar ook iets te creëren dat mijn persoonlijke handtekening draagt?
De vraag legde iets bloot waar ik nog niet bij kon.
"Waarschijnlijk om dezelfde reden als bij schrijven", zei ik. Schrijfwerk met een persoonlijke stijl laat zien wie het geschreven heeft en waarom. Met verschillende lagen, die afgepeld kunnen worden. En waarbij dan weer nieuwe lagen zichtbaar worden.
Schrijven is schilderen met eigen woorden.
Je proeft aan het taalgebruik hoe schrijvers in het leven staan. Of ze de omgeving in zich opnemen en wat voor soort details ze dan waarnemen. Of ze van abstract houden of juist van figuratief.
Geïnspireerd door het vraaggesprek ging ik afgelopen weekeinde na lange tijd weer schilderen. Ik liet de verf vrij over het papier gaan, poetste stukken weg en plakte er stukjes kleurrijk papier op. Zo heb ik een hele serie portretten geproduceerd.
Half-fabrikaten, waarbij het plezier voorop stond.
Mijn schilderwerk is niet al te precies, zag ik. Ik houd van buiten-de-lijntjes, spetters en veel kleur. Die stijl (en eigen stem) heb ik dus al lang. Het komt gewoon naar boven als ik onbekommerd mijn gang ga.
Hoe zit dit voor jou? Wat gebeurt er als je gaat waar de woorden gaan? Of juist als je de penseelstreek volgt?