Hoe zet je een verhalenbank op?
Naar verhalen luisteren is één ding, maar zonder vastlegging vergeet je deze verhalen weer. De kunst van storytelling is dan ook om een verhaal te herkennen en het vast te leggen, zodat je er in een later stadium op terug kunt vallen.
Maak daarom een bestand – bijvoorbeeld in Word of Excel, of in een apart notitieboek – waarin je al je verhalen vastlegt. Deze verzameling staat bekend als Verhalenbank of Verhalencatalogus. In zo’n bestand kun je snel momenten en fragmenten terugvinden als je die ergens voor nodig hebt, zodat je diverse soorten verhalen kunt toepassen.
Het idee achter de Verhalenbank is eenvoudig: Schrijf alle verhalen op die bij je resoneren en bewaar ze voor later gebruik. Noteer het verhaal zo losjes en natuurlijk mogelijk, met de woorden zoals het aan je verteld is of zoals je het zelf zou vertellen. Gebruik de Verhalenbank om een passend verhaal te zoeken op het moment dat je een verhaal nodig hebt.
Welke verhalen verzamel je dan?
- Verhalen die een bepaalde werkwijze illustreren.
- Verhalen die de noodzaak van een verandering in beeld brengen.
- Verhalen van eindgebruikers.
- Verhalen uit je persoonlijke leven die een keerpunt of belangrijke beslissing illustreren.
- Verhalen over de totstandkoming van een vernieuwend idee.
- Verhalen van anderen die je op een of andere manier raken.
Op zoek naar verhalen in je geheugen
Je persoonlijke geschiedenis is een grote bron van interessante verhalen. Vaak proberen we gebeurtenissen uit het verleden chronologisch te herinneren, maar er zijn nog meer manieren om verhalen op te roepen die weggezakt zijn in je geheugen. Ga zitten met een stuk papier en noteer woorden die belangrijk voor je zijn: mensen, plaatsen en dingen die je leven hebben gevormd.
# Welke mensen zie je voor je?
Verhalen gaan altijd over mensen, die op hun beurt weer verbonden zijn met conflicten, vriendschappen, bekentenissen, veranderingen en emoties. Schrijf je naam in het midden van het papier en begin met het tekenen van diverse soorten relaties: familie, vrienden, collega’s, enzovoort.
Telkens wanneer je een verbindingslijn trekt tussen jou en iemand anders, denk je na over jullie relatie, de emoties, de gebeurtenissen. Schrijf die kort op.
# Welke plaatsen zijn belangrijk voor je?
Denk aan de huizen waar je gewoond hebt. De plekken waar je vroeger graag kwam of juist niet. Vaak krijg je dan ook snel toegang tot de bijbehorende verhalen.
Wees zo specifiek als je kunt bij het oproepen van plaatsen die voor jou belangrijk zijn: de gangen van de middelbare school, het voetbalveld, die berg, de spreekkamer van de oogarts, de kinderboerderij – wat dan ook.
Gebruik je verbeelding om door elke locatie, buurt en kamer te lopen. Als je deze bewegingen in je hoofd opnieuw maakt, worden sluimerende scènes, geluiden en geuren geactiveerd. Hierdoor komen lang vergeten herinneringen weer naar boven.
# Welke voorwerpen hebben een betekenis?
Bepaalde voorwerpen koester je niet voor niets, want er zit vaak een verhaal aan vast. Welke voorwerpen zijn dierbaar voor je? Of welke voorwerpen waren dat in het verleden? Welke auto’s? Welk speelgoed? Let op objecten of items die een symbolische betekenis in je leven hebben: cadeaus, prijzen, boeken of sportmedailles. Ga na wat ze voor je betekenen.
# Waar worstelde je mee?
De vraag waar je mee worstelde (of nog steeds worstelt) betekent dat je een uitdaging had, waar je een oplossing voor moest vinden. Waar had je lef voor nodig? Hoe ben je hiermee om gegaan en wat heeft het je geleerd? Waar ben je trots op?
Zaken waar je trots op bent, hebben vaak extra inspanning gevergd. Wat ging eraan vooraf en wat maakte dat je (uiteindelijk) daarin slaagde? Schrijf alles zoveel mogelijk op wat hierbij naar bovenkomt, want je weet op het eerste gezicht nog niet of het belangrijk is. Wees specifiek. Houd je aan de feiten, vermijd interpretaties, oordelen en conclusies.
Manieren om verhalen vast te leggen
Leg de verhalen vast op de manier die jou het beste past. Het kan een dagboek zijn of een spreadsheet met samenvattingen. Je kunt hierbij categorieën gebruiken om te sorteren op situatie, thema, stemming of betekenis. Gebruik een indeling die voor jou het meest logisch is.
Schrijf de verhalen kort en bondig op, bijvoorbeeld in een Excel-sheet of gebruik een eenvoudig Word-document.
- Leg in het verhaal basisinformatie vast, zoals de tijdstip en de plaats waar het verhaal zich afspeelt. Zo weet je zelf waar en wanneer je het verhaal verzameld hebt en wat de context was.
- Beschrijf bij ieder verhaal de aanleiding (het begin), de gebeurtenis of ervaring (de kern) en de betekenis die jij aan de gebeurtenis geeft. Hoe je met een kleine twist iemand op een ander spoor kunt zetten, bijvoorbeeld. Of ‘krachtig omgaan met verlies’.
- Noteer de bron van het verhaal: wie heeft aan jou verteld? Of waar heb je het zelf meegemaakt?
- Noteer enkele trefwoorden om aan te geven waar het verhaal voor jou over gaat. Met deze trefwoorden kun je een bepaald verhaal later gemakkelijker terugvinden.
- Let op verhaalelementen: karakter, probleem, doel, conflicten, climax, sleutelmoment, resultaat. Als je dit noteert bij je verhaal, zal je alertheid op goede verhalen met sprongen toenemen.
Noteren en labelen hebben belangrijke voordelen. Je gaat namelijk gerichter luisteren om een goed verhaal op te sporen dat bij jou resoneert. Zo ontdek je welke thema’s jou bezighouden.
Bovendien leg je hiermee ankerpunten in je brein: je creëert kapstokken waar je je verhaal aan ophangt. Bij het thema ‘verlies’ denk je zo snel terug aan het bijbehorende verhaal. En uiteraard heeft opschrijven ook het voordeel dat je gericht een geschikt verhaal kunt terugzoeken in je verzameling.
Manieren om verhalen te verrijken
Markeer of het gaat om een ‘belangrijk moment’ (een verhaal over een ontdekking, een mijlpaal, een beslissend moment), een ‘oorsprongverhaal’ (over jouw drijfveren, de ontdekking van je inspiratiebronnen, ontmoetingen met gangmakers), een ‘leerverhaal’ (over een belangrijk leermoment) of een ‘visieverhaal’ (over jouw overtuigingen en jouw visie).
Blader regelmatig terug en kijk of je rode draden ziet in je schrijfsels. Markeer deze rode draden eveneens met trefwoorden. Kijk of je een aantal losse gebeurtenissen ontdekt die samen de basis vormen voor een belangrijk groter verhaal. Dat is een verhaal waar je steeds weer op terug kunt komen.
Verhalen uit je verzameling delen
Gebruik je verhalenbank om een geschikt verhaal te vinden voor een artikel, een pitch, een toespraak of een voorbeeld dat je met een coachee wilt delen. Let bij de keuze van je verhaal op je publiek. Een verhaal kan de ene persoon ontroeren en de ander hevig verontrusten of grote woede oproepen.
Bedenk van te voren wie de mensen zijn die jouw verhaal straks horen. Waarin is je publiek geïnteresseerd? Waar maken zij zich druk om? Wat raakt hen? Verdiep je in hun uitdagingen en obstakels. Beslis op basis daarvan welke verhalen daar het beste bij passen.
Als je publiek op zoek is naar manieren om te leren van fouten, met welk verhaal kun jij je publiek dan inspireren? Heb jij iets soortgelijks meegemaakt? Welke obstakels heb je zelf overwonnen?
Kies zoveel mogelijk een persoonlijk verhaal, dat iets onthult over je eigen kwetsbare kant. Daarmee verbind je jezelf met het publiek en herinner je ons eraan dat we allemaal mensen zijn met onze eigen worstelingen.
De verhalenbank als een levend document
Wil je over een grote schat aan verhalen beschikken? Geef jezelf dan de opdracht om iedere dag een verhaal te noteren. Dat kan een eigen belevenis zijn, maar ook een verhaal dat je van een ander gehoord hebt.
Je zult hierdoor (passende) verhalen gemakkelijker herkennen, waardoor je verhaalgevoeligheid verder toeneemt. En dat helpt uiteraard ook om gemakkelijker verhalen te herinneren, precies op het moment dat je ze nodig hebt.