Had jij in je jeugd een onderwijzer met verhaaltalent? Misschien herinner je dan Jan van Schaffelaar nog.
Van Schaffelaar was een imposante maar ook curieuze figuur uit de tijd van de Hoekse en Kabeljauwse Twisten; een onoverzichtelijke burgeroorlog over het recht om Holland te mogen besturen.
Van Schaffelaar had zich met zijn manschappen verschanst in de Barneveldse kerktoren. De belagers eisten dat Van Schaffelaar zich overgaf. Zo ja, dan kregen zijn kameraden een vrije aftocht.
Volgens de overlevering sprong Van Schaffelaar zonder aarzelen van de toren om zijn kameraden te redden. Dat gebeurde op 16 juli 1482.
Van Schaffelaar overleefde het niet.
In de negentiende eeuw werd deze sprong gebruikt als lichtend voorbeeld van opofferingsgezindheid. Maar er zijn ook historici die hem aanduiden als een plunderaar, nog wreder dan andere huursoldaten. Barneveld heeft met dit verhaal nooit veel gedaan, al staat in het centrum wel een standbeeld van Van Schaffelaar.
Maar daarin moet verandering komen.
Barneveld staat tegenwoordig wereldwijd bekend om de kippen en de eieren, maar de gemeente wil niet meer alleen vereenzelvigd worden met de pluimveesector. Daarom wil de gemeente de toren van de Oude Kerk gaan gebruiken om meer toeristen te lokken. De toren moet toegankelijker worden gemaakt voor bezoekers.
Een ander idee is om een speurtocht te maken langs plekken waar Van Schaffelaar zich opgehouden heeft.
Maar vooral moet het historische verhaal rondom de heldhaftige sprong weer nieuw leven ingeblazen worden. Tot nu toe is Van Schaffelaar weinig meer dan een voetnoot in de vaderlandse geschiedenis. Een man over wie bovendien opvallend weinig historische feiten bekend zijn.
De vraag is of hij genoeg tot de verbeelding spreekt om bezoekers nieuwsgierig te maken naar zijn achtergrond.
Het sprongverhaal heeft een linkje nodig naar nu.
Barneveld heeft misschien wel een eigen historische held, maar nog niet een held die een vonkje doet overslaan. Want helden worden niet geboren, ze worden gemaakt op het moment dat het uitkomt.