In de nacht voor vertrek begon het. Een kloppende pijn in mijn kies. Ik lag de halve nacht wakker, en niet alleen van de pijn. Kon ik wel op vakantie gaan of moest ik annuleren?
"Bel nou eerst maar de tandarts", adviseerde mijn echtgenoot. Om 9 uur 's morgens trof ik een vriendelijke assistente, die me aanbood dat ik diezelfde ochtend om half twaalf langs kon komen.
Oei, dat is een dilemma, zei ik.
Dat was namelijk ook precies mijn vertrektijd om tijdig op het vliegveld te arriveren.
Ze overlegde even en kwam met een nieuw tijdstip. Kwart voor elf. Perfect, jubelde ik.
Met koffer en al arriveerde ik bij de tandarts. Mijn eigen tandarts was op vakantie, maar haar vervanger nam uitgebreid de tijd om mijn kies te inspecteren.
De pijn was inmiddels gezakt en de tandarts kon niets vinden, zelfs niet op de foto. Waarschijnlijk een gevoelige zenuw, concludeerde hij. Een ingreep vond hij te drastisch, dus hij adviseerde me om even af te wachten.
Opgelucht vertrok ik naar mijn vakantie-adres. Maar de volgende dag kwam de kiespijn gillend terug.
Koffie of een andere hete drank veroorzaakte een enorme kramp in mijn halve gezicht. Een frambozenijsje was eveneens kansloos. De pijn trok door naar mijn oor en verlamde mijn hele voorhoofd.
Gelukkig kon ik de ergste pijn dempen met een pijnstiller, totdat ik na een uurtje of vier ineens weer een nieuwe pijnscheut kreeg.
Ik maakte me opnieuw grote zorgen.
Was een wortelkanaalbehandeling noodzakelijk? Vielen ook mijn andere vakantieplannen in duigen? Ik miepte en moeilijkte maar door.
Na twee dagen sukkelen met pijnstillers werd ik wakker en bemerkte iets opmerkelijks. Wat gek, ik voelde mijn kies nauwelijks. Later op de dag bemerkte ik wel een kleine gevoeligheid, maar het was niets in vergelijking met de eerdere pijn die ik had moeten doorstaan.
Ik had me het allerergste voorgesteld en had geen moment stilgestaan bij de mogelijkheid dat het ook mee kon vallen. Een gevalletje van overmatige verbeeldingskracht.
Ons brein is de hele dag bezig om ergens een verhaal van te maken.
Daarmee probeert je brein te begrijpen wat je waarneemt of beleeft en of er gevaar dreigt. Helaas zijn dat vaak de meest dramatische scenario's.
Je kunt je brein ook uitdagen om gunstige scenario's te bedenken. Je weet immers vaak gewoon niet hoe het zal lopen. In plaats van de focus op het ergste kun je beter de goede kant op fantaseren en je brein alvast een rooskleurige afloop laten verzinnen.