In de ontvangstruimte van een bedrijfsgebouw zat ik eens te wachten op een expert voor een kennismakingsgesprek. Via de openstaande deur hoorde ik hoe ze in een andere kamer iets zei tegen een vrouw met wie ze samenwerkte.
We hadden elkaar nog niet eerder persoonlijk ontmoet, maar ik herkende haar stem van ons eerdere telefooncontact. Dragers van rode schoenen vond ze altijd zo aanstellerig, vertrouwde ze haar gesprekspartner toe. Zo van: ‘Kijk mij nu eens met mijn rode schoenen’.
Ik keek naar beneden en zag mijn suède laarsjes.
Aardbeienrood.
Met een rode kleur val je op. En sommige mensen vinden daar wat van.
Het is een belabberd gevoel als je klaar zit om een waardevol idee te presenteren, maar je beoordeeld wordt op je outfit. Of als je een geweldig idee hebt, maar niemand met aandacht luistert.
Nu kan ik hier een betoog houden over de manier waarop we te snel mensen in hokjes stoppen op basis van hun uiterlijke verschijning. Dat is hoe het vaak werkt, want dit is voor je brein de makkelijkste route om snelle inschattingen te maken.
Dat is echter niet het punt waar ik heen wil. Ik wil juist benadrukken hoe leuk het is om uitgesproken te zijn in je presentatie, met schoenen of wat anders. Het zijn vormen van creatieve expressie.
Het laat zien dat je uitgesproken durft te zijn. Het benadrukt je eigenheid, oftewel je authenticiteit. Oók als mensen daar iets van vinden.
Het leven vraagt om mensen met lef.
Ik werk daarom het liefst met bevlogen professionals die voor uitdagingen staan om van de wereld een betere plek te maken. Samen pionieren we om te doen wat nodig is. We kijken hoe het wél kan, zodat mensen zich gezien en gehoord voelen zoals ze zijn.
Je eigen stem is daarbij super belangrijk. Zeker als je een visionaire leider of ondernemer bent en ziet wat anderen nog niet zien.
Daarom heet mijn programma Mission Possible.
Terug naar de dame die rode schoenen aanstellerig vond. Ze hield wijselijk haar mond toen ze even later mijn laarsjes zag. We raakten in gesprek over onze mogelijke samenwerking.
Ondertussen vroeg me af of we wel een match waren. Zij droeg blauwe puntschoenen.