Ons verhalende brein speelt elke keer dezelfde riedel af. Vaak zijn dat bange verhalen. Maar je kunt je enorme verbeeldingsvermogen ook inzetten om je gewenste toekomstverhalen vorm te geven. Er is wel een belangrijke voorwaarde: geef ook de verwachte obstakels een plek in jouw verhaal over de toekomst.
Je herkent dit vast wel. Hoe je eindeloos een gemaakte fout uitspint in je gedachten en al levendig voor je ziet hoe je een volgende keer weer de mist in gaat. Beangstigend. En al helemaal niet motiverend.
Ons brein is een verhalenmachine.
We hebben een enorme verbeeldingskracht. Ons brein is daardoor in staat om die narigheid zich levendig voor te stellen en daar een compleet verhaal van te maken. Vaak veel ernstiger dan in de werkelijkheid gebeurt. Vervolgens produceren we allerlei scenario’s in ons hoofd om aan de zelfbedachte ellende te ontsnappen.
Onzinnig allemaal natuurlijk.
Maar deze verhalen (ook wel narratieven genoemd) zijn hardnekkig, want het zijn ingesleten denkroutes in ons brein. Ze sluiten bovendien aan op een natuurlijke neiging van ons brein om vooral aandacht te geven aan alles wat ons kan bedreigen.
Hoe griezeliger het verhaal, hoe meer aandacht het brein krijgt.
Dat is ook precies de reden waarom je niet simpelweg kunt stoppen om je zorgen te maken. Je kunt niet tegen jezelf zeggen dat je geen dat-lukt-mij-nooit-verhaal meer mag produceren. Wel kun je je brein op een andere manier trainen.
Zelf wilde ik graag korte metten maken met dit soort nare verhalen in mijn hoofd. Het boek The Confidence Gap van Russ Harris (een grootheid in de wereld van ACT coaching) hielp me daarbij. Harris deelt een reeks mooie manieren om gemakkelijker afstand te nemen van dit soort ingesleten narratieven.
Zo kun je tegen jezelf zeggen als je jezelf weer eens een angstig verhaal vertelt: ah, daar is het niemand-ziet-mij-staan-verhaal weer. Daar is het je-eindigt-onder-een-brug-verhaal. Of je zegt: ha, daar ben je weer, het ik-kan-het-niet-verhaal.
Je ontdekt daarbij dat je zelf kunt bepalen hoe jij met je verhalen omgaat. Je ontdekt dat het niet de situaties zélf zijn die jou een negatief gevoel geven. Maar jouw eigen gedachten erover.
Maar je kunt ook andere verhalen vertellen.
Want gelukkig is storytelling - verhalen vertellen, in dit geval aan jezelf - ook een krachtige manier om jezelf juist te motiveren. Zo kun je bij het uitvoeren van een plan jezelf ook een goed verhaal vertellen over de toekomst: hoe ziet het eruit als je plan gerealiseerd is?
Je wilt bijvoorbeeld een nieuwe carrièrestap zetten, enige tijd in het buitenland wonen of nog eens een halve marathon lopen. Dan vertel je jezelf het verhaal alsof je je doel al bereikt hebt. Hoe concreter hoe beter.
Dat helpt, blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Het lijkt wel alsof je door zo'n toekomstverhaal extra energie krijgt om jezelf te stretchen en de uitdaging aan te gaan.
Toekomstverhalen helpen dus om je doelen te bereiken.
Geweldig natuurlijk. Maar er is wel een voorwaarde. Je moet het doen met het wáre verhaal. Het verhaal dus met de hoogte- én dieptepunten. Uit onderzoek blijkt namelijk ook dat je maar beter een scherp contrast kunt schetsen tussen nu en straks.
Als je de gedroomde toekomst vergelijkt met de neon-verlichte realiteit van nu, dan zie je namelijk levendig voor je welke stappen er precies nodig zijn om de doelen te bereiken.
Wat kun jij met toekomstverhalen doen?
Veel situaties kun je niet veranderen, jouw verhaal erover wel. Ontdek wat het verhaal is waarmee je jezelf tegenhoudt. En maak een ander verhaal, waarmee je jezelf bemoedigt om te doen wat je wilt doen. Maar wel een realistisch verhaal, anders gelooft je brein er gewoon niet in.
Word een schepper in plaats van een slachtoffer en creëer een nieuwe wereld in je eigen brein.
Verder lezen:
- Artikel: How thinking about the future makes life more meaningful (2019), Greater Good Magazine.
- Boek: The Confidence Gap. A Guide to Overcoming Fear and Self-Doubt, door Russ Harris (2011), Trumpeter.