Tolkien zei ooit: er is simpelweg geen avontuur te vertellen, als er geen draken zijn. Hij had natuurlijk gelijk: de meest interessante verhalen gaan daarom over worstelingen, miskleunen en andere draken.
De grootste fout die je als schrijver dus kan maken is alleen maar groot-succes-verhalen delen. Het is alsof je door een stroom gelukzalige kiekjes op je telefoon scrolt. Nergens blijf je langer hangen.
Hier en daar een succesje delen, dat is prima.
Alleen maar shinen op je zelfgebouwde podium?
Dat is simpelweg niet geloofwaardig.
Inspireren is niet hetzelfde als etaleren.
Toch is er nog iets dat zwaarder telt. Want met louter succesverhalen schep je meer afstand tot je lezer. En het laatste is wat je wil is afstand creëren, want het draait in je schrijfwerk juist om verbondenheid en herkenbaarheid.
Wanneer je over je eigen fouten of gebreken vertelt, leeft je lezer gemakkelijk met je mee. We voelen ons meer verbonden met mensen die iets uitproberen en op een dwaalspoor raken dan met mensen die het ene na het andere succes behalen.
Onze natuurlijke sympathie ligt bovendien bij underdogs.
We houden van mensen die het succes niet op vergulde presenteerblaadjes aangereikt krijgen.
Kijk maar naar inspirerende figuren als Haile Gebrselassie, de Ethiopische langeafstandsloper, die opgroeide in armoede maar uitgroeide tot een legendarische atleet. Of Oprah Winfrey, die ondanks misbruik en armoede uitgroeide tot een iconische televisiepersoonlijkheid. Hun verhalen over worstelingen en doorzettingsvermogen spreken enorm tot de verbeelding.
De kracht van een verhaal ligt niet in het eindresultaat, maar in de lessen die je onderweg leert.
Door oprecht te zijn over je zwakke punten, angsten en twijfels, bouw je een band op met je lezers. Wees daarin oprecht. De kracht van je verhaal valt of staat ermee.