Terwijl de rest van de wereld in de ban is van het coronavirus, werd het studentenhuis van een van mijn zonen plotseling geconfronteerd met een eigen uitbraak.
Geen virus, maar een piepklein beestje: de schurftmijt.
Veel chagrijnige gezichten, want deze nare indringer kwam natuurlijk helemaal niet gelegen in het overladen studentenleven. Niemand wist bovendien hoe schurft bestreden moest worden.
Maar Google is your best friend. Er moest zalf komen, zodat iedereen zich dezelfde avond nog tot de nekharen kon insmeren.
Al het textiel van acht huisgenoten moest heet gewassen worden.
De wasmachine draaide de hele week overuren. De winterjassen moesten in afgesloten vuilniszakken gestopt worden. Al het beddengoed mocht eindelijk van de matrassen af. Een grote logistieke operatie, die naast colleges, sporttrainingen en studeerontwijkend gedrag met veel precisie moest worden uitgevoerd.
In het weekend zetten ze die operatie voort, maar dan op het volgende level.
Het was de avond van het jaarlijkse kerstdiner, altijd een paar maanden later dan de kalenderdatum die de rest van Nederland aanhoudt.
Deze avond vol eigen tradities vindt plaats mét dates.
Om met zijn 16-en aan tafel te kunnen zitten in de gemeenschappelijke ruimte droegen ze al het overige meubilair naar het washok. Ze hingen een groot zeil op, die het keukengedeelte afschermde van het dinergedeelte.
Zo kon er knus bij sfeerlicht gedineerd worden, terwijl de keukenploeg in de peiling hield wat er op het fornuis gebeurde. Omdat alles toch op zijn kop gezet werd, maakten ze de hele boel grondig schoon.
Het kerstdiner werd meteen de voorjaarsschoonmaak.
Elk nadeel heeft zijn voordeel. Nog nooit is het studentenhuis zo brandschoon geweest. Wat gebeurt er in jouw leven dat bij nader inzien eigenlijk heel goed uitpakt?