Politiemensen, handhavers en mensen met soortgelijke beroepen komen door de aard van hun werk vaker in conflictsituaties terecht dan andere mensen. Een belangrijk onderdeel van hun vak is om de angel er zo snel mogelijk uit te halen.
Ze doen daarbij iets dat ik volledig herken uit mijn eigen werk met verhalen in organisaties die met een crisis of veranderingen te maken hebben. Politiemensen leren om in conflicten geen aannames te doen.
Aannames zijn de lont in het kruidvat. In plaats daarvan leren ze om zoveel mogelijk open vragen te stellen.
En om te luisteren natuurlijk.
Het zijn dus niet allerlei slimme methodes of stappenplannen die mensen motiveren om een conflict bij te leggen of iets lastigs te accepteren.
Welnee, het draait om iets dat heel erg voor de hand ligt, maar toch vaak over het hoofd gezien wordt.
Mensen die boos zijn, moeten zich echt gezien en gehoord voelen.
Eerst werken aan een gelijkwaardige relatie. Gewoon jij en ik. Iemand is pas bereid om gas terug te nemen als hij de ander voldoende te vertrouwt.
Een persoon moet echte interesse voelen. Dat geldt ook als je mensen wilt motiveren om iets nieuws uit te proberen.
Het geweldigste plan gaat niet werken als mensen elkaar niet vertrouwen
Ik zie het ook in organisaties waar heftige veranderingen op komst zijn. De beste manier om vertrouwen te laten groeien is elkaar opzoeken, contact maken en naar overeenkomsten zoeken.
Laat mensen hun verhaal vertellen over hun werk, de veranderingen daarin en hun zorgen daarover. Laat ze aan het woord om te delen waar ze naar toe willen.
Mensen zien dan zelf wat er nodig is.
Tijdens het gesprek rinkelen al de kwartjes. Door dit soort verhalen te vangen en te delen ontstaat tegelijkertijd ook een gemeenschappelijk verhaal. Dat verhaal legt vaak de noodzaak bloot tot verandering.
Het motiveert mensen om een bijdrage te leveren om dingen beter te maken en over taaie scheidslijnen heen te stappen.
Eerst bouwen aan een relatie, de rest komt later.
Luisteren, wat een mooi vak.