Stel je voor dat je mensen warm wilt maken voor iets nieuws. Iets waar ze niet uit zichzelf enthousiast over worden. Insecten eten bijvoorbeeld, omdat dit duurzamer voedsel is dan een bal gehakt of een kippenbout.
Natuurlijk kun je dan met de feiten komen.
Het vlees van insecten bevat niet alleen vergelijkbare hoeveelheden mineralen, eiwitten en vitaminen als ander dierlijk vlees, maar ook bestanddelen die het immuunsysteem kunnen versterken.
Maar de emotionele weerstand tegen insecten is voor veel mensen zo groot dat ze een hoge mentale verdedigingslinie opwerpen tegen nieuwe informatie. Ook al is die informatie nog zo waardevol. Het indringende beeld van krioelende beestjes met uitsteeksels is vele malen sterker dan cijfers over de voedingswaarde van een insect.
Stel even dat jij ons toch van de waarde van insectenvlees wil overtuigen, wat dan?
Vertel bijvoorbeeld dat ook in Europa nog niet zo lang geleden insecten in voedsel verwerkt werden. Zo stond zowel in Frankrijk als in Duitsland wel eens meikeversoep op het menu.
Als lezer van dit blog vermoedde je natuurlijk al dat verhaalkracht de oplossing vormt voor deze kwestie. Maar nu komt het. Want dit is lang niet de enige manier om verhaalkracht te gebruiken, bijvoorbeeld om mensen ergens van te overtuigen.
Verhalen werken namelijk ook uitstekend als warming-up.
Meestal gebruiken we onze hersenen om patronen te zien en te analyseren. Om nieuwe ideeën te omarmen of vraagstukken op een andere manier te bekijken, doe je echter een beroep op een ander deel van je brein.
Dat is het deel met verbeeldingskracht. Zonder verbeeldingskracht kunnen we nieuwe ideeën simpelweg niet verwerken.
Daar komt de verhalenkracht weer uitstekend van pas. Want via een verhaal roetsjen we vanzelf naar een andere geestesstemming, waarbij we veel meer openstaan voor nieuwe mogelijkheden.
Vertel daarom eerst een verhaal voordat je iets nieuws presenteert.
Denk daarbij aan een verhaal dat al aan het onderwerp raakt waar je het over wil hebben. Of vertel juist iets anders dat je lezer of publiek verrast, maar waarbij wel een slimme parallel te trekken is.
Als je met live publiek werkt, is het nóg effectiever om de mensen in de zaal of de deelnemers aan je workshop zelf even een verhaal te laten vertellen.
Vraag bijvoorbeeld aan de aanwezigen om elkaar een en-toch-verhaal te vertellen. Dat is een verhaal waarbij je eerst dacht dat iets helemaal in de soep zou lopen, maar wat toch een positieve afloop opleverde. In dit verhaal benoemen mensen een situatie waarbij het onmogelijke toch mogelijk bleek.
Daarmee leg je een vruchtbare bodem voor wat er komen gaat. Het psychologische effect hiervan: mensen raken optimistischer over het starten van iets nieuws en hun eigen rol daarbij.
Een verhaal is een zinvolle warming-up.
Je verhaal werkt nóg beter als je er zintuiglijke ervaringen in verwerkt, zoals geluiden, beelden en geuren. Hiermee spreek je het deel van de hersenen aan waar de verbeeldingskracht actief is. Voeg ook iets verrassends toe, want dan stellen mensen zich gemakkelijker open voor iets nieuws.
Door een onverwachte wending laten we de mentale verdedigingslinie even vallen.
Een goed verhaal bevat trouwens al deze ingrediënten en doet meteen op alle fronten zijn krachtige werk.
Want heb jij je wel eens afgevraagd hoe roze koeken aan die knalkleur komen? De kleurstof wordt gemaakt van schildluizen die leven op cactussen. Deze luizen produceren de kleurstof E120 ofwel karmijnrood. Dus als je weer in zo’n koek hapt, denk dan meteen even aan de nuttige eiwitten en mineralen die je binnenkrijgt!
Bron:
De voorbeelden in dit artikel zijn afkomstig van de website Duurzaam insecten eten. Ze hebben een leus die tot de verbeelding spreekt: het smaakt naar nootjes, maar dan met pootjes.