Een romanschrijver die zijn plot meteen weggeeft, begaat een doodzonde. Schrijvers van andere soorten teksten kunnen daar nog veel van leren.
Puzzels zijn onvoltooide vraagstukken die om een oplossing vragen. Mensen zijn er gek op. Ze denken urenlang na over dat ene woord in een cryptogram of proberen een ingewikkelde legpuzzel te completeren.
Niets irritanter dan dat ene ontbrekende stukje.
Schrijvers van filmscripts of romans kennen deze menselijke neiging tot puzzelen. Het is een oerdrang, die we bijna niet kunnen negeren. J.K. Rowling wist wereldwijd miljoenen kinderen geboeid te houden met haar vuistdikke boeken over Harry Potter, ondanks de verleidingen van computerspelletjes en televisieseries.
Hoe doet een fictieschrijver dat?
Hij wekt verwachtingen, die lezer vervolgens 'ingelost' wil zien. Hij creëert bijvoorbeeld een mysterie: een treurig afgelopen jeugdliefde, een obsessie of een geheim, dat de hoofdpersoon al jarenlang met zich meedraagt.
Zolang de schrijver vraagtekens plaatst in het hoofd van de lezer, zit hij goed. De lezer wil niets liever dan het raadsel stap voor stap ontsluieren.
Hoe meer dwaalsporen op zijn weg, hoe liever.
Journalisten en tekstschrijvers spelen bij informatieve teksten nauwelijks in op deze natuurlijke behoefte om raadsels op te lossen. Als je daar even bij stilstaat, is dat best gek.
Natuurlijk, tekstschrijvers bedenken een prikkelende kop en we denken na over spannende fotografie. Ze weten ook dat we een aantrekkelijke intro moeten schrijven en pakkende tussenkoppen.
Maar verder?
Meestal schrijven ze rechttoe rechtaan hun verhaal, waarin ze álle beschikbare informatie weggeven. Dat is de grote drang van de schrijver: die wil alles delen wat hij te bieden heeft. Als je het vanuit de verteltechniek bekijkt, is dat natuurlijk een gemiste kans.
Een goede verhaalschrijver geeft zijn plot nooit meteen weg.
Misschien preludeert hij in het begin van het verhaal op een mogelijke uitkomst. Maar vervolgens haalt hij alles uit de kast om de nieuwsgierigheid van lezers te blijven voeden. Verschillende verhaallijnen, vooruit- en terugblikken, een extra dosis mysterie of onverwachte wendingen. Bijna alles mag en kan, zolang het voor de lezer maar geloofwaardig blijft.
Filmmaker Andrew Stanton (van onder meer Toy Story en Finding Nemo) verwoordt dat treffend in de TED-talk The clues to a great story.
"The audience actually wants to work for their meal. We’re born problemsolvers. We’re compelled to deduce and to deduct. Because that’s what we do in real life. It’s this well organized absence of information that draws us in... Make the audience put things together. Don’t give them 4, give them 2 + 2."
Een goed verhaal is als een puzzel: lezers willen de ontbrekende stukjes vinden. Zo lang ze het verhaal compleet willen maken, blijven ze gretig doorlezen.
Daag je lezer dus uit:
1. Stel een vraag
Dat is een effectieve manier om de lezer te prikkelen en nieuwsgierig te maken. Een vraag wijst de lezer namelijk fijntjes op een kennistekort. Je lezer voelt zich onprettig en leest door om dat tekort op te heffen.
Dat geldt ook voor luisteraars. Presentator Humberto Tan vroeg eens op de radio: 'Wat gaat de bekendste ladykiller van Nederland vandaag zeggen?' Daarna volgden de reclameboodschappen.
2. Schrijf een vervolgverhaal
Bekijk of je je informatie in de vorm van een vervolgverhaal kunt gieten. Het verhaal van de reorganisatie kun je bijvoorbeeld vertellen aan de hand van de wederwaardigheden van vijf hoofdpersonen in diverse afleveringen. Of vertel over de lange weg die een idee aflegt van bedenker tot uitvoerder, met alle obstakels die overwonnen moesten worden.
3. Geef hints hoe het verhaal zich ontwikkelt
Geef een achtergrondartikel eens een open einde. Door je lezer aan het denken te zetten over de mogelijke afloop, blijft hij of zij in gedachten langer met het verhaal bezig. In een volgend artikel kun je natuurlijk wel vertellen hoe het verder ging met het verhaal.
Probeer het eens uit. Hoe maak jij je lezer nieuwsgierig?
NB: De ladykiller waar Humberto Tan op doelde was Joran van der Sloot.