'Ik ben bang om het verkeerd te doen.' 'Ik heb geen tijd.' 'Dit is te moeilijk voor mij.' Komen deze zinnen je bekend voor? Dan heb jij ook een innerlijke criticus: een zeurderig stemmetje in je hoofd dat probeert je tegen te houden iets nieuws te bedenken.
Elke keer wanneer jij goede moed hebt verzameld om aan iets te beginnen, duikt hij op.
Een innerlijke criticus zegt zinnen als:
- Jij bent helemaal niet creatief.
- Wie denk jij wel dat je bent dat je iets moois kunt maken?
- Waarom zou jij iets bedenken dat beter is dan een ander?
Het zal je duidelijk zijn: als je naar deze lastpak luistert, komt er niks uit je handen.
Het resultaat is vaak uitstelgedrag: je doet allerlei andere klusjes behalve het voorgenomen werk of de uitvoering van je idee. Maar ondertussen blijft het bij jou van binnen knagen dat je niet doet wat je wilt doen.
Gelukkig zijn er enkele manieren om je innerlijke criticus het zwijgen op te leggen en korte metten te maken met beginangst.
1. Stel het kritische oordeel uit
Je innerlijke criticus is niet alleen een vervelend wezen, maar ook een stemmetje dat je probeert te behoeden voor miskleunen. Je hoeft hem niet helemaal te verwerpen, want hij kan ook een ondersteuner zijn.
Bovendien kan hij een waardevolle bijdrage leveren in een latere fase van je project. Hij kan bijvoorbeeld kijken of de uitvoering van je ideeën soepel loopt of beoordelen of je wel aan alles gedacht hebt. Je wilt alleen voorkomen dat hij bij het begin al met kritische oordelen komt, waardoor je voortijdig de moed verliest.
Behandel hem als je maatje, die het prima met je voor heeft. Dus zeg tegen je innerlijke criticus zinnen als: 'ik maak een beginnetje en daarna laat ik jou ernaar kijken.'
2. Hak je project in stukjes
Je hebt je voorgenomen iets te schrijven of een idee te bedenken, maar je blijft je papieren sorteren, op internet surfen of je wasgoed opruimen. Je innerlijke criticus heeft je waarschijnlijk verteld dat het moeilijk wordt of dat het veel werk is. Dat zijn geen aansporingen om met je voorgenomen werk te beginnen. De oplossing?
Hak je project in kleine onderdelen en voer vervolgens één stukje uit.
Zeg tegen je criticus: 'ik doe alleen maar dit kleine onderdeeltje.' Het voelt alsof de taak makkelijker is en beter te hanteren. Als je bijvoorbeeld een plan moet schrijven, zet je eerst wat losse ideetjes op papier.
Daar zoek je vervolgens uitgebreidere informatie bij. Als je eenmaal op gang bent gekomen, komt de muze meestal vanzelf langs. Je hebt vervolgens de natuurlijke neiging om door te gaan, want je hersenen willen succes ervaren en houden van een gevoel van afronding.
Schrijfster Annejet van der Zijl, bekend van succesvolle boeken als Sonny Boy en Anna, past een soortgelijke truc toe.
Zij zegt tegen zichzelf dat ze mag mislukken. Ze hoeft geen nieuwe bestseller te schrijven; ze begint alleen aan een nieuw boek omdat ze zichzelf vertelt dat ze dit werk zo leuk vindt. "Als ik op een dood spoor beland, heb ik toch een leuke tijd gehad."
3. Moedig jezelf aan
Houd je van drastischer ingrepen? Pak dan je innerlijke criticus op en gooi hem radicaal uit je gedachten. In zijn plaats zet je een nieuw stemmetje neer die je complimenten geeft en je regelmatig laat zien wat je goed doet. Om te zorgen dat je naar dit positieve stemmetje luistert, kun je eveneens enkele trucjes gebruiken.
Bezorg jezelf aanmoedigingen, bijvoorbeeld door briefjes met positieve teksten op te hangen.
Maak een lijst van je eerdere successen. Kies een mascotte, die jouw grootste fan vertegenwoordigt.
Je kunt ook zinnen uitspreken in de tegenwoordige tijd, waarin je op een positieve manier je boodschap aan jezelf verwoordt en vaak herhaalt. Bijvoorbeeld: 'ik heb goede ideeën'. Je gaat er vanzelf in geloven.
Helpt dit jou? Heb jij andere manieren? Ik lees graag je ervaringen!