Trends signaleren is baggeren door drijfzand. Ieder mens heeft namelijk de neiging om vooral te zien wat ie al kent. En dat zijn dus geen trends. Gelukkig kun je enkele handige breintrucs toepassen, zodat je beter, gerichter en slimmer waarneemt.
Als trendwatcher kijk je met een open blik naar alles wat je raakt of je aandacht prikkelt en vraagt je daarbij af wat er interessant of opmerkelijk aan is. Je bent een tijdgeestreiziger.
Zo spoor je tijdig de relevante veranderingen op voor je vakgebied, zodat je daar ook op in kunt spelen.
Daarbij kom je enkele obstakels tegen.
Want het grote probleem is dat we de hele dag informatie filteren. We moeten wel, want we worden gek als we alle informatie doelbewust in ons brein op zouden nemen en verwerken.
We selecteren daarom wat relevant is. En we trekken bovendien razendsnel conclusies. Vaak doen we dat te snel. De meest voor de hand liggende dingen zien we daardoor niet meer.
Trends spotten is leren omgaan met valkuilen van het brein
We laten ons voortdurend foppen door het brein. Want het deel van de werkelijkheid dat we echt waarnemen, is schrikbarend klein. Ons brein gebruikt bijvoorbeeld een klein detail om de rest van het beeld zelf in te vullen. We nemen zelfs niet de moeite om te checken of onze conclusie wel klopt.
Kijk maar eens naar deze driehoek. We 'zien' een driehoek, maar in feite bestaat die driehoek helemaal niet. Ons brein vult op basis van de uitsparingen de vorm zelf in.
Zo gaat het ook met trends: we zien vooral wat we al kennen.
En zo nodig vullen we dat beeld eigenhandig in.
Een ander probleem bij waarnemen is dat we allemaal onze voorkeuren, angsten en vooroordelen met ons meedragen. Ook die voorkeuren beperken onze waarneming enorm.
Zeker als er emoties in het spel zijn, is het waarnemingsvermogen zeer beperkt. Iemand die boos is of in de stress schiet, krijgt letterlijk een blikvernauwing.
Een derde obstakel is dat we ons het prettigst vinden in het gezelschap van mensen die op ons lijken. We voelen ons bij 'ons soort mensen' veilig en erkend. Je zit in je eigen filterbubbel. In je eigen groep bevestig je voortdurend elkaars ideeën. We gaan daardoor nóg meer op elkaar lijken.
Dat andere groepen er een hele andere visie op nahouden, merken we daardoor nauwelijks op.
Je signaleert bijvoorbeeld dat er diverse volwassenen in je omgeving ineens een beugel dragen. Of dat er ineens veel mensen met een carrièreswitch bezig zijn.
Is dat werkelijk een trend? Of eerder het gedrag van een beperkte groep?
Hoe werkt het dan wel?
Om trends te signaleren dien je je eigen oordeel zoveel mogelijk uit te schakelen. Want alleen op die manier kun je dingen zien die anderen niet opvallen. Zo zie jij wat in de toekomst interessant wordt en wat de relevante ontwikkelingen zijn.
Veranderingen die in de toekomst van belang worden, zijn onder de oppervlakte namelijk al zichtbaar. Nieuwe ontwikkelingen komen nooit uit het niets vallen. De grote kunst is om ze op te merken.
Dat vraagt een andere manier van kijken, voorbij de waan van de dag. Daarvoor breng je je brein op een ander spoor. En daarvoor moet je brein eigenlijk eerst ontsporen.
Enkele tips:
1. Speur naar het afwijkende
Besteed aandacht aan dingen waarvan je denkt: dit wordt nooit iets, dit is gevaarlijk of dit is zinloos. Bekijk vooral groepen die op de rand opereren en dingen doen die anderen stuitend vinden.
Buitenstaanders zijn vaak voorlopers van trends: wat nu nog ongehoord is, is straks gemeengoed.
Denk bijvoorbeeld aan de discussie over dierenrechten: eerst waren het voor een deel militante bewegingen die zich daar mee bezighielden, maar inmiddels bekommert een politieke partij in de Tweede Kamer zich om dierenrechten.
Het zou zomaar kunnen dat we over een paar jaar dieren nog serieuzer nemen en niet meer ondergeschikt beschouwen aan mensen.
2. Kijk naar het detail
Richt je op een detail dat ogenschijnlijk onbelangrijk lijkt, bijvoorbeeld in een winkelstraat of bij het bekijken van een foto met veel informatie. Laat je ogen als een scanner nauwgezet lijntje voor lijntje over het beeld lopen.
Onze hersenen zijn niet gewend om een beeld op deze manier op te nemen. Daardoor krijgen details meer kansen om door te dringen.
Ontdek je iets interessants? Leg zowel het detail als het bijbehorende totaalbeeld vast met je fotocamera. Of leg het op een andere manier vast.
3. Zoom in en uit
Wat je normaal als detail bekijkt, bekijk je nu eens van een afstand. En alles wat je als geheel ziet, deel je op in kleinere eenheden. Zoom in op die details en bekijk ze alsof ze een eigen eenheid zijn. Wat valt er nu op? Noteer het of leg het op een andere manier vast.
4. Wissel regelmatig van omgeving
Een nieuwe omgeving bevordert je waarneming: elders vallen nieuwe dingen meestal makkelijker in het oog dan in een vertrouwd gebied.
Als je dit zelf actief in de praktijk wilt brengen, ga dan op ideeënsafari. Je gaat daarbij op ontdekkingsreis in je eigen omgeving en gaat op een nieuwe manier kijken. De ontdekkingen die je daarbij opdoet, leiden vaak tot nieuwe ideeën.
5. Kies een ander perspectief
Bekijk voorwerpen, locaties of mensen letterlijk vanuit een andere hoek. Hierdoor krijgt je brein minder de kans om de waarneming aan te vullen met aannames. Je ziet details die anders weggefilterd worden.
- Kijk vanuit de lucht of dicht bij de grond.
- Maak een extreme close-up.
- Loop op een ander tijdstip van de dag door een gebied.
- Of kruip in de huid van iemand anders en kijk door zijn of haar ogen.
Daarmee verander je je psychische perspectief en daarmee ook je waarnemingen.
6. Noteer zo snel mogelijk
Leg direct alle interessante informatie vast in een notitieboek of iets anders dat voor jou werkt.
Zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen vijf minuten. Anders krijgen je hersenen de kans om details weg te filteren. Vaak kun je pas achteraf beoordelen of die details belangrijk waren.
7. Neem de tijd
Neem de gelegenheid om de verzamelde informatie te laten bezinken. Je hebt suddertijd nodig om te bepalen welke signaleringen van belang zijn en welke niet. Daarbij gaat het om de vraag hoe je je signaleringen met elkaar in verband brengt:
- Welke patronen zie je?
- Waarom gebeurt dit?
- Wat kun je onderbouwen met onderzoekscijfers?
Bedenk ook welke waarden er verschuiven: wat wordt er nu belangrijk gevonden?
Denk bijvoorbeeld aan authenticiteit: daar wordt nu een bovengemiddeld belang aan gehecht. Als je iets opmerkt dat daarmee in verband staat, heeft het grotere kans om aan te slaan. Je schakelt daarbij telkens tussen analyse en intuïtie: beide manieren van kijken heb je nodig om iets op te merken en op waarde te schatten.
Het is niet gemakkelijk om uit bestaande patronen te breken en nieuwe trends op te merken. Je moet er actief mee aan de slag om verder te kijken en meer te zien dan het voor de hand liggende.
Maar het levert je ook wat op: een frisse blik en een helder zicht op wat mogelijk is.
Veel succes!
Bronnen & Verder lezen:
- Trends in de toekomst, trendwatching kan je leren van Fons Maenhoudt (Utrecht 2009)
- Beeldtaal, perspectieven voor makers en gebruikers van Jos van den Broek, Willem Koetsenruijter, Jaap de Jong en Laetitia Smit (Boom Onderwijs, 2010)
- De Seizoenen van de tijdgeest, herkenbare patronen in heden, verleden en toekomst van Nederland van Tom Kniesmeijer (Scriptum, 2009)