Bibberend stonden mijn vriendin en ik te wachten voor het station in Den Bosch, half van de zenuwen en half door de kille wind. Het was zomer, nu dik 20 jaar geleden, al leken de weersomstandigheden daar niet op.
We hadden geen flauw idee wat ons te wachten stond. Onze enige instructies: op dit tijdstip klaarstaan en een lange rok dragen. Het was enkele weken voordat we beiden gingen trouwen, dus het lag voor de hand dat dit ons gezamenlijke vrijgezellenfeest zou worden.
Geen gedachte die ons rustiger maakte.
Nerveus dribbelden we heen en weer. Wat stond ons in hemelsnaam te wachten? Na enige tijd hield een imposante donkere auto halt. Een chauffeur met een prachtige officierspet opende de portieren en gebaarde ons in te stappen.
We herkenden hem meteen: het was de echtgenoot van een van onze vriendinnen. Maar hij vertrok geen spier en bleef onverstoorbaar in zijn rol.
Zonder omhaal reed de chauffeur ons naar zijn eigen huis en opende opnieuw de portieren voor ons.
Daar zaten al onze vriendinnen, zich verkneukelend op alles wat nog komen ging.
Bedreven verkleedden ze ons als oosterse dames, met een mysterieus gordijntje voor onze ogen. Voor de zekerheid ging daar ook nog een blinddoek overheen. Zo werden we naar het volgende adres gebracht.
Dat bleek een zaaltje te zijn, waar we buikdansles kregen van een Marokkaanse danseres. We leerden hoe dat buikwiebelen precies werkte en hadden lol.
Een topdag, dachten we nog.
Maar daar bleef het niet bij, want er stond ons nog een derde adres te wachten. Tot onze stomme verbazing was dat de Efteling. Gezellig, met de meiden de Piranha in. De wildwaterbaan stond volkomen onterecht nog afgesteld op de mooi-weer-stand, dus het water klotste overvloedig ons vaartuigje in. Mijn lange rok was ideaal om extra veel water te scheppen.
Vervolgens kregen we een lange lijst met opdrachten voor onze neus. Het was de bedoeling dat we al die opdrachten in de Efteling gingen uitvoeren.
We huiverden.
Want voor het gebouw van de Fata Morgana moesten wij onze zojuist geleerde buikdanskunsten uitvoeren voor het nieuwsgierige publiek. In een druipend-natte rok. Met zenuw-buikpijn danskunsten laten zien, dat klonk niet als een jofel idee. En in die natte boel al helemaal niet.
Maar we werden voor het blok gezet.
En... het ging ons best goed af.
Enkele toeschouwers dachten zelfs dat wij tot de crew van de Efteling behoorden. Die ochtend had ik in mijn wildste gedachten niet bedacht dat ik ooit zou gaan buikdansen voor publiek en daarmee ook nog applaus zou oogsten.
Als je je eraan overgeeft, blijk je veel meer in huis te hebben dan je dacht. Juist in verwarring word je uitgedaagd om alle registers open te trekken. Doing by playing. Waanzinnig om te merken wat er dan mogelijk is.
Door het verrassingseffect werd het een onvergetelijke belevenis.
Niets blijft zo goed hangen in het geheugen als iets onverwachts. Achteraf kan ik het beamen: het was een piekervaring.