Het zweet gutste over mijn voorhoofd, toen ik na uren klimmen eindelijk aankwam bij de berghut in de Italiaanse Alpen. De rest van onze klimgroep ontving me met applaus en gejuich, maar ik voelde me niet blij.
Deze klim in het gebied van de Adamello Gletscher had me bovenmatig veel inspanningen gekost. De huttentocht was aan ons verkocht als een ‘bergwandeling voor mensen met een gemiddelde conditie’, maar ik had alles uit mezelf moeten halen om boven te komen.
Op de eerste dag waren we 900 meter gestegen, naar een totale hoogte van 2450 meter. Dat zijn 300 flatverdiepingen, berekende mijn zoon snel. En dat klonk toch als een hele prestatie.
De volgende dag was de afdaling gepland.
Na alle inspanningen om omhoog te komen, kon dit alleen maar beter worden, dus ik ging de volgende ochtend vol optimisme van start.
Het eerste stuk balanceerden we over een smal paadje, langs een vochtige stenen wand. Dit stuk staat bekend als de Passo del Gatto, de Pas van de Kat. Best spannend en absoluut geen route voor mensen met hoogtevrees, maar het ging me vrij goed af.
Maar dat kon via een stenen trap. Wie als een steenbok van rots tot rots kon springen, kon in 40 minuten beneden zijn. Wat de lokalo’s 'een trap' noemden, bleek eerder een droge rivierbedding vol wiebelige rotsen, schuivend steengruis en een enkele houten dwarsbalk. En hij liep bijna loodrecht naar beneden.
Halverwege 'de trap' zag ik het niet meer zitten.
Er leek geen einde te komen aan de afdaling. Ik zag alleen maar eindeloze diepten met nog meer rotsen. Na enkele uren uiterst geconcentreerd voortbewegen was de koek bij mij helemaal op.
Wat voelde ik me nietig tussen al die duizelingwekkende toppen, waar je zo weggevaagd kon worden.
Uiteraard had ik geen keuze, want zelfs een helikopter kon me hier onmogelijk vandaan plukken. Het duurde lang, maar uiteindelijk lukte het met veel tussentijdse pauzes, drinkwater en snoepjes met snelle koolhydraten.
Trots was ik niet toen ik alweer als een van de laatsten aankwam.
Wat een misère, dacht ik alleen maar.
Duidelijk niet in de wieg gelegd voor soepele steenboksprongen...
Later zei een van de klimgenoten dat ik juist goed naar mijn lichaam geluisterd had. Het ultra-trage tempo kreeg daarmee een andere betekenis. En ineens kon ik wel de voldoening voelen.
Hij gaf me namelijk een ander perspectief: wees trots op wat je kunt in plaats van te focussen op de minpunten van een ervaring. Vergelijk jezelf niet met anderen die sneller of behendiger zijn.
En vooral deze: verdrink jezelf niet in negatieve gedachten, zoals de gedachte dat je dit niet verdient of niet kunt.
De tocht had me niet alleen fenomenale uitzichten en adrenaline opgeleverd, maar ook enkele belangrijke inzichten. Ik deed het in mijn eigen tempo en bewaakte mijn grenzen. Iedere stap is er één. Precies wat ik ook altijd zeg tegen de deelnemers aan mijn programma's.
👋
Het was de tocht van de kattenpas, de falende steenboksprong en een heleboel beloften over gouden bergen. En een tocht om nooit meer te vergeten - achteraf.