Mijn rolmodel was Hella Haasse, met wie ik in 1988 een gedenkwaardige ontmoeting had in Parijs. Op 1 februari aanstaande wordt de honderdste geboortedag van Hella Haasse herdacht met de plaatsing van een herdenksteen in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.
Mijn verhaal begon bij de vaderlijke chef van de kunstredactie van De Gelderlander, die wel wist hoe hij zijn stagiairs een topervaring kon bezorgen.
Iedere stagiair mocht als afsluiting van de stage een groot interview doen met een schrijver of kunstenaar naar keuze. Ik was 22 jaar, studeerde Nederlands en wist het meteen: Hella Haasse.
Ze woonde in die jaren met haar man in Saint Witz, een klein dorp in Noord-Frankrijk. De Gelderlander wilde graag een interview met de Grande Dame van de literatuur publiceren, maar was niet bereid de reis van een stagiair naar Frankrijk te vergoeden.
Er was trouwens nóg een probleempje. Via haar uitgeverij had ik het telefoonnummer gekregen van Hella Haasse.
Maar toen ik haar opbelde, reageerde ze afhoudend op mijn interview-voorstel. Nee, daar had ze echt geen tijd voor.
De zomer naderde, dus ik maakte ook vakantieplannen met mijn lief.
We zouden met de trein naar Rome gaan en zochten reisroutes uit. Daarbij ontdekten we dat we die reis niet alleen via Duitsland konden laten lopen, maar ook via Frankrijk.
Het kwartje viel: bij de verplichte overstap in Parijs zou ik toch naar Hella Haasse kunnen reizen.
Gespannen belde ik de beroemde schrijfster op om haar te vertellen dat we binnenkort in Parijs zouden zijn.
Van enige terughoudendheid was nu geen sprake meer. Ze bood onmiddellijk aan om ons op te halen bij Gare du Nord in Parijs, zodat we niet naar haar dorp hoefden te reizen.
Wat een geweldig aanbod.
Toen de trein op het Parijse station arriveerde, zagen we inderdaad Hella Haasse wuivend op het perron staan.
Ze nam ons zelfs mee naar een nabij gelegen brasserie om ons op een uitgebreide Franse lunch te trakteren.
Daar zaten we met onze rugzakken, reisbroeken en wandelschoenen aan de tafel met een smetteloos wit tafelkleed, glimmende hoge wijnglazen en zilveren bestek.
Onhandig zochten we naar herkenbare gerechten op de menukaart. Met haar kennis van de Franse keuken loodste Hella ons daar behendig doorheen. Langzaam begonnen we ons beter op ons gemak te voelen.
Reizen in je verbeelding
Mijn lief maakte foto’s van haar, terwijl ik eten, interviewen en schrijven probeerde te combineren (geen aanrader). Ik zat vol vragen, vooral over haar werklust, onderzoeksdrang en leeftijd. Ze was net zeventig geworden, wat voor mij onnoemelijk oud was.
Mijn vraag of ze nog ideeën voor nieuwe boeken had, wuifde ze weg. Ze had meer ideeën dan tijd van leven, zei ze. Gelukkig had ze toen nog meer dan twintig jaar te gaan, enkele van haar beste boeken moesten toen nog komen.
Ik koos deze quote als de slotzin van het interview, dat later prominent afgedrukt werd in de zaterdagbijlage van de krant. Deze quote klonk voor mijzelf bovendien zo beloftevol, dat ik haar uitspraak tot mijn persoonlijke motto verhief.
Wie in zijn verbeelding kan reizen en zich laat gidsen door verhalen, heeft veel te beleven.
Rode draad
Hella Haasse werd mijn rolmodel: zo wilde ik ook oud worden. Ontdekken, verbeelden, eeuwigdurende nieuwsgierigheid.
Bijzonder om zo ineens de rode draad te ontdekken, die al decennia door je leven loopt. Want de vraag hoe je goed oud wordt en hoe je dan keuzes maakt, interesseerde me kennelijk ook al bij die ontmoeting van dertig jaar geleden.
Op diverse momenten in mijn leven heb ik me verder verdiept in ouder worden en daar veel over geschreven.
Wat is jouw rode draad?