Wat is de waarde van werk nu we gemiddeld steeds ouder worden? In haar Leidse atelier ontvangt beeldend kunstenaar en tolk/vertaler Marlies van Boekel (65) mij om te vertellen over haar ervaringen met leren, ontwikkelen en creëren. “Het liefst leef ik drie parallelle levens.”
Waar kom je vandaan?
“Na mijn studie Spaanse taal- en letterkunde ben ik op mijn 34e de kunstacademie gaan doen. Hier ontdekte ik hoe je blijvend contact houdt met je ideeënstroom en hoe je dat vormgeeft.
Geweldig, want daarmee kun je jezelf je leven lang aan de gang houden.
Het doel van mijn werk als beeldend kunstenaar is nooit het mooie plaatje, maar het proces. Ik heb een beginpunt en weet niet waar ik naartoe ga. Het is interessant zolang ik niet weet waar ik uitkom.
Ik wil iedere keer iets doen wat ik een beetje eng vind. Anders ga ik mezelf herhalen en voel ik geen uitdaging. Enkele jaren geleden heb ik iedere dag de reflectie in de gracht gefotografeerd tegenover museum De Lakenhal in Leiden.
Ik dacht dat het water grauw en oninteressant was. De foto’s leverden echter iedere dag een totaal ander beeld op. Dat was een eye-opener. Je waarneming wordt enorm beïnvloed door wat je denkt te weten.
Kunst maken is voor mij werk, want het is niet vrijblijvend. Het is niet alleen maar ‘leuk ontspannend en creatief bezig zijn’, maar ook vaak een worsteling. Het vraagt om engagement. Ik ben in dialoog met het werk en de wereld. Ik ga mee, welke kant het ook opgaat.
Het is prettig als mijn kunstwerken verkocht worden, maar ik maak ze sowieso. Als iemand mijn kunst koopt, beschouw ik dat wel als een belangrijke vorm van erkenning. Met de opbrengst kan ik vaak weer een tijd vooruit.”
Waar ben je nu?
“Langzamerhand wordt het me steeds duidelijker waar ik mee bezig ben. Mijn thema is Et in Arcadia Ego, naar het gelijknamige schilderij van de Franse schilder Nicolas Poussin. Het betekent zoiets als ‘Ook in Arcadië vindt men mij. Want ik, de dood, kom overal, zelfs in het wonderschone Arcadië.’
In deze zin vallen het paradijs en de dood dus samen. Ik ben twee keer artist in residence geweest aan de Costa da Morte in Galicië. Deze streek staat bekend als de kust van de dood, omdat veel schepen zich hier te pletter hebben gevaren.
Maar er is ook een andere verklaring voor deze naam. De ondergaande zon ging op weg naar Hades, de god van de onderwereld. De volgende ochtend is de zon er weer. De naam staat dus ook voor de cyclus van leven en dood, het paradijselijke aspect en zijn donkere tegenhanger.
De ene keer ben ik in mijn werk met het paradijs bezig, de andere keer met de dood.
Op dit moment werk ik aan schilderijen met vallende mannen. Ze doen denken aan de zondeval, verdreven uit het paradijs. Eerder was ik lang bezig met de verdronken bootvluchtelingen uit het Midden-Oosten.
Ik koos het perspectief van de moeder van een verdronken kind. Ze waren samen op weg naar Europa dat in hun ogen het paradijs vertegenwoordigde, maar haar kind vond de dood. Enkele jaren geleden ben ik beëdigd als tolk/vertaler.
Met kunst verblijf ik in een eigen fantasiewereld, als tolk voor de rechtbank en de politie kom ik in aanraking met de zelfkant van de samenleving. Ik hoor tragedies over bolletjesslikkers uit Zuid-Amerika. Het beïnvloedt mijn werk, bijvoorbeeld via de verhalen die ik schrijf.
Voor mijn gevoel gaan er dingen veranderen. Europa zit in een draaikolk.
Het is fijn om daar vorm aan te geven, want daarmee krijg ik een soort rust.
Tegelijkertijd voel ik me meer betrokken bij deze gebeurtenissen door deze thema’s via mijn werk op te pakken. Het is heel bevredigend om de kiem van een idee verder vorm te geven en uit te werken. Of het waar is of niet, maakt voor mij niet uit. Het is mijn belevingswereld.
Alles kan een aanleiding zijn om te gaan schrijven, schilderen, fotograferen of iets anders. Bij elk idee kan ik verdere stappen zetten, maar ik kan ook andere wegen uitlopen. Kiezen is het moeilijkst. Ik volg de stem die het hardste klinkt. En tegelijkertijd heb ik heel wat losse eindjes af te maken.
Mijn opperste moment beleef ik als ik heel intensief aan het schilderen en tekenen ben.
Als ik daarmee samenval, valt de rest van de wereld weg. Het mooiste is als je je werk onder je handen voelt groeien en als het naar je eigen idee beter en interessanter wordt. Met beeldende kunst lukt me dat overigens makkelijker dan met schrijven.”
Waar ga je naar toe?
“Volgend jaar mag ik met pensioen, maar ik ga gewoon door met mijn werk. Wel verwacht ik dat de meeste aandacht dan naar de kunst uitgaat en minder naar het vertaalwerk.
Kunst is mijn grootste passie. Ik ben heel veel in mijn atelier om zoveel mogelijk ideeën uit te werken, want ik heb meer ideeën dan tijd van leven. Het liefst leef ik drie parallelle levens.
Ik voel de drang om dingen vorm te geven. Het is alsof ideeën werkelijkheid willen worden. Als ze door mijn hoofd dwarrelen, blijft het onrustig. Zodra ik ze vorm heb gegeven, heb ik rust. Dan komt er overigens snel weer een nieuw idee, maar dat is ook wel weer fijn.
Ik zag eens een video waarin de schilder Renoir op negentigjarige leeftijd zei dat hij nu pas doorkreeg waar het om ging.
Je komt steeds dichter bij de essentie van waar het in de kunst en het leven om gaat.
Je bent er nooit, maar je kunt er wel steeds dichter bij komen. Intuïtief word ik steeds beter.
Als je ouder bent, heb je tijd om het te onderzoeken. Ik hoop op duidelijkheid waar het om gaat. Ik wil graag nog een project over het vroegere leven van mijn ouders in Duitsland realiseren. De Tweede Wereldoorlog heeft een enorme impact gehad op hun leven en daarmee ook op mij.
Het intrigeert me hoe gebeurtenissen op het wereldtoneel zoveel gevolgen kunnen hebben voor het leven van individuen. Dat geldt ook voor vluchtelingen. Ze willen een nieuw leven opbouwen in Europa, maar het verloopt anders dan ze gedacht hebben. Naar mijn idee is met dat project de cirkel rond.
De betekenis van het leven is om jezelf te ontwikkelen en deel uit te maken van dat proces.
Koppel het idee los dat werk belangrijk is voor je identiteit. Je hebt ook een functie en betekenis zónder voor iemand te werken. Belangrijk vind ik dat je altijd een open blik houdt.
Je hoeft niet in te vullen hoe het in elkaar zit. Kijk hoe het echt is, dus blijf overal met verwondering naar kijken. Meer dan vroeger zie ik nu de verbanden. Het is fijn dat ik dat ontdekt heb, want daardoor kan ik makkelijker verder. Tegelijkertijd heb ik het gevoel dat ik met het maken van mijn werken nog in de kinderschoenen sta.”
Gegevens
Website: Marlies van Boekel