Jolet Uilenberg (56) begeleidt vijftigplussers naar nieuw werk en een nieuw toekomstperspectief. Haar aanpak is betrokken en recht voor zijn raap. “De passie kan wel even wachten, het gaat vaak allereerst gewoon om een baan.”
Werkgelukszoekers
We leven en werken steeds langer, maar hoe blijven we ook lang gelukkig? Welke rol speelt werk bij betekenisgeving? In deze serie lees je de persoonlijke verhalen van mensen die hierop hun eigen antwoord geven.
Waar kom je vandaan?
“Méér oudere heren aan het werk helpen die een moeilijke positie hebben op de arbeidsmarkt. Dat verlangen sprak ik uit toen ik in 2006 de vraag kreeg wat ik het liefst wilde doen in mijn werk. Op dat moment begeleidde ik bij een grote bank boventallige medewerkers naar ander werk.
De arbeidsmarkt was toen nog redelijk goed, maar ik zag al dat het voor oudere mannen een stuk moeilijker was dan voor vrouwen. Vrouwen weten zich vaak beter te presenteren, zijn handiger in het gesprek en minder gericht op status.
Als een oudere heer een sollicitatie-afspraak heeft met een jongere leidinggevende, dan neemt hij vaak een nonchalante houding aan van ‘ik weet het allemaal wel’. Met non-verbale signalen heeft zo iemand zich binnen twintig seconden uit de procedure gemanoeuvreerd.
Een aantal jaren daarna kreeg ik zelf te horen dat ik moest vertrekken bij mijn werkgever. Ik ben meteen aan de slag gegaan met het opzetten van mijn eigen praktijk. Ik had al vrij snel tien cliënten, terwijl ik ondertussen nog mijn baan had.
Ik ben een van de weinige mobiliteits- en loopbaanadviseurs die zich specifiek uitspreekt over oudere werkzoekenden. Er zijn te veel werkzoekenden voor te weinig werk. Dat betekent dat je je als werkzoekende moet voegen naar de eisen van de werkgevers. Zo zit de wereld in elkaar.
Ik ben knetterstreng, maar ik pas goed bij mensen die dit zoeken. Als je dat niet wilt, moet je niet bij mij komen.
Het lukt me vrij goed om deze groep te helpen. 75 procent van mijn cliënten gaat weer aan het werk. Als iemand een baan vindt, dan beleef ik een dag met een gouden randje.”
Waar sta je nu?
“Ik begeleid particuliere cliënten en doe interim-opdrachten als mobiliteitsadviseur, recruiter of HR-business partner. Het is schaken op meerdere borden tegelijkertijd. Ik timmer voortdurend aan de weg.
Dat is keihard werken en echt niet altijd leuk, maar het werkt wel. Het lukt me bijvoorbeeld regelmatig om in de media te komen, waardoor ik ook door andere mensen gemakkelijker gevonden wordt.
Als mensen bij mij komen, denken ze dat ze met enkele snelle oplossingen veel resultaten boeken. Maar je moet echt alles over hebben voor een nieuwe werkkring, zoals verhuizen of lange reisafstanden afleggen.
Dat geldt ook voor mezelf: ik zie heel Nederland als werkterrein. Netwerken is het allerbelangrijkste om weer aan het werk te komen. Dat is niet aan allerlei mensen je CV geven of zeggen ‘wij moeten eens koffie drinken’.
Nee, je moet heel attent zijn en nieuwe contacten durven leggen. De beste mensen om mee te spreken zijn mensen die het werk al doen dat jij graag wilt.
Dat zijn vaak onbekenden. Netwerken is praten met mensen die je niet kent.
Mensen die bij mij komen willen gewoon een baan, omdat er brood op de plank moet komen. Het einde van de werkloosheidsuitkering is soms al in zicht en ze raken in paniek.
Hoe ouder je wordt, hoe meer je het werk doet dat echt bij je past. Dat zie ik bij mensen die langdurig ergens in dienst zijn. Dat is een luxe positie. Maar als die baan ophoudt te bestaan, dan moet je toch iets anders aanpakken.
Dan is maar een ding belangrijk: inkomen. En dat draait altijd om de vraag: is er iemand bereid om te betalen voor wat jij kan doen? Ik heb zelf werk gedaan met het niveau van secretaresse-plus. Vond ik het uitdagend werk? Niet zo. Was ik er blij mee? Zeker wel.
Ik werk allereerst om geld te verdienen.
Als een nieuwe baan een 6,7 krijgt als cijfer, dan adviseer ik om het toch maar te doen. Als je een partner hebt die voldoende verdient kun je je eventueel veroorloven om nee te verkopen op een aanbod voor een nieuwe baan.
Maar veel mensen hebben die keuze niet. Het meest genoemde probleem voor mensen zonder baan is dat hun relatie met hun partner verandert. Als je weer aan het werk bent, geeft dat weer wat lucht aan je relatie.
Een baan geeft structuur en waardering. En dat alles levert je ook een betere uitgangspositie op om daarna weer een stap te maken naar iets beters op de arbeidsmarkt.”
Waar ga je naar toe?
“Voor mij is het een uitdaging om ouderen aan het werk te helpen. Oudere werkzoekenden hebben een slecht imago op de arbeidsmarkt. Bedrijven willen geen mensen aannemen om ze daarna op rustige wijze naar een pensioen te begeleiden. Ze willen mensen met wie ze winst kunnen maken. Kwieke en vlotte mensen.
Ik adviseer daarom mensen om af te vallen, een snor eraf te halen en een moderne bril aan te schaffen. Daar zijn ze beslist niet altijd blij mee, maar het helpt vaak wel. Het is mijn werk om de reality check te doen.
Als oudere werknemer kun je je best staande houden op de arbeidsmarkt, als je tenminste heel flexibel om kunt gaan met veranderingen. Je hebt ook incasseringsvermogen nodig. Je moet attent, vrolijk en aardig zijn, terwijl anderen dat misschien niet tegen jou zijn.
Het heeft ook voordelen om ouder te zijn. Als oudere medewerker kun je bijvoorbeeld rust brengen in een team van professionals, die allemaal hoger op willen komen. Je moet in ieder geval in jezelf blijven investeren, ook als je ouder wordt.
Ik besloot enkele jaren geleden om wat aan mijn Engels te doen, zodat ik wat vlotter leerde schrijven. Uiteindelijk heb ik er zes jaar aan gewerkt, wat me veel geld heeft gekost. Maar dat is wel een investering waar ik veel aan heb.
Ik merk zelf dat ik nu moeilijker namen kan onthouden en me minder goed kan concentreren dan voorheen. Vroeger kende ik al snel de hele organisatiestructuur uit mijn hoofd, nu is mijn harde schijf sneller vol.
Wel heb ik sneller door hoe de hazen lopen in organisaties. Als ik jong was, zou ik dit werk echt niet kunnen doen. Als zelfstandige vijftigplusser moet je ook meer doen om interessant te blijven voor opdrachtgevers. Zorg dat je slank bent en een modern kapsel draagt. Ga ieder jaar een opleiding of een cursus doen. Kies niet voor een cursus timemanagement of iets dergelijks, maar iets dat met het vak te maken heeft.
Zorg dat je bijblijft en dat je je ergens in specialiseert.
In mijn eigen werk merk ik dat ik een behoorlijk grote impact heb bij het begeleiden van mijn cliënten. Dat maakt dit werk heel plezierig.
Ik vraag me zelf wel eens af of ik met mijn werk zou stoppen als de VUT nog zou bestaan. Ik denk dat ik er dan toch voor terugschrik. Een hele dag niets doen, dat valt waarschijnlijk enorm tegen.”
Meer informatie
Website: Gewoon een baan