In mijn binnenste rommelde het. De waarschuwingssignalen van een vulkaan, die op uitbarsten stond. Dat was het moment dat ik het schrijversgeheim ontdekte.
Al die ongemakkelijke commentaren, die tijdens een online vergadering afgevuurd werden op de tekst die ik geschreven had. Die tekst had ik samengesteld op basis van de tekstsuggesties van zo’n twintig directeuren en strategische adviseurs.
Nu waren de commentaren van dezelfde mensen niet mals: rommelig, dubbelingen, te veel losse eindjes. Narrig, dat werd ik daarvan.
Bij de aangebrachte teksten viel mij wel iets op.
Alle deelnemers redeneerden vanuit hun eigen werkterrein en keken nauwelijks over hun eigen schutting heen. Als schrijver die alle losse onderdelen bij elkaar bracht, was ik de enige die er dwars doorheen kon kijken.
Ondertussen had ik geen flauw idee hoe het verder moest met die tekst. Er was geen gezamenlijke visie om houvast aan te ontlenen. Er was niet eens een gezamenlijke taal, want er was steeds geharrewar over woorden als ‘achterstand’ en ‘transitie’.
Die avond las ik het lezenswaardige boek Werk heeft het gebouw verlaten van Jitske Kramer. Als corporate antropoloog verbindt zij de wereld van tribes met organisaties.
Alle mensen in organisaties vervullen een archetypische rol, schrijft Kramer.
Die rollen komen overeen met de manier waarop tribes georganiseerd zijn. Een bijzondere rol is daarbij weggelegd voor de magiër. Dit zijn vaak externe coaches, trainers, artiesten, inspirators of andere mensen met een vrije rol. Of mijn eigen rol als externe schrijver om de verhaallijn te vinden...
Bij deze magiërs komt alle kennis bij elkaar, schrijft Kramer. Ze zijn het knooppunt voor informatie. Ze helpen te duiden en te verwerken. Ze werken aan zingeving. Ze hebben oog voor de ziel van de tribe en zijn de hoeders van de dialogen en buitengewone gesprekken.
Woorden doen ertoe, realiseerde ik me.
Bij dit project draaide het om zaken heel precies bij de naam noemen en tegelijkertijd ook weer niet. Woorden dienden als bezweringsformules én als breekijzer. Als ik er zo naar keek, werd het super interessant. Het schrijfwerk was hier niet alleen het middel, maar de opgeschreven woorden vormden ook de gezamenlijke nieuwe werkelijkheid.
Het schrijversgeheim
Hier werd aan een toekomstverhaal geschreven, die boven de losse bijdragen uitsteeg. Als magiër vervulde ik de taak om er een samenbindende soep van te brouwen. Geen dikke drap, maar een heldere bouillon :)
Het brouwsel is inmiddels opgediend, met dank aan het schrijversgeheim dat ik aan het boekje van Kramer ontleende.
Toverkunst.