“Ga in het licht staan,” zei een coach ooit tegen me. Dat klonk als een aanmoediging om mezelf meer te laten zien. Waarschijnlijk welgemeend.
Maar het klonk ook verdacht veel als mijn moeders stem. Zij riep vroeger vaak dat ik niet zo verlegen moest zijn en beter voor mezelf moest opkomen.
Makkelijker gezegd dan gedaan. Alsof een aansporing genoeg is om net zo zelfverzekerd te worden als een verwende diva.
Nee, ik bleef liever in de veilige coulissen, ergens ver weg van de spotlights. Zoals een kat die denkt dat hij onzichtbaar is als hij onder een dekentje kruipt.
Ook in mijn latere werk als journalist verschool ik me graag achter pen en notitieboek. Tot die ene keer dat ik naar een gewichtige conferentie ging om verslag te doen.
Die dag droeg ik een zwart-wit gestreepte jurk.
Zebra’s dragen strepen, zodat ze niet opvallen in de kudde.
Maar buiten de kudde val je nogal op met die strepen. Ik had me niet gerealiseerd dat mijn jurk in de conferentiezaal juist alle aandacht trok tussen heren in een donker pak.
De dagvoorzitter liep recht op me af, met de camera- en geluidsmensen in zijn kielzog. Wat vond ik van het thema? Plotseling zat ik niet meer veilig achter mijn notitieblok, maar voluit in de schijnwerpers. Via de beeldschermen op het podium zag iedereen me zitten.
‘Je kunt beter iemand anders vragen, want ik hoor er niet bij,’ stamelde ik. Gelukkig wandelde de dagvoorzitter daarna door naar een andere deelnemer.
Achteraf realiseerde ik me dat die teruggetrokken houding van buitenstaander een zelfgekozen positie was. Het was eigenlijk een oud verhaal, dat me ooit bescherming bood.
Maar zo’n oud pantser kon ik ook afleggen. Net zoals een kreeft telkens een nieuwe huid krijgt om te groeien.
Die nieuwe huid kwam met de nodige groeipijn. Maar stapje voor stapje vond ik meer zelfvertrouwen. Ik leerde mezelf te accepteren.
En, jawel, ook mijn eigen stem te vinden. Niet alleen om te zeggen wat ik van dingen vind, maar ook om te voelen wat ík wil. Zo leerde ik om niet alleen mijn hoofd te laten regeren, maar ook mijn lijf in te zetten.
En weet je? Het lukt steeds beter.
Ook voor veel van mijn coachees is zichtbaarheid een groot obstakel. Ze willen iets betekenisvols doen en realiseren zich heel goed dat ze met hun verhaal naar buiten moeten treden.
Maar ja, mag je je wel uiten op een persoonlijke manier? Wat zullen de organisatie, de leidinggevende of de samenwerkingspartners ervan vinden?
Eigenlijk zijn dit geen relevante vragen. Natuurlijk mag jij je eigen stem laten horen. Dit is het geheim: als je jezelf omarmt, dan gaat de rest vanzelf.
Zoals Charlie Chaplin schreef op zijn zeventigste verjaardag:
“Toen ik begon van mezelf te houden, stopte ik met verlangen naar een ander, beter leven. Ik begreep dat alles om me heen een uitnodiging is om te groeien.”