Ik weet wat jou tegenhoudt.
Niet het schrijven. Maar het versturen. Of het publiceren.
Als iemand weet hoe dat voelt, dan ben ik het wel. Als tiener droomde ik ervan om journalist te worden. Maar denk niet dat ik in de redactie van de schoolkrant zat. Of dat ik ergens anders mijn schrijfwerk publiceerde.
Schrijven, dat deed ik volop.
Maar dan ondergronds. Ik schreef meerdere keren per dag in mijn dagboek, vulde schriften met fantasieverhalen en bedacht diepzinnige gedichten.
Niemand wist ervan.
De eerste keer dat mijn werk gepubliceerd werd, was jaren later. Een interview met de hoogleraar Middelnederlandse Taalkunde in het gestencilde blaadje van onze faculteit. Hij moet het wel amusant hebben gevonden. Ik beet mijn nagels stuk.
Op de dagbladredactie werd het schrijven gemakkelijker. Veel schrijfmeters maken, dat helpt. En ervaren dat de wereld niet vergaat als er een stuk bij zit dat wat minder goed is.
Later, veel later, werd het nog spannender.
Mijn persoonlijke blogs delen. Laten zien waar ik vandaan kom. Angsten onder woorden brengen.
Je hebt soms onzichtbaar werk te doen om zichtbaar te durven zijn. Een van de gedachten die me verder hielpen: mijn schrijfwerk als mijn speelkwartier beschouwen.
In games heb je als speler vaak meerdere levens. Als je crasht, mag je toch weer aan de start verschijnen.
Nu nodig ik deelnemers aan mijn programma’s uit om hun schrijfwerk te delen. Met mij en met de wereld. Dat vinden zij vaak bloed-eng.
Ik snap het. Toch gun ik ze enorm dat ze hun werk wel delen. Want daarna zie ik de opluchting. Ze voelen zich bevrijd.
- Het is niet raar wat ik schrijf.
- Mijn kop wordt er niet afgehakt.
- Ik kan dit.
Als jij dit stuk helemaal tot hier hebt gelezen, weet dan dit:
Je bent niet de enige.
In de training Schrijven met Plakkracht is een speciaal onderdeel hieraan gewijd: hoe je loskomt van die twijfelstemmetjes. En hoe je het schrijfplezier laat zegevieren. Dat gun ik jou ook.
Klik hier voor meer info en aanmelding: Schrijven met Plakkracht