Hoe herken je een goed verhaal?
Elk goed verhaal is gebouwd rondom het principe van de kloof: het verschil tussen verwachting en resultaat. Het verschil tussen iets heel graag willen en het zoeken van de manieren om het ook te kunnen. De held (de hoofdpersoon) gaat op weg om die kloof te overbruggen.
Gemakkelijk gaat dat uiteraard niet. Wie veranderingen wil doorvoeren of iets wil bereiken, ontmoet allerlei vormen van tegenslag. Mensen hebben er geen zin in. Ze zien de noodzaak niet. Of ze hebben geen idee waar de verandering toe leidt.
Voor het verhaal is die tegenslag alleen maar gunstig. Zonder weerstand is er namelijk geen spanningsboog en dus ook geen verhaal.
Verhalen waarin je publiek centraal staat
De beste verhalen zijn verhalen waarin niet jij of je organisatie deze heldenrol vervullen, maar juist de klant, gebruiker of afnemer. Je publiek dus. De klant maakt een ontwikkeling door en hoe gaat de organisatie hem daarbij helpen.
Hulpvragen om een goed verhaal te herkennen
Aan de hand van deze vragen herken je goede verhalen en de vaste bestanddelen:
- Wie is jouw held?
- Wat zijn z’n kwaliteiten?
- Waar verlangt hij naar?
- Waar loopt hij tegenaan (wat is zijn draak)?
- Wie vormen zijn hulptroepen, of wie is zijn helper?
- Welke strijd moet er gestreden worden op het beslissende moment?
- En welk inzicht levert dat uiteindelijk op voor de held?
- Wat brengt hij na zijn reis mee naar huis?
Toepassingsmogelijkheden van verhalen
Het aantal toepassingsmogelijkheden van verhalen is enorm breed: om mensen te raken, te amuseren, mee te slepen, leerervaringen te delen of te verleiden (bijvoorbeeld tot ander gedrag). Ook educatieve doelen zijn van groot belang.
Ook worden verhalen verzameld om te weten wat er leeft, of het uitgedachte beleid aansluit op de praktijk, om de zogeheten onderstroom boven te halen en om patronen bloot te leggen
Om invloed uit te oefenen, kun je de inzet van verhalen vergelijken met het het beklimmen van een trap. Eerst betreed je de eerste trede: mensen moeten je verhaal eerst oppikken. Dat wil zeggen dat ze ervoor open moeten staan.
Op de volgende trede moeten ze snappen waar het over gaat. In deze fase komt het verhaal binnen en kunnen ze het verbinden met iets dat ze al kennen.
Als ze het verhaal interessant en belangrijk vinden, omarmen ze het. En als ze echt enthousiast raken, werpen ze zichzelf op als ambassadeur.
Hoe vind je goede verhalen?
Bedenk wat de veranderingen zijn waar je publiek mee te kampen heeft. Wat willen je mensen bereiken? Waar liggen ze van wakker? Welke belangrijke keuze moeten ze maken? Welke obstakels komen ze tegen? Waar zijn ze onzeker over?
Kies aan de hand van deze vragen de verhalen die aansluiten bij de behoeften van je publiek: verhalen die als bruggenbouwers kunnen dienen tussen het publiek en de doelen waarvoor verhalen ingezet worden. Het is een eenvoudige manier om een start met storytelling te maken.
Hoe bouw je een verhalenverzameling op?
Daarvoor ga je op zoek naar verhalen in de organisatie. Het kan ook een persoonlijk verhaal zijn. Denk aan een eigen keuze die je ooit gemaakt hebt en de weg die je hebt afgelegd om je doel te bereiken. Dat verhaal dient de emoties te bevatten waar je publiek op aanhaakt.
De sleutel om goede verhalen te vinden is luisteren. Ga op zoek naar oorspronkelijke en mooie verhalen die een bepaalde werkwijze illustreren, de noodzaak van een verandering in beeld brengen of het verhaal van een eindgebruiker voor het voetlicht brengen. Verzamel al deze verhalen in de verhalenbank, zodat je ze kunt gebruiken als je ze nodig hebt.
Hoe maak je een goed verhaal?
Het maken van een goed verhaal, dat is een kunst waarbij veel komt kijken. Allereerst zijn goede beginzinnen van groot belang, net als een pakkend slot. Mensen onthouden namelijk vooral het begin en het einde van een verhaal.
Daarnaast is een plot belangrijk. Een goed verhaal bevat een wending, die inzichten oplevert. Meer hierover lees je in dit artikel met het stappenplan voor een grandioos verhaal.