Je wilt een onweerstaanbare tekst schrijven en gaat vol goede moed aan de slag. Maar dan... loop je vast of begin je te twijfelen of deze tekst wel echt gaat werken. In dit artikel lees je hoe ook jij teksten schrijft die altijd gelezen worden.
Een onweerstaanbare tekst schrijven, hoe doe je dat?
Je wilt je team, je werk of je bedrijf meer bekendheid geven. Je wilt bijvoorbeeld je klanten een kijkje geven wie je bent en wat je voor hen kan betekenen. Je wilt werken aan je zichtbaarheid, maar wel op een creatieve manier.
Een artikel of een blog is daarvoor een uitstekende manier. Zeker als je daarbij creatieve middelen en storytellingtechnieken inzet.
Met deze spelregels help ik je op weg bij het schrijven van een onweerstaanbare tekst, zodat jij op een gemakkelijke manier je doelen dichterbij brengt.
I. Zo kies je je onderwerp voor het schrijven van je tekst
Een onweerstaanbare tekst schrijven begint bij de keuze van een goed onderwerp, dat aantrekkelijk uitgewerkt is. Geen enkel brein is geïnteresseerd in saaie teksten, voortkabbelende praatjes of in aan elkaar geregen clichés.
Je hersenen zijn ingesteld op zo zuinig mogelijk werken en verspillen simpelweg geen energie aan iets dat al bekend is of niets verrassends bevat. Een pitch, presentatie of profieltekst die niet heel aansprekend is, gaat het daarom nooit winnen in de strijd om aandacht van de hersenen.
Wat dan wel? Lezers willen worden geholpen, vermaakt en verleid. Kies dus een onderwerp en invalshoek, waarin je lezer al van nature interesse heeft.
# Je tekst gaat maar over één ding
Je tekst moet één onderwerp hebben. Niet drie, niet twee, maar een. Het samenvoegen van meerdere onderwerpen verwart je lezer. Houd het daarom simpel, want je lezer wil meteen zien waar het over gaat.
# Kies een onderwerp dat je lezer bezighoudt
Kies een onderwerp dat aansluit bij je lezer. Daarvoor moet je weten waar je lezer echt in geïnteresseerd is. Nog beter: waar ie van wakker ligt. Een probleem geeft de tekst enorme plakkracht.
Denk bijvoorbeeld aan de vragen die mensen telkens weer aan jou stellen. Of een probleem waar je lezer mee worstelt. Iets wat hij telkens uitstelt, maar waar hij nu echt vanaf wil. Alleen als jouw tekst aansluit op de behoefte bij je lezer, wordt het daadwerkelijk gelezen.
# Kies een mens als hoofdpersoon bij het schrijven van je tekst
Kies geen onderwerp, maar een mens! Met hem of haar kunnen we ons identificeren. En hoe herkenbaarder, hoe meer je lezer het idee heeft dat het echt over hem of haar gaat. Want je lezer wil maar één ding weten: what’s in it for me. Vertel dus niet wát maar wíe.
Vertel ook waar deze persoon tegenaan loopt. Juist al die worstelingen en het 'gedoe' maken je tekst interessant.
Je hoofdpersoon wil bijvoorbeeld vaker gaan bloggen, maar heeft last van stemmetjes in zijn hoofd dat het niet goed genoeg is. Dit probleem kan staan voor iets groters dat je lezer wil bereiken. Vervolgens vertel je hoe je hoofdpersoon dat probleem oplost en/of hoe jij daarbij helpt.
II. Zo ga je gemakkelijk aan de slag met schrijven van je tekst
Schrijven wordt een stuk gemakkelijker als je je schrijfwerk opdeelt in fases. Het helpt om een onderscheid te maken tussen vrij schrijven en schrijven met je lezer in je hoofd. Als je op deze manier de verschillende schrijffases uiteenrafelt, is het ook gemakkelijker om eraan te beginnen.
Grofweg zijn er drie schrijffases:
1. Schrijf wat je denkt
Schrijf niet in een keer dat verhaal met prachtig gebeeldhouwde zinnen, maar maak eerst een ruwe versie. Eerst moet het verhaal uit je hoofd. Je eerste tekst hoeft nergens aan te voldoen.
Schrijf alsof je praat en voel je vrij. Waar gaat het je om? Dit stuk wordt door niemand anders gelezen, dus laat je inspiratie ongehinderd stromen.
Als je hier moeite mee hebt, geef jezelf dan de opdracht om minimaal vijftien minuten lang aan één stuk door te schrijven. Je noteert alleen wat er in je opkomt. Je mag je pen niet van het papier halen.
Vervolgens lees je je eigen tekst en onderstreep je wat je mooi vindt. Dan ga je weer aan de slag met het stuk en gebruik je de onderstreepte zinnen of paragrafen. Aan de hand hiervan schrijf je je volgende versie.
2. Herschrijf je tekst vanuit je lezer
In je eerste versie heb je jouw eigen inspiratie laten stromen zonder rekening te houden met je lezer. Nu ga je in de schoenen van je lezer staan. Wat is zijn belangrijkste probleem waar je op aan kunt sluiten? Hoe kun je aansluiten op zijn belevingswereld?
Wat zijn de woorden die hij hiervoor gebruikt? Spreekt hij bijvoorbeeld over klant of over cliënt? Houdt hij van het woord helpen in de tekst of juist niet?
Schrijf deze versie van het stuk met je lezer voor ogen. Werk daarna aan de structuur. Staat alles in de goede volgorde? Zijn alle overgangen begrijpelijk?
Knoop met overgangswoorden expliciet je ideeën aan elkaar. Daarbij gebruik je voegwoorden als en, want, maar en bijwoorden als bijvoorbeeld daarentegen en bovendien.
Als je drie punten wilt behandelen, gebruik dan voor die drie punten steeds dezelfde vorm, zoals een zelfstandig naamwoord of een korte zin in dezelfde vorm. Daarmee snapt de lezer dat ze bij elkaar horen.
3. Schrap en schaaf
Als allerlaatste stap ga je schaven, polijsten en mooi maken. Controleer nogmaals de gebruikte informatie op juistheid, let op de spelling, lees (hardop) na of de zinnen goed lopen, verfraai en verduidelijk. Bevat de tekst nog steeds één centraal onderwerp? Is het hele stuk in dezelfde stijl geschreven?
Vraag jezelf niet af wat je nog toe kunt voegen, maar wat je weg kunt halen om het stuk sterker en levendiger te maken. Haal alle overbodige woorden en zinnen eruit, want overdadige details leiden alleen maar af.
Wees niet bang om ook je mooiste formulering of de meest indringende anekdote weg te halen. Snijden doet pijn, maar meestal wordt de tekst er sterker door. Kill your darlings, noemen schrijvers dat.
Het belangrijkste gereedschap van een schrijver is de delete-knop. Kijk bijvoorbeeld eens of de eerste alinea helemaal weggelaten kan worden. Vaak heeft een tekst het aanloopje helemaal niet nodig.
Als laatste vraag je aan iemand anders om de spelfouten en grammaticale onjuistheden eruit te halen. Vaak zie je zelf niet meer waar de foutjes zitten, dus het is handig om daarvoor een meelezer te vragen.
# Geef jezelf een deadline
Als je je tekst gaat schrijven, geef dan ook aan wanneer je tekst klaar moet zijn. Je kunt eindeloos aan je tekst blijven schaven, maar daar wordt niemand blijer van. Stap niet in de valkuil van eindeloos schrijven en herschrijven en spreek (desnoods met jezelf) helder af wanneer het klaar is.
III. Zo raak je je lezer met je tekst
Je wilt dat je artikel aanzet tot een nieuwe manier van denken, een inzicht brengt of mensen tot actie aanzet. Besteed daarom aandacht aan het volgende:
# Bepaal voor wie je het schrijft
Een artikel of een andere tekst schrijf je voor één doelgroep. Het kan verleidelijk zijn om met je werk verschillende groepen mensen aan te spreken, maar als niemand zich echt herkent schrijf je eigenlijk voor niemand.
Je spreekt alleen een groep mensen goed aan als deze mensen met hetzelfde probleem of verlangen zitten. Laat zien dat je dat verlangen of probleem begrijpt. Zo leg je een relatie met de lezer.
Gebruik passende voorbeelden en anekdotes uit de belevingswereld van je lezer. Verklein de afstand en kruip zo dicht mogelijk op de huid van je lezer. Houd het verhaal bij voorkeur zo kort mogelijk: gebruik alleen de woorden die je nodig hebt.
# Gebruik de verhaalstructuur als bouwstenen
We vinden een tekst met een traditionele verhaalopbouw het mooist, want dat is ook de manier waarop we onze herinneringen bewaren. Zo’n klassiek verhaal heeft een enkele (en actieve) hoofdpersoon, een begin-midden-eind en vaak ook een gesloten einde.
Gebruik deze storytellingtechnieken zorgvuldig. Met zo’n vaste opbouw weet de lezer namelijk precies waar hij aan toe is en volgt hij gemakkelijk jouw gedachtegang.
# Trek meteen de aandacht
Je doel is om je lezer te verleiden om het hele stuk te lezen, en dat begint meteen al bij het begin! Wek de nieuwsgierigheid op van je lezer, bijvoorbeeld door een opvallend feit of cijfer te noemen. Je doet daarbij de (impliciete) belofte aan je lezer dat er in de rest van het artikel een verklaring volgt. Dat geeft je lezer de trigger om door te lezen.
Voorbeeld:
Mensen zoeken drie dingen in hun werk, maar de meeste organisaties bieden er slechts één. (bron: Hbr.org)
# Gebruik een van de basisemoties
Vraag jezelf af of het verhaal je lezer kan verbazen, kan laten huilen, lachen of schrikken. Dit zijn de vier basisemoties. Zit een of meer van deze emoties in je verhaal, dan zit je goed. We worden namelijk pas echt geraakt als er een emotionele component in de tekst zit.
# Gebruik concrete woorden
Als je over jeuk leest, voel je vaak meteen de behoefte om te gaan krabben. En als je leest over een beschimmelde pan met een groen vijfdaagsbaardje wend je je gezicht vermoedelijk al af.
Zinnenprikkelende woorden geven niet alleen fysieke reacties, maar zetten ook ons brein aan het werk. Het effect daarvan is dat ook de bijbehorende informatie beter blijft hangen. Een tekst met woorden die onze zintuigen prikkelen, is dus krachtiger en memorabeler dan een abstracte tekst.
Vertel daarom wat er te zien, te horen of te voelen is. Hangt er een doordringende geur? Hoort er een liedje bij?
Met een zintuiglijk woord koppel je ook de rest van je tekst vast in het geheugen. Schrijf bijvoorbeeld over muf bidonwater en je lezer zit meteen zwetend op een fiets.
Ook abstracte concepten laten zich goed combineren met zinnenprikkelende woorden. Denk bijvoorbeeld aan een swingende presentatie, glasharde feedback of ijzeren discipline.
# Laat voorbeelden zien
Ook voorbeelden, verhalen en getuigenissen helpen je lezer enorm om het concrete beeld voor zich te zien. Je lezer herkent zich in verhalen van mensen die al eerder met een probleem geworsteld hebben.
Beschrijf bijvoorbeeld iets bijzonders dat je zelf hebt meegemaakt, bijvoorbeeld een belangrijk moment dat iemand anders kan inspireren.
Of deel een probleem en de oplossing die je daarvoor gevonden hebt. Je vertelt bijvoorbeeld over iets naars dat je zelf hebt meegemaakt en hoe jij weer opgekrabbeld bent.
Ook anekdotes of voorbeelden van bekende persoonlijkheden maken je artikel levendig en herkenbaar. Je wilt bijvoorbeeld duidelijk maken dat je lezer niet zomaar dient op te geven als het tegenzit.
Je illustreert dat met Tim Ferriss, die eerst 27 afwijzingsbrieven van uitgevers ontving voor de publicatie van Een werkweek van vier uur. Het boek stond vervolgens vier jaar op de Amerikaanse bestsellerlijsten en werd vertaald in tientallen talen.
# Schrijf persoonlijk
Wil je dat je lezer jouw teksten gulzig tot zich neemt met uitroepen van herkenning en verwondering? Schrijf dan wat je zelf echt voelt. Want daar herkent jouw lezer zich in. De lezer wordt zelf jouw verhaal.
Je hoeft niet je hele hebben en houwen bloot te leggen, maar schrijf wel vanuit jouw eigenheid, met al jouw karakteristieke eigenschappen.
Mensen werken graag met andere mensen, en willen daarvoor graag zien wie jij als schrijver bent. Wanneer je bovendien over je eigen fouten, twijfels of gebreken vertelt, leeft je lezer gemakkelijk met je mee.
Laat zien waar je zelf mee worstelt, wat je eigen twijfels zijn en hoe je daarmee omgaat. Wees daarin oprecht. De kracht van je verhaal valt of staat met de authenticiteit ervan.
# Formuleer positief
Wil je je lezer motiveren of overtuigen? De boodschap van een vader aan zijn kind dat hij zijn schoenen niet moet laten slingeren, beklijft niet. De boodschap ruim je schoenen op werkt een stuk beter.
Zo werkt het ook in teksten: benoem wat je wél wilt. Bied perspectief en laat zien wat er mogelijk is.
# Kondig feiten aan
Gebruik een hoofdzin om een feit aan te kondigen. Bijvoorbeeld:
- Het spijt me dat...
- Ik verheug me op...
- Ik ben tot het inzicht gekomen dat...
- Ik ben er trots op dat...
- Ik betreur dat...
Dit noemen we factieve werkwoorden. Ze hebben een bijzondere werking, want ze maken je verhaal geloofwaardiger. Als je de hoofdzin ontkennend maakt, blijft het tweede deel namelijk nog steeds overeind staan.
De hoofdzin leidt dus een feit in, dat niet aan verandering onderhevig is. Daarmee vergroot je je overtuigingskracht.
# Lever je lezer waarde
Je lezer wil iets nieuws leren of een nieuw inzicht verwerven over een onderwerp waar hij al iets vanaf weet. Speel daar met je verhaal op in. Een verhaal bevat een boodschap, een helder punt voor je lezer.
Vertel bijvoorbeeld over een ervaring die betekenisvol voor je was. Een doorbraak, een beslissend moment of keerpunt dat veel voor jou betekend heeft. Je lezer snakt ernaar, omdat hij dat toepast op zijn eigen leven.
# Stel je lezer vragen
Stel vragen aan je lezer. Daarmee ga je een dialoog aan en maak je contact met je lezer. Je lezer kan het verhaal niet achteroverleunend over zich heen laten komen, maar wordt geprikkeld een antwoord te formuleren.
Al is het maar in gedachten. In teksten geeft zo’n dialoog leescomfort: niets fijner dan een gesprek voeren, ook al is het via het papier.
Vragen wijzen ons bovendien op een kennisgat: er is iets dat wij nog niet weten. Daar kunnen we slecht tegen. En nog iets: doordat je zijn hersenen activeert, zal je lezer het verhaal ook beter onthouden.
Een extra schrijftrucje: stel je lezer een vraag en beantwoord die vraag pas in de volgende alinea. Zo stimuleer je je lezer tot verder lezen.
# Zet aan tot actie
Bij elk stuk dat je schrijft, wil je dat je lezer een actie onderneemt. Is het de bedoeling dat hij iets onthoudt? Kan hij of zij ergens terecht voor meer hulp of informatie?
Eindig daarom elk stuk met een oproep (call to action) en maak deze handeling gemakkelijk uitvoerbaar. Bel voor een gratis kennismakingsgesprek. Download het gratis hoofdstuk. Of nodig uit om een reactie achter te laten.
# Besteed extra aandacht aan het slot
De afsluitende zin blijft het langst hangen bij je lezer. Eindig daarom met een uitsmijter. Dat kan een verrassende wending zijn, een verwijzing naar de stelling uit het begin van je stuk of een oproep.
Storytelling-expert Robert McKee zegt: "De sleutel tot een goed slot is om je toehoorders, kijkers of lezers te geven wat ze willen, maar niet op de manier dat ze verwachten."
Maak in ieder geval je verhaal rond en zorg ervoor dat je tekst geen losse eindjes meer bevat. Aan het einde van het verhaal is een belofte aan je lezer ingelost. Ga zelf aan de slag met het schrijven van je onweerstaanbare tekst.
Ik wens je veel succes!